Nee, u zult me komende woensdagavond niet zien in het tv-programma ‘Vlammen voor de Vrijheid’, een samenkomst georganiseerd door Amnesty International en uitgezonden door de Vara op Ned. 2 ter gelegenheid van 60 jaar Mensenrechten.
Uitgenodigd was ik wel. Ik krijg per slot van rekening de Clara Meijer-Wichmann Penning 2008, een zeer prestigieuze mensenrechtenprijs in Nederland. En het leek de organisatie wel leuk als ik zou opdraven.
Ik zou twee dingen mogen zeggen in de Koninklijke Carré. Ten eerste mijn mening geven over artikel 19 van het internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten: ‘Iedereen heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting.’ Geen punt.
Toen kwam er een tweede voorstel. Om ook deel te nemen aan een discussie over mensenrechten aan een tafel samen met Minister van Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders.
Ik riep meteen ‘graag’, want ik hoor graag wat regeringsexcuses over ons militair gedrag in Uruzgan. Bijvoorbeeld over bombardementen die zelfs de hoogste regionale ISAF-commandant ‘in strijd met het oorlogsrecht’ noemde.
Om vervolgens te roepen: ‘dat wilt Koenders vast niet, met mij aan één tafel. Bert praat natuurlijk graag over kwalijke mensenrechtenschendingen door regiems in –niet economisch belangrijke landen als- Zimbabwe. Maar is stil over wat we zelf aanrichten.
En inderdaad. Enkele dagen later kwam een samenstelster met het bericht dat door ‘voortschrijdend inzicht’ ik naar een ander gesprek werd doorgeschoven. Dat gesprek zou gaan over de Amerikaanse strafgevangenis Quantánamo-Bay. Nu ben ik erg tegen het zonder beschuldigingen opsluiten van verdachten, maar dat verhaal kennen we al. Daarbij Qantánamo gaat dicht! Neem Uruzgan, herhaalde ik. Dat speelt nu! En mijn prijs krijg ik voor mijn Afghanistan-berichtgeving. Tja, dat zou toch erg moeilijk worden. Er zou misschien één minuutje over Afghanistan gesproken kunnen worden. Ik eiste dat op een mensenrechtenavond ook duidelijk aandacht moest zijn voor ónze misstanden. Take it or leave it, zei ik.
Dus geen Carré.
U kunt rustig kijken. Er treden veel artiesten op. Zelf bedank ik. Voor Poppenkast International ben ik te oud.
PS voor alle duidelijkheid. De Penning accepteer ik met meer dan groot genoegen. Die krijg ik ook woensdag in de Amstelkerk waar ik van organsiaties Liga voor de Rechten van de Mens en J'Accuse uiteraard wel alle gelegenheid heb om over de inhoud van mijn werk te babbelen.
De regering heeft jarenlang de Tweede Kamer verkeerd voorgelicht over de nationaliteit van Neerlands meest omstreden zakenman John A. Bredenkamp. Nu de aantijgingen elkaar opvolgen wil ze de wapenhandelaar snel kwijt, zo schrijf ik vandaag in De Pers. Tweede Kamerlid Krista van Velzen (SP) zal de minister aan de tand voelen.
De zakenman 68 jaar, kort postuur, grijs haar) verloor zijn Nederlanderschap in 2000, zo maakte Buitenlandse Zaken gisteren bekend tegenover mij. Toeval of niet. Sinds vorige week prijkt de naam van de zakenman en elf van zijn bedrijven op de Sanctielijst van de Verenigde Staten te midden van terroristische groeperingen en namen als Osman Bin Laden. Het is voor Amerikanen en Amerikaanse bedrijven verboden handel te drijven met hem. Voormalig rugbyspeler Bredenkamp zou via een ingenieus financieel netwerk een steunpilaar zijn van het repressieve regiem van Robert Mugabe dat internationaal wordt geboycot. Dat de bekendmaking pas na acht jaar bekend wordt, heeft volgens een woordvoerder van Buitenlandse Zaken ’niets’ met de recente Amerikaanse sancties te maken. Overigens bestempelt de Amerikaanse sanctielijst Bredenkamp nog wel als Nederlander en meldt zelfs diens paspoortnummers. Daarnaast zou hij ook een Zimbabwaans en een Surinaams paspoort bezitten.
Lees het hele artikel Rel rond foute Nederlander
Foto: Deze vrouw fotografeerde ik vorig jaar bij mijn bezoek aan Zimbabwe. Ze toont haar man die door de troepen van Robert Mugabe –die door Bredenkamp wordt gesteund- is vermoord.
De Verenigde Staten worden na 1 augustus 2010 de lead nation in de Afghaanse provincie Uruzgan. Dat betekent een dikke streep door de ‘Dutch approach’. En dat is maar goed ook, schrijf ik vandaag in de Pers. Ik kwam op het idee nadat ik op de NOS-website had gelezen dat in Den Haag de tenen waren gekromd met het vooruitzicht dat de Amerikanen zouden afbreken wat de Nederlanders ‘voorzichtig’ hadden opgebouwd. Welnu, die vooringenomenheid haal ik onderuit.
Het zou juist goed zijn als er een frisse wind waait over de droge vlaktes van Urzugan meent Defensiespecialist Dick Leurdijk. Hij spreekt van een regelrechte impasse. ‘Nederland boekt kleine successen, zoals de opening van scholen. Substantieel is de veiligheidssituatie sinds de legering van de Nederlanders, twee jaar geleden, niet verbeterd. Machtsuitbreiding is nodig om de provincie verder te ontwikkelen.’
De Pakistaans taliban-kenner Ahmed Rashid, recentelijk nog gesproken door De Pers, zegt dat de taliban de provincie Uruzgan met stilzwijgende goedkeuring van de Nederlanders onbelemmerd voor doorvoer gebruiken: ‘Voor de taliban is dat een deal: als jullie ons niet lastig vallen, vallen wij jullie niet lastig.’
VVD-Defensiewoordvoerder Arend Jan Boekestijn tenslotte voorspelt betere tijden na 2010. ‘Ik ben optimistischer over Uruzgan met de wetenschap dat de Verenigde Staten het overnemen. Ze timmeren er op los als het nodig is, zoals in Deh Rawod vorig jaar, maar gebruiken niet meer geweld dan de Nederlanders. Kijk maar naar Chora in juni 2007 wat we schietend hebben bevrijd.’
Lees het hele artikel VS pakken het harder aan
Op de foto onze embedded Peter, nu met camera.
(grapje voor wie mijn fotoonderschriften serieus neemt. Het is een commando die in Afghanistan niks anders te doen had dan met een camera achter mij aan te lopen. Wel embedded, dus het had Peter kúnnen zijn. Die toont immers graag de realiteit van de oorlog in Afghanistan, met goedkeuring van Defensie.)
Namens de nabestaanden (neem ik aan) maar zeker namens een ieder die een greintje rechtsgevoel heeft, protesteer ik tegen de schadevergoeding die Eric O. van de Nederlandse Staat ontvangt voor het doodschieten van de Irakees Abdallah Mushir Ethafa(33)op 27 december 2003. (zie foto)
Meermalen heb ik duidelijk gemaakt dat het tweede, dodelijke, schot uit het geweer van de marinier in de provincie al Muthanna werd afgevuurd zonder dat er sprake was van een bedreigende situatie. De kogel raakte het ongewapende slachtoffer in zijn rug op 103 meter afstand- let wel: de lengte van een voetbalveld.
Ik kan nu een hele rits opmerkingen, verwensingen etc. slaken over het fijne militaire optreden van het Nederlandse leger in den vreemde maar dat doe ik niet. Ik wil alleen zeggen dat het doodschieten van deze burger zich in niets onderscheidt van een terroristische moord. D.w.z. even willekeurig en even ziek van geest.
Soms schaam ik me rot om een Nederlandse journalist te zijn. Gisteren bijvoorbeeld bij het kijken van Pauw & Witteman. NOS-verslaggever Peter ter Velde presenteerde zijn boek ‘Kabul & Kamp Holland’ over zijn wetenswaardigheden als oorlogsverslaggever in het woeste Afghanistan.
Voordat ik mijn revolvers trek, eerst een vriendelijk woord over Peter: Hij is een aardige man. We hebben ons ontmoet en gaven elkaar de hand.
Maar Peter is geen goede journalist. Nu vind ik ‘embedded-journalisten’ sowieso geen knip voor de neus waard maar Peter gaat wel erg ver in het pleasen van zijn gastheer, het Nederlandse ministerie van Defensie. Zo vertelde Peter dat hij Nederlandse militairen sprak direct na een gevecht in de buurt van Deh Rawod. Die zaten vol adrenaline en meldden dat ze zwaar hadden lopen schieten en dat er doden waren gevallen. Hij zond de beelden niet uit. Hij filmde ze opnieuw twee dagen later. Toen waren de jongens stukken rustiger. Inhoudelijk was het net zo sterk, volgens hem. Ik geloof dat niet. Het is ook erg onjournalistiek. Politici en andere hooligans geef je ook geen twee dagen respijt. Peter is gewoon op zijn vingers getikt. Of nog erger: hij was bang dat hij op zijn vingers getikt zou worden.
Kwalijk is dat hij rond die tijd regelrecht zaken verzweeg. In zijn boek ‘onthult’ hij dat de Nederlandse militairen deelnamen aan Operation Enduring Freedom. Nu wil ik niet ingaan of dat wel-of-niet het geval was. Waar ik me kwaad om maak, is dat hij er nu pas mee komt. Hij werkt toch voor een dagelijkse nieuwsdienst. Mocht hij dat toen als ‘embed’ niet vertellen? Maar die censuurmaatregel geldt toch om te voorkomen dat je de Nederlandse troepen in gevaar brengt? Daarvan was geen sprake. En als hij dit al die tijd heeft verzwegen, wat verzwijgt hij dan nog meer? Heeft hij lijken gezien van burgers die hij niet mocht tonen aan de Nederlandse kijker? Verwoeste huizen? Misschien krijgen we dat in een volgend boek te lezen. Na de oorlog. Dan durft-ie vast.
Peter is Roomser dan de Paus. Hij denkt niet mee met, maar vóór het Nederlandse leger. Enkele dagen geleden maakte Eimert van Middelkoop bekend dat de Verenigde Staten mogelijk na 2010 de lead nation wordt in Uruzgan. Wat maakt Peter ervan: ´Defensie is bang dat de Verenigde Staten afbreekt wat de Nederlanders zo voorzichtig hebben opgebouwd.’
Even gecheckt bij Defensie zelf. ‘Wel nee, dat is nooit gezegd of gesuggereerd door de Minister.’
Conclusie: Peter is zoals veel NOS-verslaggevers geknipt voor een welbetaalde baan bij een Haags ministerie, afdeling woordvoering. Zijn optreden bij P&W zie ik als een sollicitatiegesprek.
PS Wat me bij P&W opviel was dat cameraman Eric Feijten het echte werk doet in Uruzgan. Dat is een vakman! Kunnen ze die er niet alleen op uitsturen?
Foto: Peter ter Velde gefotografeerd in Afghanistan. Ondanks dat zijn mond met een doek is afgedekt duidelijk herkenbaar aan de microfoon en zijn lasbril die hij altijd op reportage in Uruzgan draagt.
Koerdische opstandelingen gebruiken de bergen van Noord-Irak als uitvalsbasis voor een oorlog met de buurstaten, schrijf ik vandaag in De Pers. Afgelopen maand bezocht ik twee van deze Peshmerga-groepen.
Voor de nieuwbakken Amerikaanse president Barack Obama vormen de Koerdische rebellen in een van de meest politieke turbulente gebieden van de wereld een hoofdpijndossier. Soms zijn ze vriend en soms zijn ze vijand. De Koerden van Noord-Irak hielpen de Amerikanen bij de invasie van Irak in 2003. De Koerden van Turkije daarentegen ondermijnen met aanslagen een van zijn meest trouwe Navo-bondgenoten. Een derde groep, de Iraanse-Koerden, moet hij paaien als hij tot de omverwerping van het streng islamitische regiem van Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad besluit. Die druk neemt zeker toe toen deze maand het Internationaal Atoomenergie Agentschap IAEA bekend maakte dat Iran voldoende uranium heeft geproduceerd voor de productie van een atoombom. Op zijn eerste persconferentie als gekozen kandidaat sprak Obama dan ook gespierde taal. ‘Ik denk dat de productie van nucleaire wapens door Iran onaanvaardbaar is.’
Koerdische opstandelingen worden door het Turkse en Iraansde leger achtervolgd tot diep in Irak. Volgens een gids zijn de bombardementen geen vergelding voor aanvallen vanuit Noord-Irak, maar een strategie om de Koerdische Autonome Regio in Noord-Irak (2 x Nederland) te vernietigen. ‘Ze willen niet dat dit vrije Koerdistan zich verder ontwikkelt en de Koerdische gebieden in Turkije en Iran ook meer vrijheid krijgen.’
Lees het hele verhaal Tussen de statenloze rebellen
Nederlandse militairen op missie durven soms niet gewapend te reageren uit angst voor de juridische consequenties, schrijf ik vandaag in De Pers. Tweede Kamerlid Angelien Eijsink, PvdA, wees me een tijdje geleden op de slechte rechtspositie van de Nederlandse militair. Dus ik begon te bellen.
Nederlandse militairen twijfelen in benarde posities de trekker over te halen, zei Wim van den Burg van de militaire vakbond AFMP. ‘Er is zoveel onduidelijk dat er aarzeling optreedt. Dat kan levensbedreigend zijn.’ Ondanks de groeiende escalatie van het geweld in Afghanistan, dit jaar vielen al 4.000 doden, wordt nog steeds gedaan of Nederland bezig is met een vredesoperatie, aldus van den Burg die 25.000 militairen vertegenwoordigt.
De Amsterdamse advocaat Geert-Jan Knoops, tevens hoogleraar Internationaal strafrecht, kent de dilemma’s waarmee militairen op missie worstelen. In het artikel zegt hij: ‘Als een pelotonscommandant hoort van een verwachte talibanaanval en er bij anticiperend optreden burgers omkomen, kan hij een probleem hebben. Het internationaal strafrecht erkent de individuele zelfverdediging. Het is de vraag of een pre-emptive strike daar onder valt in de ogen van de Nederlandse rechtbank.’
De goed ingevoerde Knoops pleit niet alleen voor een sluitende wetgeving maar ook voor een betere toetsingsmogelijkheid. Dit kan door de instelling van een Quick Legal Reaction Team dat beoordeelt of de militair binnen de kaders van het toelaatbare geweldsspectrum is gebleven. Een idee van hem en oud-militair Frank Van Kappen. ‘Nu is het onderzoek in handen van de Marechaussee. Je kunt je afvragen of dat als onderdeel van het leger altijd objectief kan zijn. Een team maakt het ook mogelijk dat een vertegenwoordiger van het slachtoffer meeloopt.’
Dat laatste lijkt me een prima idee.
Lees het volledige artikel Te bang om te schieten
Vandaag had ik me voorgenomen te schrijven over de sterke groei van Amerikaanse militairen in Uruzgan, komend jaar. Rond de 30.000, en wie weet meer, worden er verwacht om de Talibs voor eens en altijd weg te jagen. En het commentaarzinnetje dat de NOS op haar web in reactie daarop schreef:
‘Nederland maakt zich zorgen dat de Amerikanen zullen afbreken wat de Nederlanders voorzichtig hebben opgebouwd.’
Ik moest even lachen. Wat een arrogantie! Ik durf te beweren dat tijdens het Nederlands commando in Uruzgan sinds augustus 2006 er meer kapot is gemaakt dan opgebouwd. Chora juni 2007, Deh Rawod september 2007. Ik heb vaak genoeg gewezen op de destructieve kanten van de Nederlandse aanwezigheid. De Amerikanen stoppen ook veel meer geld in de opbouw van de provincie dan de Nederlanders. Om een voorbeeld te geven: Als USAID de vrouwenvleugel bouwt van het ziekenhuis in Tarin Kowt, dan bouwen wij de muur er om heen. In die verhouding.
Liever, lieve lezers, plaats ik het artikel wat afgelopen vrijdag in De Morgen stond. Kunt het zelf nog eens nalezen. En herinner de zin: ‘Nederland maakt zich zorgen dat de Amerikanen zullen afbreken wat de Nederlanders voorzichtig hebben opgebouwd.’
Zover is de embedded-verslaggeving al doorgedrongen.
De kans is klein dat er een Mediafonds Conflictgebieden komt. Een kamermeerderheid kijkt sceptisch aan tegen overheidsgeld dat onafhankelijke oorlogsverslaggeving moet stimuleren, zo schrijf ik vandaag in De Pers.
Het idee kwam van Groen Links. Door al dat slaafse embeddedgedrag raakt de eerste taak van de journalistiek steeds meer in het nauw, namelijk vrij en onverveerd berichten, zo was de gedachte.
Uit het fonds zouden verzekeringspremies en opleidingen voor oorlogsverslaggevers moeten worden betaald Het komt volgende week bij de mediabegroting van het ministerie van OC&W van minister Ronald Plasterk ter sprake. Ik belde daarom alvast wat rond.
Regeringspartij CDA is ‘niet enthousiast,’ meldde Joop Atsma droogjes. ‘Welke journalisten en media komen in aanmerking? Alleen het ANP of ook kranten? Het mag niet zo zijn dat terwijl aandeelhouders hun zakken vullen, omdat er een rendement van 20 procent wordt geëist, dat de overheid die dure reizen dan maar betaalt.’ Bij coalitiepartij PvdA wordt nog nagedacht, zei Martijn van Dam. ‘Net als de minister vinden we dit de verantwoordelijkheid van de werkgever, de mediabedrijven zelf. Oké voor freelancers is het onmogelijk je via de markt te verzekeren voor oorlogsgebieden. Dat zou een discussie waard zijn.’
Lees verder De Pers
Welnu, wat vind ik er zelf van? De gedachte is sympathiek maar volgens mij is het Mediafonds Conflictgebieden onuitvoerbaar. Het grootste struikelblok? Wie bepaalt wie geld krijgt? In de kascommissie zitten als er overheidsgeld mee gemoeid is uiteraard ambtenaren. Die zijn misschien helemaal niet gecharmeerd van kritische oorlogsverhalen. We kennen de kinnesinne van collega's die elkaar het licht niet in de ogen gunnen, dus het is vragen om ruzie om er een journalist in te zetten. En afgevaardigden van verzekeringsmaatschappijen zullen risicovolle tochten om budgettaire redenen sneller afwijzen.
Ik heb een beter plan.
Laat iedere ‘embed’-verslaggever’ die onder de vleugels van Defensie naar bijvoorbeeld Uruzgan vertrekt de helft van het geld dat wordt uitgespaard op reiskosten, vertalers, fixers, eten en onderdak in een pot doet. Denk daarbij aan een bedrag van pakweg 3000,-- euro. Welnu, dat geld wordt uitgekeerd aan de ‘unembedded’-verslaggevers.
De voordelen zijn veelzijdig:
+ Je trekt een streep door de concurrentievervalsende embedtochten, want die zijn gratis.
+ De ‘embed’ betaalt voor zijn reis dus diens zelfrespect groeit.
+ De ‘unembed’ krijgt wat meer financiële armslag om zijn speurtochten te betalen.
Reacties zijn welkom
De foto is geschoten in Koerdistan. Daar kennen ze dat fonds al heel lang. Betaling is in natura, rijst, meel, bakolie. Ook een idee.
Nederland draagt grote verantwoordelijkheid voor de chemische aanvallen op Koerden en Iran in de jaren tachtig. Zo blijkt opnieuw uit een zaterdag op het internet verschenen geheim VN-rapport.
Het tot kort ‘top secret’ rapport van de Verenigde Naties over Irak’s gifgasprogramma wijst resoluut de beschuldigende vinger naar ons land. Bedrijven als Melchemie Holland bv uit Arnhem, KBS uit Terneuzen en de reeds tot 17 jaar celstraf veroordeelde zakenman Frans van Anraat worden met naam genoemd op een lijst met bankgaranties voor de aanschaf van grondstoffen voor ‘CW-programmes’ wat staat voor het chemische oorlogsvoeringsprogramma van Saddam Hoessein.
Bij het schrijven van mijn boek ‘De jacht op Frans van Anraat' had ik inzicht in het rapport zonder de mogelijkheid kopieën te maken. Prima dat het nu algemeen bekend is. Zo leverde KBS, in maart 1983, 500 ton Thiodiglycol, grondstof voor mosterdgas. Naar aanleiding van het ‘Iraq's Full, Final and Complete Disclosure’ stelde ik in boek vast dat ruwweg de helft van alle leveranties liep door Nederlandse handen.
Het gifgas werd ingezet tijdens de oorlog met Iran (1980-1988) en tegen de eigen Irakese bevolking. In het Koerdische stadje Halabja, Noord-Irak, stikten op 16 maart 1988 vijfduizend mensen in een mengsel van mosterd- en zenuwgassen. Het was de grootste aanval met gas in de geschiedenis en maakte deel uit van de Anfal-campagne die in 1987 en 1988 totaal zo’n 20.000 gifgasslachtoffers kende.
De Tweede Kamer kan met deze duidelijke Nederlandse inbreng niet om een enquête heen, meent Frank Slijper van comité ‘Campagne tegen Wapenhandel’. ’VVD-er Fred Teeven vindt een breed onderzoek naar de rol van het Nederlands bedrijfleven onnodig. Niet vreemd want zijn partijgenoot Frits Bolkestein gaf als staatsecretaris Economische Zaken toestemming voor leveringen van grondstoffen die ook gebruikt konden worden voor de productie van gifgas.’ Overigens vroeg Fred Teeven samen met Harry van Bommel en Krista van Velzen (beiden SP) in maart de Nederlandse regering wel de gifgasaanvallen op de Koerden te bestempelen als ‘genocide’, de ergste misdrijf in het internationaal recht. Kabinet Balkende weigerde want ze vindt dit een zaak voor de regering van Irak. Internationaal vestigt Frank Slijper zijn hoop op een initiatief van Nederlandse, Portugese en Duitse leden van het Europees parlement dat pleit voor erkenning van de genocide. Tot nu toe heeft alleen de Koerdische Regionale Regering deze stap gezet.
De Nederlandse onderzoeker Joost Hiltermann van de International Crisis Group waarschuwde mij in Halabja -waar we elkaar bij mijn laatste bezoek tegenkwamen- voor teveel optimisme. ‘Geen ander land of organisatie zet zich daar voor in. Het kost veel geld en tijd en is geen prioriteit. Terwijl het goed zou zijn als voorbeeld naar anderen.’ Zelf ziet hij de gifgasaanvallen als ‘een misdrijf tegen de menselijkheid’. Genocide lijkt hem niet haalbaar. ‘Probleem is dat je moet bewijzen dat het tegen de bevolking is ingezet met de bedoeling om ze allemaal uit te moorden, man, vrouw en kind.’ Toegeven zet de deur wagenwijd openen voor miljardenclaims van de slachtoffers waaronder ook tienduizenden uit Iran.
*Het artikel staat vandaag in De Pers Koerden-vergast-met-onze hulp.
*Het volledige rapport is hier te lezen.
*De foto heb ik van internet geplukt en is gemaakt in de buurt van Halabja in maart 1988.
Ontvoerde Nederlandse journalisten hoeven niet op hulp van de overheid te rekenen, althans op papier. Zo schreef ik gisteren in De Pers. Ik probeer daarmee een discussie los te weken om wat vragen beantwoord te krijgen waar ik gezien mijn reizen en avonturen ook mee worstel.
Afgelopen week kwam de Nederlandse freelance journaliste Joanie de Rijcke vrij na een week gijzeling door opstandelingen in Afghanistan. Ze is inmiddels in haar woonplaats Damme, België, teruggekeerd. Op de vraag of losgeld is betaald, bleef chef-redacteur Michaël Lescroart van het Vlaamse weekblad P-Magazine, waarvoor De Rijcke werkt, onduidelijk tegenover mij: ‘Daar antwoorden we niet op. Ontkennen doe ik het ook niet.’
Woordvoerder Buitenlandse Zaken Rob Dekker was zo mogelijk nog korter in zijn antwoord. ‘De Nederlandse regering onderhandelt niet met terroristen en betaalt geen losgeld. Het is standaardbeleid.’
Dus belde ik ook maar eens naar algemeen-secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten Thomas Bruning. ‘Ik snap zo’n verklaring van Buitenlandse Zaken maar de NVJ verwacht van de regering dat ze al het mogelijk doet om een ontvoerde Nederlandse journalist vrij te krijgen. Ook al zou dat het betalen van losgeld inhouden.’
Het dilemma kan zich snel voordoen. Ontvoering van mediamensen is bijzonder populair de laatste tijd. In Oost-Congo werd vorige week de Belg Thomas Scheen (43) meegenomen door Mai-mai-rebellen en een paar dagen later weer vrijgelaten. De Canadese Melissa Fung werd eergisteren na een maand door haar Afghaanse kidnappers vrijgelaten. Sinds 23 augustus is de Canadese met een Nederlands klinkende achternaam Amanda Lindhout in Somalië ontvoerd. Ze werd gekidnapt in de hoofdstad Mogadishu samen met een collega. Er wordt 2,5 miljoen dollar losgeld voor haar vrijlating geëist.
‘De ontvoeringen gelijke tred met het hoge aantallen omgekomen journalisten de laatste jaren,’ zei een bezorgde Bruning. Dat vooral freelancers, zoals de Nederlandse De Rijcke het slachtoffer zijn, is logisch volgens hem: ’Bij mensen in vaste dienst zijn hoofdredacties strenger bij het afwegen van risico’s. Freelancers hoeven niet te overleggen, doen vaak een stap meer en zijn daarom kwetsbaarder.’ Daar ben ik het niet helemaal mee eens, maar vooruit.
De NVJ pleit voor een waarborgfonds waaruit niet alleen nabestaanden, als kinderen, aanspraak kunnen maken mocht een journalist-kostwinner omkomen. Een plan waar minister Ronald Plassterk, onder andere belast met mediazaken, in zijn nieuwe beleidsnota wel oren naar heeft, wist Bruning mij te vertellen. ‘Met dit geld zouden ook preventieve veiligheidstraining kunnen worden gegeven. Zeg maar een toneelstukje om na te spelen wat je bij een ontvoering doormaakt.’ Zelf zal de NVJ nooit losgeld betalen. ‘Dan zijn we na één kidnap failliet.’
Ik vraag me af of Buitenlandse Zaken ooit losgeld voor mij zou betalen. Ik denk van niet. Sterker. Ik weet eigenlijk héél zeker van niet. Let wel: Ik zou het uiteraard willen, mocht er de keuze zijn tussen een koffertje dollars en mijn nek. Maar de regering zal fijntjes benadrukken dat ze niet onderhandelt met boeven. Waarna achter de coulissen de champagnekurken knallen: ‘Probleem Karskens opgelost en geld bespaard.’
Welnu dat winwin-feestje gun ik dit kabinet niet. Dus ik heb me voorgenomen me niet te laten ontvoeren.
Foto van 'journalistenworst' in een slagersvitrine in de stad Sulamaniya, Noord-Irak. Smaakt prima met champagne mocht u iets te vieren hebben.
Vandaag in De Pers een verhaal over de vervolging van christenen in Irak. Ze worden systematisch vermoord, ontvoerd voor geld en verjaagd. ‘Er bestaat geen moraal. Ze doden ons en denken er niet over na,’ zei de 23-jarige Alaa Neamat Roel tegen mij.
De aanslagen maken deel uit van een gecoördineerde terreuractie waarbij binnen een week twaalf christenen werden gedood in Mosul, de derde stad van Irak. Jalal Musahablahad (32), werknemer op een steenhouwerij, was één van hen. Hij stierf in de wijk Al Noor. Gekleed in een zwarte rouwjurk deed moeder Noma Fatho Noman (65) het woord tegen mij. Naast haar zaten echtgenote May Akram (31) en dochter Medea Jalal Musah (8) (zie foto). Ze vertelde hoe haar zoon thuis kwam en werd opgewacht door drie mannen die hem op de drempel doodschoten. ‘Hij riep zijn vrouw. Zij omhelsde hem. Hij keek haar aan en stierf.’ Het motief is duidelijk voor haar. ‘Omdat hij christen was. Niet alle vingers hebben dezelfde lengte en ook zijn alle mensen niet gelijk maar ze (de islamieten -red.) willen ons weg uit Mosul.’
Burgemeester Bassim Belo van de stad Telkaif zag sinds 2003 al 30.000 christelijke vluchtelingen binnenstromen uit steden zo ver als het zuidelijke Basra. Het einde van de ellende is niet in zicht, verzekerde hij. ´De Amerikanen bevrijdden Irak van Saddam Hoessein maar vergaten de christenen. Wie democratie brengt moet als eerste de mensenrechten van minderheden beschermen en dat zijn ze vergeten.´
Lees verder Christenjacht in Irak
Sorry trouwe lezers. Ik was twee weken incommunicado, want in Irak. Ik heb prachtige reportages gemaakt die u de komende weken kunt lezen in De Pers en kunt zien bij Netwerk. Een reportage bracht me naar Mosul, de derde stad van Irak en meteen de gevaarlijkste.
Voordeel van een onveilige stad is dat je met zo weinig bezoekers nooit hoeft de wachten bij de ruines van de Nineveh waar Assyrische schatten onder meters modder en zand liggen begraven. Een jongetje deed het hek open en ik kon de ‘Lamassu’, bewonderen.
Vandaag schrijf ik De pers over de Amerikaanse verkiezingen in Irak. Mijn stelling, en die van veel Irakezen, is dat de democratische kandidaat Barack Obama de oorlog in Irak doet opleven omdat hij de 140.000 Amerikaanse militairen versneld wilt terugtrekken.
Irakezen kiezen altijd uit eigen belang, nooit uit landsbelang, verzekerde een Koerd mij. En in Noord-Irak vormen de olievoorraden, geschat op eenderde van de totale voorraad van het land, de inzet. Wie welk olieveld mag claimen, staat nog lang niet vast en genoeg aanleiding voor een robbertje vechten. ’Als de plannen van Obama doorgaan en de Amerikanen inpakken dan kun je wachten op een nieuwe oorlog; die tussen soennieten en Koerden.’
Lees Met Obama ontploft de boel in Mosul
U hebt er vast over gehoord: De voorgenomen vredesonderhandeling met de Taliban. In een artikel voor De Pers vandaag waarschuw ik dat ze de positie van Nederlandse militairen in Uruzgan zal verergeren. Meer aanvallen en langer verblijf in Uruzgan, is mijn voorspelling.
Het eerste: met wie je moet onderhandelen? De Taliban in Uruzgan bestaat uit drie groepen, vertelde een lokale inwoner mij. Hij is nauw betrokken bij een lokale Talibanchef uit het dorp Surkh-Murghab en weet waar-ie het over heeft. Zestig procent van de Talibanstrijders in deze ‘Nederlandse provincie’ willen best deel uitmaken van de regering. ‘Alleen, de rest, veertig procent zijn strikte Talibans, die wraak willen voor verloren familieleden, en de Pakistaanse Talibs betaald door het buitenland die het beste zijn uitgerust.’ Zij zullen nooit onderhandelen zolang 70.000 buitenlandse militairen in Afghanistan verblijven, verzekert hij.
Het tweede: Vredesonderhandelingen maakt het voor de Nederlandse militairen op het slagveld niet gemakkelijker. Het moreel van de Taliban-vechters krijgt een enorme stuwing. Zij ruiken de overwinning. Ook zal de bevolking kiezen voor de uiteindelijke morele winnaar, in dit geval de Taliban. Het gevolg is dat de supporters van de Nederlanders een goed heenkomen zoeken en er nog minder levensreddende inlichtingen, over bijvoorbeeld bermmijnen uit het publiek komen.
Het derde: Nederlandse troepen ook na 2010 actief in Uruzgan blijven. Terugtrekking zal de positie van de Afghaanse president verzwakken denken in dat geval zowel de Amerikaanse als de Nederlandse regering.
Het moraal: De krijgsgeschiedenis leert vooral dat vredesonderhandelingen het opvoeren van de gevechten betekenen. Winst op het slagveld betaalt zich immers terug aan de conferentietafel. Zo vielen de meeste van de circa 4700 omgekomen Nederlandse militairen tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) pas na de akkoorden van Linggadjatie in maart 1947 en formele wapenstilstand van januari 1948. Hetzelfde horror scenario is ook mogelijk in Uruzgan.
De reacties: Defensie-woordvoerder Operatiën Robin Middel ziet in vredesgesprekken uitvoering van de Nederlandse drie D’s strategie, winnen door Defence, Development and Diplomacy. Inhoudelijk onthoudt hij zich van commentaar: ‘Het is aan de Afghanen om de discussie te voeren.’ Over groter gevaar voor de Nederlandse militairen: ‘Ik zie geen aanleiding om ons al zorgen te maken.’
Het grote geheim: Hans van Baalen, woordvoerder Defensie vertrekt als VVD lijsttrekker voor de Europese Verkiezingen naar Brussel. Zijn collega, oud minister van Defensie Henk Kamp, pakt zijn koffer voor de Antillen. Hij wordt commissaris voor de eilanden Bonaire, st. Eustatius en Saba. De overeenkomst? Alle twee zeiden dat Nederland zich moet terugtrekken uit Uruzgan, de een in 2008 en de ander in 2010. En dat gebeurt niet. Dus houden ze de eer aan zichzelf en laten de rotzooi aan ons.
Vandaag heibelt de Tweede Kamer over de slechte beveiliging van Nederlandse kazernes (prima onderzoeksjournalistiek van Alberto Stegeman overigens). Zonder problemen kun je F-16’s bekrassen en draden trekken uit een Chinook-helikopter. In gedachte zie ik al die duffe polderterroristen zichzelf voor hun kop slaan. Wat een gemiste kans! En over koppen gesproken: misschien rolt die van Minister Eimert van Middelkoop binnenkort, want dit is de zoveelste blunder op zijn conto.
Toch behandel ik liever een belangrijkere zaak, namelijk de vervolging van misdadigers uit de Tweede Wereldoorlog. Beter gezegd: Het stoppen daarvan. In de Pers van vorige week onthulde ik dat de grootste boeven in de vaderlandse geschiedenis door het pensioen Landelijke Officier van Justitie Oorlogsmisdrijven M.H.L. De Roos-Schoenmakers, per 1 augustus, niet langer actief worden vervolgd. En het bleef doodstil. Ook in het parlement.
Voor het verhaal belde links en recht. De Roos wist niks van opvolging. `Goeie vraag. Mijn vertrek heb ik doorgegeven aan de hoofdadvocaat-generaal van het ressortparket Arnhem.’ Deze laat weten via een secretaresse: ‘niemand houdt zich hier nog bezig met de vervolging van misdadigers uit de Tweede Wereldoorlog.’
Voor wie het niet wist. De functie Landelijke Officier van Justitie Oorlogsmisdrijven werd in 1979 ingesteld na publieke verontwaardiging omdat bijna 35 jaar na de oorlog nog 317 Nederlanders en enkele Duitsers gezocht werden voor misdaden variërend van hulpverlening aan de vijand tot moord.
Volgens de Friese Nazi-jager Jack Kooistra, die ik ook sprak, was vervolging een wassen neus. ‘De eerste landelijk officier L. de Beaufort was wel doortastend. Zijn opvolger P.M. Brilman heeft geen successen geboekt. En diens opvolger De Roos-Schoenmakers, daar is helemaal niets vanuit gegaan.’
Zelf achterhaalde Kooistra in de jaren negentig ondermeer de verblijfplaats van landverrader Jacob Luitjens in Canada. Kooistra verwijt de landelijke officieren gebrek aan daadkracht. ‘Wat we gemist hebben was een krachtfiguur die met de vuist op tafel sloeg. Schandalig als je weet wie ze lieten lopen.’ Maar hij toonde begrip voor hun beperkingen: ‘Ze zaten gevangen in een juridisch keurslijf. Om economische en politieke motieven is vervolging op een laag pitje gezet.’
In 1995 stonden door overlijden en verjaring nog 35 voortvluchtigen gesignaleerd. In 2001 was het aantal afgenomen tot 14 namen. Anno 2008 leven vier Nederlandse oorlogsmisdadigers in Duitsland. Een daarvan is oud Sicherheitspolizei-medewerker Klaas Carel Faber (geboren 1922), medepleger van executies en zware mishandeling op verzetsmensen en gijzelaars in Groningen en Drenthe. Vertrekkend officier De Roos-Schoenmakers: ‘Het is voor mij ongeloofwaardig dat hij nog veroordeeld kan worden. Hij is Duits onderdaan en mochten er nog getuigen opstaan zijn die zestig jaar na de feiten onbetrouwbaar geworden.’ Voor haar vertrek heeft ze een deel van de dossiers overgebracht naar het Nationaal Archief in Den Haag. ‘Op een gegeven moment moet je de zaak laten rusten. Ik zou mijn tijd ergens anders voor gebruiken.’
Voortvluchtige Herbertus Bikker(1915), die een verzetsman doodschoot, kreeg in 2005 te horen dat hij om gezondheidsredenen niet langer vervolgd kan worden. Nummer drie, Siert Bruins (1921), nam deel aan de moord op twee joodse broers en zat enige tijd vast in Duitsland en zal evenmin aan Nederland worden uitgeleverd om de rest van zijn levenslange celstraf uit te zitten. Nummer vier, oud SS-er Heinrich Boere (geboren 1921), staat komend voorjaar in Aken terechtstaat voor moord op drie mannen. Dit proces is aangezwengeld door Duitse onderzoekers.
In een reactie meldde een woordvoerster van het arrondissementsparket in Arnhem dat er wel degelijk naar vervanging wordt gezocht voor De Roos-Schoenmakers maar weet geen naam of tijdstip voor aanstelling en het kan dus nog wel een tijdje duren: ‘Misdadigers uit de Tweede wereldoorlog dossier vormen niet de meest actuele dossiers.’ Zou maar opschieten. De jongste is 86 jaar! Nog even het hoeft niet meer.
Foto: Klaas-Carel Faber door mij vorig jaar gefotografeerd op (nog) vrije voeten.
Deze week wordt bekend welke nieuwe onderscheiding de Nederlandse militair eert voor moed onder vijandelijk vuur. Veteranen, politiek en nabestaanden twisten over twee voorstellen, schreef ik in De Pers
Het krakeel begon met de ouders van korporaal Cor Strik. Zij willen voor hun op 20 september 2007 in Afghanistan gesneuvelde zoon een postume herinnering, zoals gebruikelijk in de Verenigde Staten. Minister van Defensie Eimert van Middelkoop nam de suggestie in overweging en direct ontstond een verhitte discussie binnen de 130.000 grote groep Nederlandse veteranen. Want, wie komt in aanmerking voor het eremetaal en wie niet?
Ik belde secretaris-penningmeester van de Vereniging Dragers Militaire Dapperheidonderscheidingen. Deze Wim Elgers spreekt van ‘een slecht idee van de minister’. Hij vindt een postume herinnering niet nodig want als militair kun je met militaire eer worden begraven op erebegraafplaats Loenen en word je ieder jaar herdacht. ‘Een grotere eer bestaat niet,’ zei-ie.
En passant wijst Elgers op praktische bezwaren. ‘Een nieuwe onderscheiding voor de gesneuvelden betekent ook dat je de 6.200 omgekomen militairen in Indonesië er een moet geven.’ Heeft hij helemaal gelijk in. Daarnaast, zeggen zijn medestanders, moet je ook een militair eren die zich heeft dood gedronken zoals in Cambodja is gebeurd. Of die zelfmoord hebben gepleegd, zoals het eerste dodelijke slachtoffer in Uruzgan? Ook daar zit wat in.
Een tweede voorstel, een insigne voor militairen betrokken bij gevechtshandelingen, geopperd door ex-Commandant der Strijdkrachten Dick Berlijn, wijst drager van de Bronzen Leeuw Wim Elgers ook af. Er bestaan al vier dapperheidonderscheidingen; de Bronzen Leeuw (al 1210 maal uitgereikt) , het Bronzen Kruis (3498 maal), het Kruis van Verdienste (2083 maal) en het Vliegerskruis (735 maal). ‘Genoeg keus, lijkt me. Nog een medaille erbij en je loopt erbij als een kerstboom.‘
Voorstanders van een nieuw gevechtsinsigne wijzen op de groeiende wens onder militairen om onderscheid. ‘Nu krijgt een officier met een kantoorbaan bij het Centraal Commando in Tampa, Florida, dezelfde ‘Herinneringsmedaille Vredesoperaties’ als een onderofficier die in Chora, Uruzgan, die voor zijn leven moest vechten, ’ zei een woordvoerder Defensie die vreemd genoeg niet met naam wilde worden genoemd maar wel de gevoelens vertolkt veel militairen. De hoogste gevechtsonderscheiding de Militaire Willems-Orde (zie illustratie) is sinds 1955 niet meer aan een individuele militair uitgereikt. En een ‘Draaginsigne’ heeft iedereen al.
Jan Schoeman, woordvoerder Veteraneninstituut in Doorn wijst op de praktische problemen van weer een medaille. ‘Het ziet er sympathiek uit maar het is organisatorisch onuitvoerbaar en je gaat mensen ermee kwetsen want je creëert rechtsongelijkheid. Het middel wordt zo erger dan de kwaal.’ Tweede Kamerlid Angelien Eijsink (PvdA) ten slotte, ook wel ‘moeder van de veteranen’ genoemd, durft geen partij te kiezen in deze discussie waar de emoties hoog oplopen. ‘Ik snap dat een medaille erg belangrijk is voor een familie van een omgekomen militair. Aan de andere kant moeten we ook niet over elkaar heen rollen voor een onderscheiding.’
Opnieuw valt mij een grote eer te beurt. Gisteren bij Pauw & Witteman hoorde ik officieel dat ik de Clara Meijer-Wichmann Penning 2008 krijg. Deze prestigieuze prijs, ingesteld door de Liga voor de Rechten van de Mens en J’accuse, wordt jaarlijks uitgereikt aan ‘een persoon of organisatie in Nederland die zich op onderscheidende wijze heeft ingezet voor de waarborging van mensenrechten,’ aldus het persbericht. Wat het allemaal nog fraaier maakt is dat dit jaar het 60-jarige bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens wordt gevierd.
Vooral mijn Afghanistan-verslaggeving beviel de jury erg goed. Een citaat: ‘Vanuit de internationaal geaccepteerde mensenrechten en het humanitaire oorlogsrecht zijn aanvallen op burgers in oorlog onaanvaardbaar. De aandacht die Karskens heeft gevraagd en gekregen voor de Afghaanse burgerslachtoffers is essentieel voor de erkenning van hun mensenrechten. Hij heeft een onmisbare bijdrage geleverd aan human rights reporting in Nederland. Hij mag een voorbeeld worden genoemd voor de huidige en toekomstige generatie (oorlogs) journalisten.’
Maar zelf weet ik dat het onderzoek naar de schietincidenten in Irak en mijn werk om via de stichting OnderzoekOorlogsmisdaden lieden als oud SIPO-medewerker Klaas-Carel Faber en gifgassmokkelaar Frans van Anraat achter slot en grendel te krijgen ook indruk heeft gemaakt.
De penning ontvang ik op 10 december. Advocaat en Professor Internationaal Recht Liesbeth Zegveld houdt dan de Clara Meijer-Wichmann lezing. Zij zal ingaan op de positie van burgerslachtoffer in het internationale oorlogsrecht en de verantwoordelijkheid van de Nederlandse staat..
Voor de blog van P&W schreef ik dit stukje:
De uitzending begon voor mij wat rommelig. Voor aanvang hoorde ik van een technicus dat het ‘nog wel een kwartiertje’ zou duren dus begon ik een wandeling door het 19e eeuwse gebouw aan de Plantage Middenlaan. Tot ik verweg in de gang geroep hoorde dat de vooraankondiging was gestart. Blozend van schaamte schoof ik voor een draaiende camera aan tafel; Een journalist kan alles maken maar niet de deadline missen.
Ik was het laatste onderwerp wat je concentratie op de andere gesprekken, de kredietcrisis en China na de Spelen, vermindert. In je achterhoofd beantwoord je namelijk de vragen die je denkt te krijgen.
Voordeel is dat je niet meegaat in de teneur van de tafel. Tafelgasten Tweede Kamerlid voor de SP Ewout Irrgang en presentator Hans Goedkoop spraken somber over de kredietcrisis. Doemdenken, vond ik. Niemand in Nederland heeft er nog geen stuk brood minder om gegeten. Ik lanceerde de complotgedachte dat de crash een opgezet doel is van kapitaalkrachtigen die vorig jaar zomer hun aandelenpakket hebben verkocht, geruchten de wereld in slingerden om binnenkort dezelfde aandelen voor een prikkie terug te kopen.
Ook de kritiek van correspondente en oud-tafeltenniskampioene Betinne Vriesekoop dat er wel erg veel Chinese vrouwen deel uitmaken van het nationaal pingpongteam was niet aan mij besteed. Ik vind hun aanwezigheid namelijk een soort ontwikkelingshulp aan Nederland om het niveau op te krikken.
Vervolgens mocht ik horen dat de Clara Meijer-Wichmann Penning 2008 aan mij is toegekend. ‘Eindelijk dacht ik. En weg waren de snedige opmerkingen die ik dat uur had opgehoopt. Deze bijvoorbeeld: dat de Nederlandse mensenrechtenpolitiek een van ‘licht op straat en donker binnen’ is. Wat ik wel kwijt kon was mijn kritiek op de embedded-journalistiek . Maar ik had me voorgenomen een verwijzing te maken naar de financiële journalistiek. Daar zitten media ook vaak op schoot. Vergeten! Blij was ik met het fragment over de voortvluchtige oorlogsmisdadiger Klaas-Carel Faber. Maar foetsie de opmerking dat welgeteld één parlementslid opheldering vroeg naar aanleiding van een Open Brief van nabestaanden die smeekten om vervolging.
P&W is soms net De Show van de Gemiste Kansen.
Voor het fragment van P&W en de aankondiging in de Pers verwijs ik naar prijs
Zij is mijn favoriet, Corry Hancké van De Standaard. Een fraaier voorbeeld van dienstenjournalistiek bestaat niet. Met haar tocht naar Zuid-Afghanistan (zie blog 27juni) joeg ze me al op de kast. Afgelopen vrijdag zat ik op het dak!
Cory had namelijk een interview met NAVO-secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer ‘We moeten beter ons best doen in Afghanistan’. Het gesprek versloeg met straatlengtes haar vorige meesterwerken. Haar geheim? Niet moeilijk doen van: zal ik er voor de vorm een kritische vraag tussengooien? Nee, hangend aan de lippen van onze secretaris-generaal fungeerde ze als prima bella van gestuurd nieuws over de oorlog in Afghanistan. (Voor de leek: Gestuurd nieuws is het volgende: Je wil iets gedaan krijgen. Je weet dat een perscommuniqué door niemand serieus wordt genomen dus gebruik je een journalist om je boodschap te verspreiden.)
Een extract:
Corry (kucht. Is wat zenuwachtig. Jaap is ook niet de eerste de beste maar ze voelt haarscherp zijn verlangens aan dus ze vraagt): Moet Isaf meer troepen sturen?
Jaap (knikt, kijkt bijzonder serieus maar denkt intussen: zalig zijn de onnozelen ): Mijn antwoord is ja. Niet alleen de Amerikanen maar ook de Europese bondgenoten moeten dat doen. De Navo heeft nog steeds niet voldaan aan wat onze militaire adviseurs zeggen dat we nodig hebben. Ik doe dus een oproep aan de Europese bondgenoten, niet alleen aan de Amerikanen.
Corry (knikt nu ook. Ze begrijpt de grote-mensenpolitiek, wil ze daar mee zeggen. Daarnaast is ze een goed patriot. Ze gaat die man echt niet tegenspreken. Ze wil hem juist helpen. Daarnaast, die volgende gratis trip naar Uruzgan –sprookje van duizend-en-één mannen- moet ze niet in gevaar brengen. Dus ze vraagt): Verwacht u of hoopt u dat België meer zal bijdragen?
Jaap (pakt een pot stroop en begint naar hartenlust te smeren): België heeft een heel belangrijke, kwalitatieve sprong gemaakt. Minister De Crem heeft een zeer goede beslissing genomen en die door het parlement geloodst. Ik kijk dus niet in eerste instantie naar België voor een extra bijdrage. België heeft zijn F-16's in Kandahar en zijn verantwoordelijkheden in Kabul. Ik doe wel een beroep op alle bondgenoten, inclusief België, om ervoor te zorgen dat we kunnen voldoen aan de vragen die de militaire adviseurs hebben. We zitten nog steeds onder the combined state of requirement.
Corry (begrijpt de laatste woorden niet helemaal maar laat zich niet kennen. Ook al mag ze het niet schrijven, weet ze dat de Navo er beroerd voorstaat. Ze wil helpen. Dus vraagt ze): Hoe groot is het tekort?
Jaap (nu met een zuinige mond): Er is een tekort, maar ik ga daar niet over uitweiden omdat andere mensen meeluisteren. Maar we hebben van alles te weinig, we hebben vooral een chronisch tekort aan helikopters en C-130 transportvliegtuigen.
Corry (krijgt een por van de persvoorlichter en stelt de vraag die ze moest stellen om Jaap überhaupt te mogen spreken en denkt in haar achterhoofd dat eigen transport ook in haar voordeel is): Onze C-130's zouden kunnen worden ingezet?
Jaap (blij want nu mag hij scoren): Er zijn Belgische C-130 in Afghanistan geweest en misschien zijn er nu nog één of twee. Ik doe een beroep op alle bondgenoten om te leveren waar er tekorten zijn. Ik ga nu geen specifieke vragen aan België stellen, maar er is een tekort aan C-130's of C-130 equivalenten.
(Niet hoorbaar voor de krantenlezer maar in de coulissen stijgt een waarderend applaus op. Het was een puike uitvoering door twee topacteurs. Corry wordt naar de uitgang gesneld waar in haar oren wordt gefluisterd dat ze van harte welkom is bij een volgende trip naar Afghanistan. Buiten maakt ze een vreugdesprong. Binnen wrijft Jaap zich verlekkerd in de handen.)
PS Dat de Vlaamse journalistiek ook nog iets inhoudelijks heeft, bewijst mijn bezoek aan Antwerpen. Was het ook daar niet met alle sprekers eens maar er bestond wel de nodige (zelf)kritiek die bij Corry ontbreekt. Lees verder hier
Onze immer enthousiaste minister van Defensie Eimert van Middelkoop heeft de Kamervragen beantwoord, gesteld door Harry van Bommel(SP), over de mishandeling van gevangenen in Uruzgan zoals door mij beschreven in De Pers op 9 september ‘Mishandeld onder Nederlands gezag.’
Harry vraagt:
Is het waar dat door de Onafhankelijke Afghaanse Mensenrechtencommissie AIHRC is gemeld dat mishandeling van gevangenen door buitenlandse troepen veelvuldig voorkomt in Uruzgan? Indien ja, wat gaat u hiertegen ondernemen? Indien neen, bent u bereid dit bericht te laten onderzoeken?
De Minister antwoordt:
‘De Onafhankelijke Afghaanse Mensenrechtencommissie AIHRC heeft te kennen gegeven zich niet te herkennen in de weergave van het gesprek met de twee medewerkers in Tarin Kowt en zal de journalist hierop aanspreken. De beschuldigingen aan het adres van buitenlandse troepen in het desbetreffende artikel zijn niet onderschreven door de twee AIHRC-medewerkers.’
Mijn opmerking:
Vreemd. Want de uitlatingen van de twee medewerkers heb ik op videoband staan. Ze lazen ze voor uit hun eigen verslagen. Een vertelt kijkend in de camera dat alle gevangenen door buitenlandse militairen worden mishandeld. Ik heb de zaak nogmaals laten controleren door het regionale kantoor in Kandahar en die noemen het aantal van zes.
Wie jokt er nu: de minister? Of jokt het hoofdkantoor in Kabul van de AIHRC? De medewerkers wonen en werken in Tarin Kowt en hebben de gevangenen gesproken. Waarom zouden die niet de waarheid spreken?
Harry vraagt ook over een andere mishandeling door mij beschreven:
Klopt de weergave van de behandeling van Din Mohammed door een (Nederlandse) militair? Wat is uw oordeel over die behandeling?
De minister antwoordt:
‘Op 4 april 2008 onderzochten ISAF-militairen een huis, waarbij onder andere munitie, machinegeweren, onderdelen voor improvised explosive devices (IEDs), geld en drugs werden gevonden. Het huis was eigendom van de broer van Din Mohammed. Din Mohammed was tijdens de huiszoeking aanwezig, maar zag kans met een aantal anderen weg te komen. Daarbij bedreigde Din Mohammed de militairen die hem achtervolgden met een handgranaat en een geweer, waarop hij werd overmeesterd. Gelet op de omstandigheden is bij deze aanhouding geen bovenmatig geweld gebruikt. Voor de verwondingen die hij bij zijn aanhouding opliep, is hem direct ter plaatse en later in het role 2 hospitaal op Kamp Holland medische hulp verleend. De weergave van de feiten door Din Mohammed, waaronder de opmerking dat een voet op zijn hoofd zou zijn gezet, wordt niet ondersteund. Bij zijn aankomst in en zijn vertrek uit de tijdelijke detentiefaciliteit van de TFU zijn foto’s gemaakt van Din Mohammed, waarop de in het artikel genoemde verwondingen niet waarneembaar zijn. Ook in de medische rapportages komen dergelijke verwondingen niet voor.’
Mijn opmerking:
Ik heb Din Mohammed gesproken. Hij vertelde niet alleen dat hij op de grond een voet op zijn hoofd was gezet maar toonde ook de wonden aan bovenlijf en been. Hij was namelijk neergeschoten! Wederom heb ik daar videobeelden van. Waarom vermeldt Van Middelkoop dat niet? En spreekt hij van ‘geen bovenmatig geweld’.
Harry doe je werk als volksvertegenwoordiger! Eis dat de onderste steen bovenkomt! Eis dat de banden integraal worden bekeken door een onderzoekscommissie! De zweem dat onze fijne minister Van Middelkoop opnieuw de plank misslaat zou in niemands voordeel zijn.
Nog even dit:
Wist u dat onze minister van Oorlog gesteund wordt door een heuse propagandist. Hij runt de Uruzgan Weblog. Ik weet niets van zijn achtergronden want hij is anoniem. Wel becommentarieert hij mijn artikelen opvallend vaak. Dit keer schrijft hij:
‘De SP lijkt zich bij het stellen van Kamervragen op sleeptouw te hebben laten genomen door journalist Arnold Karskens. Deze heeft twee versies van dit relaas gepubliceerd. In de eerste versie leek hij er geen weet van te hebben dat de Australische Special Forces in Uruzgan niet onder Nederlands bevel vallen. In de tweede versie is dat veranderd. Nu doet zich weer een nieuwe situatie voor: Karskens baseert zijn bewering op uitlatingen van twee lokale medewerkers van de AIHRC; het ministerie zegt dat de AIHRC zich niet herkent in de weergave van dat gesprek met Karskens en hem hierop zal aanspreken. Ook foto's die Arnold Karskens bij zijn artikelen heeft geplaatst zouden niet kloppen.'
Mijn opmerkingen:
*Over de zaak van de hondenbeten heb ik eenmaal gepubliceerd namelijk in De Pers. Dus er is geen sprake van twee versies. Wel van twee verschillende interviews waar maanden tussen zaten. Een artikel ging over een verdachte die was gebeten (De pers: 9 september 2008) en een ander artikel waarin sprake was van de man die was neergeschoten en een voet op zijn hoofd kreeg(De Pers: 21 april 2008).
*De twee lokale medewerkers zijn in dienst van de AIHRC en werden mij zelfs aanbevolen door het regionale hoofdkantoor van AIHRC in Kandahar.
*Een ronduit lafhartige opmerking van deze ‘webmaster’ (of moet ik schrijven ‘webslave’) is dat de foto’s niet deugen. Bewijs dat eens weinig moedige man! En maak je bekend!
De foto is van een junkie in down town Tarin Kowt. (Nee, niet van een vermomde webmaster of minister, dat zijn nette mensen en komen daar niet.)
Het is weer hommeles in Uruzgan. Nederlandse verkenners rollen door het zand met hun superieuren en leidinggevenden van de gevechtseenheden klagen over het materieel. Vandaag schrijf ik erover in De Pers.
Ik verwijs naar Sun Tzu, een Chinese militaire strateeg die al 25 eeuwen geleden waarschuwde voor de Nederlandse malaise. In die tijd was bekend dat als vechters een opdracht weigeren zij geen vertrouwen in hun superieuren hebben. Deze oude zienswijze beaamt voorzitter Wim van den Burg van de militaire vakbond AFMP: “De 24 verkenners vonden dat ze te weinig tijd hadden bij de voorbereiding voor een missie buiten de poort. De verkenners hebben meerdere uitzendingen achter de rug en zijn gewend aan hoge spanning. Er is iets fundamenteels mis als wrijving bestaat met het kader.”
Kritiek spuien ook commandanten van de Battlegroup in een brandbrief naar hun vakbond VBM/NOV. Daarin klagen ze over te weinig pantserwagens en wat er rijdt, gebukt gaat onder zo’n grote slijtage dat het ‘Nederlandse levens in gevaar kan brengen’.
De kritieken leggen bloot dat na twee jaar ‘Missie Uruzgan’ de Nederlandse militairen er beroerder voorstaan dan bij het begin van de missie in augustus 2006. Het aantal Talibanstrijders is de laatste twee jaar verdubbeld tot circa 4.000 die tachtig procent van het oppervlakte controleren.
Vrienden, essentieel voor levensbeschermende inlichtingen, zijn de laatste twee jaar nauwelijks gemaakt. Het doodschieten, twee weken geleden, van districtchef Rozi Khan door Australische troepen, waarmee de Nederlanders nauw samenwerken, voedde het wantrouwen bij de bevolking. Als politiechef speelde Rozi Khan in juni vorig jaar een cruciale rol bij de verdediging van het district Chora tegen oprukkende Talibanstrijders. Veel inwoners zien in zijn dood een bevestiging van een geheime deal waarin geld en wapens worden geleverd aan de Taliban met het oogmerk de buitenlandse aanwezigheid in hun land te legitimeren. “De meeste ambtenaren en het publiek zeggen dat de veiligheid door zijn dood zal verslechteren,” meldde een lokale ontwikkelingswerker in Tarin Kowt mij. Het zenuwslopend zoeken naar van het grootste gevaar, de bermbommen, is een taak die de Nederlanders na twee jaar iedere dag met gevaar voor eigen gevaar moeten ondernemen. Lokale hulp is er nauwelijks. Terwijl de vijand meer dan ooit bescherming vindt onder de burgers. Om met de Chinese Sun-Tzu te spreken in ‘De kunst van het oorlogsvoeren’: ‘Hij die noch de vijand noch zichzelf kent zal in ieder gevecht gevaar lopen.’
Op de foto staat Rozi Khan die ik sprak bij mijn laatste bezoek aan Uruzgan. Hij prees toen de buitenlandse troepen uitdrukkelijk.
Heugelijk nieuws. In Leiden ontving ik de prestigieuze prijs ‘Journalist voor de Vrede 2008’. Wie had dat ooit kunnen denken: Een vredesprijs voor een oorlogsverslaggever! De wonderen zijn de wereld niet uit, moet u maar denken.
De koperen duif met oorkonde werd uitgereikt door collega en winnaar van vorig jaar Koert Lindijer. Hij las een prachtig juryrapport voor waarin mijn ‘onafhankelijke, objectieve en kritische berichtgeving’ werd geprezen wat, aldus de organisatie Humanistisch Vredesberaad, bijdraagt ‘tot een cultuur van vrede en rechtvaardigheid’. Ik glom als een kristallen kroonluchter want wie wil niet dat zoiets over hem of haar wordt gezegd.
Een andere fraaie zin wil ik u ook niet onthouden. ‘Als een van de weinigen herinnert hij ons er consequent aan dat in een oorlogsgebied elke om het leven gebrachte inwoner van dat gebied niet minder tragisch is dan een gesneuvelde Nederlander of Amerikaan.’
Precies uit het hart gegrepen want zo denk ik er echt over.
De vredesprijs ook wel de ‘Han Achttienribbeprijs voor vredesjournalistiek’ genoemd werd eerder gewonnen door Stan van Houcke (2003), Anja Meulenbelt (2004), Mohammed Benzakour (2005) en Ramsey Nasr (2006).
U begrijpt, de prijsuitreiking liep uit op een waar volksfeest. Felicitaties en schouderklopjes waren mijn deel. Namens De Pers was uitgever Ben Rogmans en echtgenote Suzette aanwezig. Mijn dochter Ethel nam de foto. Kortom een geslaagde middag.
In de reeks ‘leuke ontmoetingen’ stel ik u voor aan Frits Wester, parlementair verslaggever bij RTLNieuws. Frits behoort tot de absolute Nederlandse Journalistieke Top met veel scoops en een eigen visie op de Haagse politiek. Gisteren zaten we in het programma ‘De leugen regeert’ als ‘mediaraad’. Dat is een tweekoppig college van bemoeiallen die kritiek spuien op collega’s zonder zelf op de korrel te worden genomen. En ik zal u eerlijk zeggen, dat is ook wel eens leuk op zijn tijd. Frits en ik waren dan ook goed op dreef.
We kwekten over censuur ‘bestaat, bestond en zal altijd bestaan’; Bolivia, waar ze volgens een gast geen indiaan als president hebben,‘Morales ziet eruit als een Indiaan en vindt zich een indiaan’ en over Artsen Zonder Grenzen die weinig directe overheidssteun krijgt en dus een niet-gouvermentele organisatie is, 'check en check’.
U kunt het hier terugzien.
Frits en ik liggen elkaar wel. Zelfs na een verhit debat over wel of geen censuur bij RTLNieuws na de bombardementen op het dorp Qala-e-Ragh juni vorig in Urzugan, kijken wel elkaar weer aardig en respectvol in de ogen. Buiten beeld spraken we over onze kinderen, dat verslaggeving zoals wij dat beoefenen (dus ongebonden aan embargo’s en andere overheidsrestricties) veel leuker is dan een hoofdredacteurschap en genoten van de complimenten van presentator (en gelegenheidsfotograaf) Felix Meurders en de hele redactie die ons dit seizoen weer graag terugzien.
Vandaag geen inspiratie dus wijs ik u gemakshalve door naar wat leuke filmpjes van mij uit Uruzgan:
Twee van de site van het praatprogramma Pauw & Witteman over een
opiumjunk
en
psychiatrische patiënten
Plus de uitzending van 9 september met drie ‘instarts’ van mij van P&W
En de fraaie column uit "De Leugen Regeert van Francisco van Jole over
de schone oorlog in Uruzgan
Foto van opiumjunk in Tarin Kowt. Lopen er honderden van rond.
Vandaag, zeven jaar na 9/11 schrijf ik in De Pers over de heimwee naar de talibantijd tussen 1996 en 2001. De Amerikaanse invasie ‘Enduring Freedom’ verdreef de gastheren van Osama Bin Laden uit de steden. Bij mijn bezoek constateerde ik dat toenemende onveiligheid, corruptie, een tandloze regering en wild militair optreden van buitenlandse troepen veel Afghanen weer doen verlangen naar die Goede Oude Tijd. Zo ook bij een jonge chirurg uit Kandahar. “Mijn vier kinderen gaan al twee jaar niet meer naar school. Mijn vrouw en ik geven ze thuis les. We zijn bang dat ze op straat worden ontvoerd.” Volgens de dokter werkzaam bij het lokale ziekenhuis stuurt de helft van de beter gesitueerden, zoals artsen, ingenieurs, zakenmensen en hogere ambtenaren in het zuiden, hun kroost niet naar een onderwijsinstelling uit vrees voor kidnapping door criminelen. “De regering van Hamid Karzai kan ons niet beschermen. Als ik de bus neem naar Kabul en we worden aangehouden en ze horen dat ik arts ben schieten ze me meteen dood. De daders? Ze zeggen dat het Talibs zijn maar niemand weet het zeker. Het zijn tegenstanders van de regering, tegenstanders van de mensheid of gewone boeven. Mijn student-collega reisde twee dagen geleden van Kabul naar Kandahar. Hij telde tien doden langs de weg.”
Bij vlagen verlangt de arts terug naar de talibanregering.“Je had geen televisie en geen muziek, Maar je dacht niet aan ontvoering. Dieven werd de rechterhand en linkervoet afgehakt, moordenaars hier op het plein opgehangen. Alleen die aanpak werkt in Afghanistan.” Voordat de rust terugkeert in Afghanistan wachten vijf tot tien jaren van anarchie. Tegen die tijd zijn z’n kinderen volwassen zonder schoolopleiding,“ voorspelt de arts.
Veel inwoners van Kandahar, de tweede stad van Afghanistan en ooit de religieuze hoofdstad van de taliban, kennen inmiddels de twee zijdes van de medaille. Na de Amerikaanse aanval galmt er weer muziek in de bazar. De minder prettige keerzijde is de toegenomen criminaliteit en de oorlogsellende. Een constructiewerkgever die zich uit angst uitsluitend per auto verplaatst, legt de schuld bij de buitenlandse militairen, waarvan er inmiddels bijna 70.000 in het land zijn gelegerd. “Ze brengen geen veiligheid of opbouw.” Ook de regering in Kabul doet niks: “Na zeven jaar hebben we nog steeds alleen enkele uren per dag elektriciteit. Wat is gebeurd met al die miljarden dollars hulp?” Door de werkloosheid en de gestegen voedselprijzen kiezen veel armen voor de Taliban want die betalen geld als je voor ze vecht. Zelf zou hij nooit een talib willen zijn, maar het begrip groeit. “Een vriend van mij in een dorp kreeg bezoek van de taliban. Hij vroeg waarom ze vochten. Een talib antwoordde: ‘Als een bewoner van een ander dorp bij jou de deur intrapt, dan verzet je je toch ook? “
Kandahar is anno 2008 een belegerde burcht. De uitvalswegen zijn in handen van de Talibs en door de bevrijding van duizend gevangenen medio juni uit de lokale bajes tonen de jihadstrijders met de zwarte tulband ook binnen de muren hun macht. Lang niet iedereen treurt daarom. In de talibantijd kostte een bruid 500 dollar, zo’n 350 euro. Als een vader meer vroeg voor zijn dochter, kreeg ie straf. In de huidige vrije economie is de prijs tot 55.000 euro. Weinig jongens kunnen zich dat veroorloven en blijven ongewenst ongetrouwd. Veel jonge vrijgezellen zien de terugkomst van de taliban alleen al daarom wel zitten.
PS Als foto nu maar een eens lekkere boy: Sylvester Stallone bezoekt Afghanistan in de film Rambo 3.( Krijg ik geen verder gezeur over seksistische voorkeur.)
Dit woord kent u niet. Klopt! Het is brandnieuw. Wat ‘Politica Embedica’ betekent, valt te raden. Ditmaal geen ingesnoerde journalist maar een vastgelijnde vrouwelijke politicus op bezoek bij ‘onze’ mannen en vrouwen in het woeste zuiden van Afghanistan. Ik bedacht het woord toen ik de website van Groen Links Tweede Kamerlid Femke Halsema las. Vorige week was ze op bezoek in Uruzgan en pende haar ervaringen op. Die speelden zich vooral af binnen de dikke muren van bastion Kamp Holland en achter duimdik plaatijzer van een Bushmaster. Je ziet dan geen flikker maar toch schrijft ze: ‘Onmiskenbaar is de situatie in Uruzgan zelf iets beter geworden.’ Vreemd want ik was er in dezelfde periode en sprak met veel plaatselijke bewoners. Die zeiden juist dat het veel onveiliger was geworden.
Terug naar de website van Femke. Daarin schrijft ze verder: ‘Na twee bezoeken ben ik ervan overtuigd dat de Nederlandse militairen trouw, zorgvuldig en met zo min mogelijk geweld uitvoering geven aan hun opdracht.’ Nou Femke, had dat nou eens gezegd in het gezicht van de inwoners van het dorp Khala-e-Ragh dat juni vorig jaar werd bestookt vanaf datzelfde Kamp Holland met een pantserhouwitser. Ruim 70 doden volgens een parlementslid uit dat zelfde dorp. Of had wat navraag gedaan bij de nabestaanden van de honderd slachtoffers of zo in het district Deh Rawod die in september vorig jaar vielen. Weet uit gesprekken dat die mensen anders tegen de formulering ‘zorgvuldig’ aankijken.
Ik noem die bombardementen omdat de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch eergisteren een rapport publiceerde waarin wordt gesteld dat het aantal burgerdoden in Afghanistan als gevolg van luchtaanvallen van zowel de VS als de Navo in 2007 bijna is verdriedubbeld tot 321. Zelf twijfel ik of het aantal klopt. Uit cijfers die lokale artsen mij hebben bezorgd, zijn er vorig jaar in Uruzgan alleen al zo’n 200 burgerdoden gevallen bij bombardementen door vliegtuigen en artillerie.
Boos ben ik op Femke als ik hoor hoe koel ze reageert over de mishandeling van een arrestant door een hond waarvan de overtuigende bewijzen in De Pers en gisteren ook bij de uitzending van Pauw & Witteman werden getoond. Over deze zaak noch over de bestaande waslijst van mishandeling van arrestanten in Uruzgan wil Femke een Kamervraag stellen. Ze gelooft de minister op zijn blauwe ogen dat het allemaal ‘eigen schuld-dikke bult’ is van die weerbarstige Afghanen als ze zich bezeren bij arrestatie.
Gemiste kans voor Femke, moeten we maar denken.
Nog dit. Ik word wild gebeld door allemaal mensen die willen weten wat ik van de twee uitzendingen vond van P&W uit Uruzgan. Wel nu. De eerste uitzending vond ik te eenzijdig. Als generaal Peter van Uhm over zijn gesneuvelde zoon mag praten dan had daar ook best een Afghaanse vader bij gemogen die vertelt wat er door hem heen ging toen zijn kind door Nederlands vuur werd omgebracht. De tweede uitzending vond ik goed. Maar vooral dankzij de twee interviewers. Het was helemaal uitmuntend geweest als ik ook aan tafel had gezeten. Had ik wat uitspraken van onze Minister en onze Femke kunnen rechtzetten.
Gemiste kans voor mij, moeten we maar denken.
De foto heb ik gepikt van haar website. In eerste instantie had ik een poster geplaatst van haar die hing ergens op Kamp Holland. Maar deze dekt beter het verhaal: Wel kritiek op het Amerikaanse optreden in Afghanistan en de behandeling van gevangenen in Guantanamo bay (geheel terecht), maar stil over Nederlandse excessen (geheel ten onrechte). Met dank aan Dutchmarbel.
Pagina 13 van 18
op Twitter: @arnoldkarskens
op Facebook
Steun de stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden
Nodig Arnold uit voor Spreekbeurt of Masterclass
2020. Voor verraders zou geen plaats zijn...(ism Cees van Hoore). Het ontluisterende verhaal over de vervolging van WO2-misdadigers in Nederland tussen 1945 en 2020. Bestel
2019. Alle pijn van de wereld. Een roman over oorlogsverslaggeving die de kern én de gevolgen van een goddelijke gekte blootlegt. Bestel
2020/2019/2018/2017. Een opzienbarende verzameling van fouten, halve waarheden en hele misleidingen door de NOS. Gratis te lezen op de weblog.
2018. Operatie laat niets in leven. (ism Henk Willem Smits) Het bizarre leven van Guus Kouwenhoven, Nederlands grootste oorlogsmisdadiger van de laatste decennia. Bestel
2018: Nepnieuws explosie. Desinformatie in de Nederlandse media (bijdrage). Bestel
2016. Help, er staat een terrorist in mijn keuken - tips en overlevingslessen bij een terreuraanslag thuis, op het werk of op het terras. Bestel
2009. Het verhaal van Nederlanders die vochten onder vreemde vlag.
2002. Een overlevingshandboek voor journalisten, hulpverleners en avonturiers.
2001. Pleisters op de ogen, pleister op de mond. De geschiedenis van de Nederlandse oorlogsverslaggeving van Heiligerlee tot Kosovo.
1995. Autobiografische verhalen uit de oorlog.
Voor de volledige lijst zie KB.nl of Klik hier voor meer info over deze boeken