Deze week wordt bekend welke nieuwe onderscheiding de Nederlandse militair eert voor moed onder vijandelijk vuur. Veteranen, politiek en nabestaanden twisten over twee voorstellen, schreef ik in
De PersHet krakeel begon met de ouders van korporaal Cor Strik. Zij willen voor hun op 20 september 2007 in Afghanistan gesneuvelde zoon een postume herinnering, zoals gebruikelijk in de Verenigde Staten. Minister van Defensie Eimert van Middelkoop nam de suggestie in overweging en direct ontstond een verhitte discussie binnen de 130.000 grote groep Nederlandse veteranen. Want, wie komt in aanmerking voor het eremetaal en wie niet?
Ik belde secretaris-penningmeester van de Vereniging Dragers Militaire Dapperheidonderscheidingen. Deze Wim Elgers spreekt van ‘een slecht idee van de minister’. Hij vindt een postume herinnering niet nodig want als militair kun je met militaire eer worden begraven op erebegraafplaats Loenen en word je ieder jaar herdacht. ‘Een grotere eer bestaat niet,’ zei-ie.
En passant wijst Elgers op praktische bezwaren. ‘Een nieuwe onderscheiding voor de gesneuvelden betekent ook dat je de 6.200 omgekomen militairen in Indonesië er een moet geven.’ Heeft hij helemaal gelijk in. Daarnaast, zeggen zijn medestanders, moet je ook een militair eren die zich heeft dood gedronken zoals in Cambodja is gebeurd. Of die zelfmoord hebben gepleegd, zoals het eerste dodelijke slachtoffer in Uruzgan? Ook daar zit wat in.
Een tweede voorstel, een insigne voor militairen betrokken bij gevechtshandelingen, geopperd door ex-Commandant der Strijdkrachten Dick Berlijn, wijst drager van de Bronzen Leeuw Wim Elgers ook af. Er bestaan al vier dapperheidonderscheidingen; de Bronzen Leeuw (al 1210 maal uitgereikt) , het Bronzen Kruis (3498 maal), het Kruis van Verdienste (2083 maal) en het Vliegerskruis (735 maal). ‘Genoeg keus, lijkt me. Nog een medaille erbij en je loopt erbij als een kerstboom.‘
Voorstanders van een nieuw gevechtsinsigne wijzen op de groeiende wens onder militairen om onderscheid. ‘Nu krijgt een officier met een kantoorbaan bij het Centraal Commando in Tampa, Florida, dezelfde ‘Herinneringsmedaille Vredesoperaties’ als een onderofficier die in Chora, Uruzgan, die voor zijn leven moest vechten, ’ zei een woordvoerder Defensie die vreemd genoeg niet met naam wilde worden genoemd maar wel de gevoelens vertolkt veel militairen. De hoogste gevechtsonderscheiding de Militaire Willems-Orde (zie illustratie) is sinds 1955 niet meer aan een individuele militair uitgereikt. En een ‘Draaginsigne’ heeft iedereen al.
Jan Schoeman, woordvoerder Veteraneninstituut in Doorn wijst op de praktische problemen van weer een medaille. ‘Het ziet er sympathiek uit maar het is organisatorisch onuitvoerbaar en je gaat mensen ermee kwetsen want je creëert rechtsongelijkheid. Het middel wordt zo erger dan de kwaal.’ Tweede Kamerlid Angelien Eijsink (PvdA) ten slotte, ook wel ‘moeder van de veteranen’ genoemd, durft geen partij te kiezen in deze discussie waar de emoties hoog oplopen. ‘Ik snap dat een medaille erg belangrijk is voor een familie van een omgekomen militair. Aan de andere kant moeten we ook niet over elkaar heen rollen voor een onderscheiding.’