Opnieuw valt mij een grote eer te beurt. Gisteren bij Pauw & Witteman hoorde ik officieel dat ik de Clara Meijer-Wichmann Penning 2008 krijg. Deze prestigieuze prijs, ingesteld door de Liga voor de Rechten van de Mens en J’accuse, wordt jaarlijks uitgereikt aan ‘een persoon of organisatie in Nederland die zich op onderscheidende wijze heeft ingezet voor de waarborging van mensenrechten,’ aldus het persbericht. Wat het allemaal nog fraaier maakt is dat dit jaar het 60-jarige bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens wordt gevierd.
Vooral mijn Afghanistan-verslaggeving beviel de jury erg goed. Een citaat: ‘Vanuit de internationaal geaccepteerde mensenrechten en het humanitaire oorlogsrecht zijn aanvallen op burgers in oorlog onaanvaardbaar. De aandacht die Karskens heeft gevraagd en gekregen voor de Afghaanse burgerslachtoffers is essentieel voor de erkenning van hun mensenrechten. Hij heeft een onmisbare bijdrage geleverd aan human rights reporting in Nederland. Hij mag een voorbeeld worden genoemd voor de huidige en toekomstige generatie (oorlogs) journalisten.’
Maar zelf weet ik dat het onderzoek naar de schietincidenten in Irak en mijn werk om via de stichting OnderzoekOorlogsmisdaden lieden als oud SIPO-medewerker Klaas-Carel Faber en gifgassmokkelaar Frans van Anraat achter slot en grendel te krijgen ook indruk heeft gemaakt.
De penning ontvang ik op 10 december. Advocaat en Professor Internationaal Recht Liesbeth Zegveld houdt dan de Clara Meijer-Wichmann lezing. Zij zal ingaan op de positie van burgerslachtoffer in het internationale oorlogsrecht en de verantwoordelijkheid van de Nederlandse staat..
Voor de blog van P&W schreef ik dit stukje:
De uitzending begon voor mij wat rommelig. Voor aanvang hoorde ik van een technicus dat het ‘nog wel een kwartiertje’ zou duren dus begon ik een wandeling door het 19e eeuwse gebouw aan de Plantage Middenlaan. Tot ik verweg in de gang geroep hoorde dat de vooraankondiging was gestart. Blozend van schaamte schoof ik voor een draaiende camera aan tafel; Een journalist kan alles maken maar niet de deadline missen.
Ik was het laatste onderwerp wat je concentratie op de andere gesprekken, de kredietcrisis en China na de Spelen, vermindert. In je achterhoofd beantwoord je namelijk de vragen die je denkt te krijgen.
Voordeel is dat je niet meegaat in de teneur van de tafel. Tafelgasten Tweede Kamerlid voor de SP Ewout Irrgang en presentator Hans Goedkoop spraken somber over de kredietcrisis. Doemdenken, vond ik. Niemand in Nederland heeft er nog geen stuk brood minder om gegeten. Ik lanceerde de complotgedachte dat de crash een opgezet doel is van kapitaalkrachtigen die vorig jaar zomer hun aandelenpakket hebben verkocht, geruchten de wereld in slingerden om binnenkort dezelfde aandelen voor een prikkie terug te kopen.
Ook de kritiek van correspondente en oud-tafeltenniskampioene Betinne Vriesekoop dat er wel erg veel Chinese vrouwen deel uitmaken van het nationaal pingpongteam was niet aan mij besteed. Ik vind hun aanwezigheid namelijk een soort ontwikkelingshulp aan Nederland om het niveau op te krikken.
Vervolgens mocht ik horen dat de Clara Meijer-Wichmann Penning 2008 aan mij is toegekend. ‘Eindelijk dacht ik. En weg waren de snedige opmerkingen die ik dat uur had opgehoopt. Deze bijvoorbeeld: dat de Nederlandse mensenrechtenpolitiek een van ‘licht op straat en donker binnen’ is. Wat ik wel kwijt kon was mijn kritiek op de embedded-journalistiek . Maar ik had me voorgenomen een verwijzing te maken naar de financiële journalistiek. Daar zitten media ook vaak op schoot. Vergeten! Blij was ik met het fragment over de voortvluchtige oorlogsmisdadiger Klaas-Carel Faber. Maar foetsie de opmerking dat welgeteld één parlementslid opheldering vroeg naar aanleiding van een Open Brief van nabestaanden die smeekten om vervolging.
P&W is soms net De Show van de Gemiste Kansen. Voor het fragment van P&W en de aankondiging in de Pers verwijs ik naar
prijs