Onze immer enthousiaste minister van Defensie Eimert van Middelkoop heeft de Kamervragen beantwoord, gesteld door Harry van Bommel(SP), over de mishandeling van gevangenen in Uruzgan zoals door mij beschreven in De Pers op 9 september ‘Mishandeld onder Nederlands gezag.’
Harry vraagt:
Is het waar dat door de Onafhankelijke Afghaanse Mensenrechtencommissie AIHRC is gemeld dat mishandeling van gevangenen door buitenlandse troepen veelvuldig voorkomt in Uruzgan? Indien ja, wat gaat u hiertegen ondernemen? Indien neen, bent u bereid dit bericht te laten onderzoeken?
De Minister antwoordt:
‘De Onafhankelijke Afghaanse Mensenrechtencommissie AIHRC heeft te kennen gegeven zich niet te herkennen in de weergave van het gesprek met de twee medewerkers in Tarin Kowt en zal de journalist hierop aanspreken. De beschuldigingen aan het adres van buitenlandse troepen in het desbetreffende artikel zijn niet onderschreven door de twee AIHRC-medewerkers.’ Mijn opmerking:
Vreemd. Want de uitlatingen van de twee medewerkers heb ik op videoband staan. Ze lazen ze voor uit hun eigen verslagen. Een vertelt kijkend in de camera dat alle gevangenen door buitenlandse militairen worden mishandeld. Ik heb de zaak nogmaals laten controleren door het regionale kantoor in Kandahar en die noemen het aantal van zes.
Wie jokt er nu: de minister? Of jokt het hoofdkantoor in Kabul van de AIHRC? De medewerkers wonen en werken in Tarin Kowt en hebben de gevangenen gesproken. Waarom zouden die niet de waarheid spreken?
Harry vraagt ook over een andere mishandeling door mij beschreven:
Klopt de weergave van de behandeling van Din Mohammed door een (Nederlandse) militair? Wat is uw oordeel over die behandeling?
De minister antwoordt:
‘Op 4 april 2008 onderzochten ISAF-militairen een huis, waarbij onder andere munitie, machinegeweren, onderdelen voor improvised explosive devices (IEDs), geld en drugs werden gevonden. Het huis was eigendom van de broer van Din Mohammed. Din Mohammed was tijdens de huiszoeking aanwezig, maar zag kans met een aantal anderen weg te komen. Daarbij bedreigde Din Mohammed de militairen die hem achtervolgden met een handgranaat en een geweer, waarop hij werd overmeesterd. Gelet op de omstandigheden is bij deze aanhouding geen bovenmatig geweld gebruikt. Voor de verwondingen die hij bij zijn aanhouding opliep, is hem direct ter plaatse en later in het role 2 hospitaal op Kamp Holland medische hulp verleend. De weergave van de feiten door Din Mohammed, waaronder de opmerking dat een voet op zijn hoofd zou zijn gezet, wordt niet ondersteund. Bij zijn aankomst in en zijn vertrek uit de tijdelijke detentiefaciliteit van de TFU zijn foto’s gemaakt van Din Mohammed, waarop de in het artikel genoemde verwondingen niet waarneembaar zijn. Ook in de medische rapportages komen dergelijke verwondingen niet voor.’ Mijn opmerking:
Ik heb Din Mohammed gesproken. Hij vertelde niet alleen dat hij op de grond een voet op zijn hoofd was gezet maar toonde ook de wonden aan bovenlijf en been. Hij was namelijk neergeschoten! Wederom heb ik daar videobeelden van. Waarom vermeldt Van Middelkoop dat niet? En spreekt hij van ‘geen bovenmatig geweld’.
Harry doe je werk als volksvertegenwoordiger! Eis dat de onderste steen bovenkomt! Eis dat de banden integraal worden bekeken door een onderzoekscommissie! De zweem dat onze fijne minister Van Middelkoop opnieuw de plank misslaat zou in niemands voordeel zijn. Nog even dit:
Wist u dat onze minister van Oorlog gesteund wordt door een heuse propagandist. Hij runt de Uruzgan Weblog. Ik weet niets van zijn achtergronden want hij is anoniem. Wel becommentarieert hij mijn artikelen opvallend vaak. Dit keer schrijft hij:
‘De SP lijkt zich bij het stellen van Kamervragen op sleeptouw te hebben laten genomen door journalist Arnold Karskens. Deze heeft twee versies van dit relaas gepubliceerd. In de eerste versie leek hij er geen weet van te hebben dat de Australische Special Forces in Uruzgan niet onder Nederlands bevel vallen. In de tweede versie is dat veranderd. Nu doet zich weer een nieuwe situatie voor: Karskens baseert zijn bewering op uitlatingen van twee lokale medewerkers van de AIHRC; het ministerie zegt dat de AIHRC zich niet herkent in de weergave van dat gesprek met Karskens en hem hierop zal aanspreken. Ook foto's die Arnold Karskens bij zijn artikelen heeft geplaatst zouden niet kloppen.' Mijn opmerkingen:
*Over de zaak van de hondenbeten heb ik eenmaal gepubliceerd namelijk in De Pers. Dus er is geen sprake van twee versies. Wel van twee verschillende interviews waar maanden tussen zaten. Een artikel ging over een verdachte die was gebeten (De pers: 9 september 2008) en een ander artikel waarin sprake was van de man die was neergeschoten en een voet op zijn hoofd kreeg(De Pers: 21 april 2008).
*De twee lokale medewerkers zijn in dienst van de AIHRC en werden mij zelfs aanbevolen door het regionale hoofdkantoor van AIHRC in Kandahar.
*Een ronduit lafhartige opmerking van deze ‘webmaster’ (of moet ik schrijven ‘webslave’) is dat de foto’s niet deugen. Bewijs dat eens weinig moedige man! En maak je bekend!
De foto is van een junkie in down town Tarin Kowt. (Nee, niet van een vermomde webmaster of minister, dat zijn nette mensen en komen daar niet.)