Nederland draagt grote verantwoordelijkheid voor de chemische aanvallen op Koerden en Iran in de jaren tachtig. Zo blijkt opnieuw uit een zaterdag op het internet verschenen geheim VN-rapport.
Het tot kort ‘top secret’ rapport van de Verenigde Naties over Irak’s gifgasprogramma wijst resoluut de beschuldigende vinger naar ons land. Bedrijven als Melchemie Holland bv uit Arnhem, KBS uit Terneuzen en de reeds tot 17 jaar celstraf veroordeelde zakenman Frans van Anraat worden met naam genoemd op een lijst met bankgaranties voor de aanschaf van grondstoffen voor ‘CW-programmes’ wat staat voor het chemische oorlogsvoeringsprogramma van Saddam Hoessein.
Bij het schrijven van mijn boek ‘De jacht op Frans van Anraat' had ik inzicht in het rapport zonder de mogelijkheid kopieën te maken. Prima dat het nu algemeen bekend is. Zo leverde KBS, in maart 1983, 500 ton Thiodiglycol, grondstof voor mosterdgas. Naar aanleiding van het ‘Iraq's Full, Final and Complete Disclosure’ stelde ik in boek vast dat ruwweg de helft van alle leveranties liep door Nederlandse handen.
Het gifgas werd ingezet tijdens de oorlog met Iran (1980-1988) en tegen de eigen Irakese bevolking. In het Koerdische stadje Halabja, Noord-Irak, stikten op 16 maart 1988 vijfduizend mensen in een mengsel van mosterd- en zenuwgassen. Het was de grootste aanval met gas in de geschiedenis en maakte deel uit van de Anfal-campagne die in 1987 en 1988 totaal zo’n 20.000 gifgasslachtoffers kende.
De Tweede Kamer kan met deze duidelijke Nederlandse inbreng niet om een enquête heen, meent Frank Slijper van comité ‘Campagne tegen Wapenhandel’. ’VVD-er Fred Teeven vindt een breed onderzoek naar de rol van het Nederlands bedrijfleven onnodig. Niet vreemd want zijn partijgenoot Frits Bolkestein gaf als staatsecretaris Economische Zaken toestemming voor leveringen van grondstoffen die ook gebruikt konden worden voor de productie van gifgas.’ Overigens vroeg Fred Teeven samen met Harry van Bommel en Krista van Velzen (beiden SP) in maart de Nederlandse regering wel de gifgasaanvallen op de Koerden te bestempelen als ‘genocide’, de ergste misdrijf in het internationaal recht. Kabinet Balkende weigerde want ze vindt dit een zaak voor de regering van Irak. Internationaal vestigt Frank Slijper zijn hoop op een initiatief van Nederlandse, Portugese en Duitse leden van het Europees parlement dat pleit voor erkenning van de genocide. Tot nu toe heeft alleen de Koerdische Regionale Regering deze stap gezet.
De Nederlandse onderzoeker Joost Hiltermann van de International Crisis Group waarschuwde mij in Halabja -waar we elkaar bij mijn laatste bezoek tegenkwamen- voor teveel optimisme. ‘Geen ander land of organisatie zet zich daar voor in. Het kost veel geld en tijd en is geen prioriteit. Terwijl het goed zou zijn als voorbeeld naar anderen.’ Zelf ziet hij de gifgasaanvallen als ‘een misdrijf tegen de menselijkheid’. Genocide lijkt hem niet haalbaar. ‘Probleem is dat je moet bewijzen dat het tegen de bevolking is ingezet met de bedoeling om ze allemaal uit te moorden, man, vrouw en kind.’ Toegeven zet de deur wagenwijd openen voor miljardenclaims van de slachtoffers waaronder ook tienduizenden uit Iran.
*Het artikel staat vandaag in De Pers
Koerden-vergast-met-onze hulp.*Het volledige rapport is
hier te lezen.
*De foto heb ik van internet geplukt en is gemaakt in de buurt van Halabja in maart 1988.