Vandaag heibelt de Tweede Kamer over de slechte beveiliging van Nederlandse kazernes (prima onderzoeksjournalistiek van Alberto Stegeman overigens). Zonder problemen kun je F-16’s bekrassen en draden trekken uit een Chinook-helikopter. In gedachte zie ik al die duffe polderterroristen zichzelf voor hun kop slaan. Wat een gemiste kans! En over koppen gesproken: misschien rolt die van Minister Eimert van Middelkoop binnenkort, want dit is de zoveelste blunder op zijn conto.
Toch behandel ik liever een belangrijkere zaak, namelijk de vervolging van misdadigers uit de Tweede Wereldoorlog. Beter gezegd: Het stoppen daarvan. In de Pers van vorige week onthulde ik dat de grootste boeven in de vaderlandse geschiedenis door het pensioen Landelijke Officier van Justitie Oorlogsmisdrijven M.H.L. De Roos-Schoenmakers, per 1 augustus, niet langer actief worden vervolgd. En het bleef doodstil. Ook in het parlement.
Voor het verhaal belde links en recht. De Roos wist niks van opvolging. `Goeie vraag. Mijn vertrek heb ik doorgegeven aan de hoofdadvocaat-generaal van het ressortparket Arnhem.’ Deze laat weten via een secretaresse: ‘niemand houdt zich hier nog bezig met de vervolging van misdadigers uit de Tweede Wereldoorlog.’
Voor wie het niet wist. De functie Landelijke Officier van Justitie Oorlogsmisdrijven werd in 1979 ingesteld na publieke verontwaardiging omdat bijna 35 jaar na de oorlog nog 317 Nederlanders en enkele Duitsers gezocht werden voor misdaden variërend van hulpverlening aan de vijand tot moord.
Volgens de Friese Nazi-jager Jack Kooistra, die ik ook sprak, was vervolging een wassen neus. ‘De eerste landelijk officier L. de Beaufort was wel doortastend. Zijn opvolger P.M. Brilman heeft geen successen geboekt. En diens opvolger De Roos-Schoenmakers, daar is helemaal niets vanuit gegaan.’
Zelf achterhaalde Kooistra in de jaren negentig ondermeer de verblijfplaats van landverrader Jacob Luitjens in Canada. Kooistra verwijt de landelijke officieren gebrek aan daadkracht. ‘Wat we gemist hebben was een krachtfiguur die met de vuist op tafel sloeg. Schandalig als je weet wie ze lieten lopen.’ Maar hij toonde begrip voor hun beperkingen: ‘Ze zaten gevangen in een juridisch keurslijf. Om economische en politieke motieven is vervolging op een laag pitje gezet.’
In 1995 stonden door overlijden en verjaring nog 35 voortvluchtigen gesignaleerd. In 2001 was het aantal afgenomen tot 14 namen. Anno 2008 leven vier Nederlandse oorlogsmisdadigers in Duitsland. Een daarvan is oud Sicherheitspolizei-medewerker Klaas Carel Faber (geboren 1922), medepleger van executies en zware mishandeling op verzetsmensen en gijzelaars in Groningen en Drenthe. Vertrekkend officier De Roos-Schoenmakers: ‘Het is voor mij ongeloofwaardig dat hij nog veroordeeld kan worden. Hij is Duits onderdaan en mochten er nog getuigen opstaan zijn die zestig jaar na de feiten onbetrouwbaar geworden.’ Voor haar vertrek heeft ze een deel van de dossiers overgebracht naar het Nationaal Archief in Den Haag. ‘Op een gegeven moment moet je de zaak laten rusten. Ik zou mijn tijd ergens anders voor gebruiken.’
Voortvluchtige Herbertus Bikker(1915), die een verzetsman doodschoot, kreeg in 2005 te horen dat hij om gezondheidsredenen niet langer vervolgd kan worden. Nummer drie, Siert Bruins (1921), nam deel aan de moord op twee joodse broers en zat enige tijd vast in Duitsland en zal evenmin aan Nederland worden uitgeleverd om de rest van zijn levenslange celstraf uit te zitten. Nummer vier, oud SS-er Heinrich Boere (geboren 1921), staat komend voorjaar in Aken terechtstaat voor moord op drie mannen. Dit proces is aangezwengeld door Duitse onderzoekers.
In een reactie meldde een woordvoerster van het arrondissementsparket in Arnhem dat er wel degelijk naar vervanging wordt gezocht voor De Roos-Schoenmakers maar weet geen naam of tijdstip voor aanstelling en het kan dus nog wel een tijdje duren: ‘Misdadigers uit de Tweede wereldoorlog dossier vormen niet de meest actuele dossiers.’ Zou maar opschieten. De jongste is 86 jaar! Nog even het hoeft niet meer.
Foto: Klaas-Carel Faber door mij vorig jaar gefotografeerd op (nog) vrije voeten.