Ook de ‘Hoorzitting Uruzgan’ in het Tweede Kamergebouw gezien of gehoord? Niks opgevallen? Mij wel. Dat er geen parlementariërs uit Uruzgan zelf zijn uitgenodigd. U weet wel, volksvertegenwoordigers die contact hebben met de lokale mensen en hun gevoelens kunnen overbrengen. Gek eigenlijk. Bij de vorige waren ze nog welkom (net als ik). Intussen zijn ze waarschijnlijk ‘sadder but wiser’ geworden. Zoals parlementariër Abdul Khaliq. Hij verloor zijn zwager bij een buitenlandse militaire operatie in juli vorig jaar. Zijn zoon (zie foto) raakte gewond. Zijn dorp Qala-e-Ragh is in juni platgeschoten. Had hij de regeringspartijen vast onder de neus gewreven.
Een ander, parlementariër Mohammed Watanwall, klaagde lange tijd over de vorige gouverneur Abdul Hakim Munib. Terwijl de Nederlanders er zo close mee waren. ‘Naar hem moeten we luisteren’, zei PRT-commandant Gerard Koot. Drie ministers, Eimert Van Middelkoop (Defensie), Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken) en Bert Koenders (Ontwikkelingswerk) vonden hem dit voorjaar nog zeer geschikt voor de baan. ‘Munib is nu de gouverneur en hij blijft het,” verzekerde Verhagen. Inmiddels drukte Munib drie miljoen dollar achterover en liet hij gevangen genomen Talibanstrijders los. Konden ze weer op Nederlanders schieten. Munib woont nu in een nieuwe villa in Kabul, deels betaald door de Nederlandse belastingbetaler. Had die Watanwall vandaag ook zeker verteld.
‘Niet nemen voor de Hoorzitting,'zal het kabinet hebben gedacht.
En natuurlijk ontbreekt Navo secretaris-generaal Jaap De Hoop Scheffer. Nu het kabinet ‘ja’ heeft gezegd tegen verlenging van de Uruzgan- missie denkt-ie: ‘bekijk het verder’. Voor het front parlementariërs zou hij plechtig moeten beloven dat de Navo in 2010 zorgt voor de vervanging van Nederlanders in Uruzgan. Wilt-ie niet. Kan-ie niet. Geen ander land stuurt zijn troepen dat moeras in.
Zoals u weet –of niet- heeft het de regeringspartijen CDA/PvdA/CU samen met de VVD niet behaagd mij voor de 'Hoorzitting Uruzgan' op vrijdag 7 december uit te nodigen. De oppositiepartijen SP en Groen Links besloten daarop mij te vragen voor de ‘Aanvullende Hoorzitting Uruzgan’ een dag eerder op donderdag 6 december. Daarvoor heb ik een - zeer voorlopige- excessennota gemaakt. Het verduidelijkt waarom de Nederlandse militairen niet echt populair zijn in dit deel van Afghanistan. Na lezing begrijpt u ook meteen waarom ik niet welkom ben op vrijdag.
-Tussen 9 en 19 juli 2006 vielen bij een zuiveringsoperatie in de Baluchi-vallei, district Chora, zeker 31 burgerdoden volgens ooggetuigen geïnterviewd door de Verenigde Naties. Nederlandse militairen fungeerden als flankbeveiliging en doodden volgens Haagse defensiebronnen ‘vermoedelijk achttien’ mensen. Of het hier Talibanstrijders of burgers betrof, werd niet duidelijk door de zogenaamde ‘battle damage assessment’, het van veraf registreren van doden op een slagveld.
-Eind 2006 vonden de meeste gevechten plaats in de buurprovincie Kandahar, onder andere in september bij ‘Operatie Medussa’, en in december bij ‘Operatie Baaz Tsuka’. In maart 2007 deden Nederlanders in de provincie Halmand mee met ‘Operatie Achilles’. Bij deze operaties nam vooral de Nederlandse luchtmacht deel en bij al deze acties vielen volgens Afghaanse mensenrechtencommissies en lokale artsen tientallen zo niet honderden burgerslachtoffers.
-In juni 2007 stierven in het oostelijke district Khas Uruzgan 23 burgerdoden bij acties door buitenlandse militairen. De bron is de directeur Almer Khan van het ziekenhuis in Tarin Kowt. Nadere gegevens ontbreken.
-In de nacht van 16 op 17 juni 2007 stierven tussen de zeventig en tachtig burgers toen 155 mm granaten afgeschoten vanaf Kamp Holland hun dorp Qala-e-Ragh, district Chora, troffen. (zie foto’s) De beschieting werd uitgevoerd zonder waarschuwing vooraf en zonder observatie in het veld. Dat is een schending van het oorlogsrecht, stelt regionaal Isaf-commandant generaal Dan McNeill. Verder ontbrak een militaire noodzaak omdat de Nederlandse troepen zich op zo’n acht kilometer afstand bevonden, in de districtshoofdstad van Chora.
-Op 5 augustus 2007 werd een brommerbestuurder doodgeschoten in Deh Rawod door Nederlandse militairen toen hij niet reageerde op stoptekens. In juli werd in Tarin Kowt een autobestuurder om dezelfde reden gedood.
-In september kwamen het district Deh Rawod zeker honderd burgers om, is de schatting van vice-districtshoofd Hadji Mohad Naeem. Hij noemt de namen van twee dorpen, Lablan en Landyana, waar tien mensen op het leven kwamen door beschietingen uit Nederlandse gevechtshelikopters. Een Nederlands militair onderzoeksteam heeft vastgesteld dat op 25 september in Deh Rawod 65 mensen omkwamen door een bombardement aangevraagd door Nederlandse militairen.
Totaal schat ik het aantal burgerdoden waar Nederlandse troepen medeverantwoordelijk voor zijn op minimaal 300. De Taliban was in dezelfde periode in Uruzgan verantwoordelijk voor zelfmoordaanslagen en executies waarbij, naar mijn berekening, tussen de 50 tot 60 burgers omkwamen. Het bizarre feit doet zich dus voor dat de Nederlandse strijdkrachten minimaal vijf tot zes maal meer burgers doodt dan de opstandelingen van de Taliban. U begrijpt de boodschap: Het is onderhand geen vredes-, vecht- of opbouwmissie. Het is een moordmissie.
In de serie 'leuke ontmoetingen' stel ik u ditmaal voor aan presentatrice Jeanne Kooijmans. Hier ziet ons samen voor de photoshoot. In de nacht van zondag 9 december op maandag 10 december kunt u ons een uur lang horen in het KRO-radioprogramma ‘Voor-1-Nacht’. We kwebbelen dan over oorlog (de angst, Afghanistan en Nederlandse misdaden), boeken (mijn laatste boek AK-47), muziek (aria ‘Casta Diva’ gezongen door Maria Callas uit de opera Norma) en het Grote Lijden (te veel om op te noemen).
Jeanne is een echte vakvrouw. Eerder presenteerde ze het consumentenprogramma’s ‘Ook dat nog!’ en ‘Ontbijt TV’. In korte tijd kan ze een heel fijne sfeer neerzetten met kerslichtjes en rode wijn. Luisteren dus!
Nog een leuk nieuwtje. (Althans voor mij. Niet voor mijn vijanden.) In het Prachtblad Panorama eindigde ik afgelopen maand in ‘De Echte Mannen top 100’ op een eervolle 27ste plaats. In de zwaarste competitie denkbaar voor Nederlandse teelbalhouders sta ik 17 plaatsen hoger dan voetballer Johan Cruijff, 43 plaatsen voor DJ Tiësto en 58 plaatsen voor judoka Dennis van der Geest. Borrelnootjes als Jan Peter Balkenende en Hugo Borst laat ik uiteraard héél ver achter me. Winnaar is zanger Jantje Smit. Ken ik verder niet. Maar moet dus iets bijzonders hebben.
Ook een vakvrouw, Maria Callas:
Als oorlogsverslaggever heb ik het vak van de toekomst gekozen. De Midden-Oostenconferentie in Annapolis (had er nog nooit van gehoord maar die stad ligt in de staat Maryland aan de oostkust) versterkt mijn overtuiging. De Amerikaanse president George W. Bush wil daar de komende dagen een aanzet geven tot een langdurig vredesakkoord tussen Israëliërs en Palestijnen. Ik geloof er niks van; niet in de vredeswens van Bush noch in de vrede tussen twee volkeren die elkaar liever vandaag dan morgen de zee indrijven.
Nee, beste lezers, de ‘vredesconferentie’ is de prelude voor een aanval op Iran.
En wat geeft bij mij de doorslag? Een bericht in de NRC van 19 november! Daarin staat dat Iran bereid is uranium buiten het land te laten verrijken. Een opmerkelijke stap voor een land dat zo gehecht is aan zijn soevereiniteit. De reden? Teheran weet van de aanvalsplannen op dat land, een serie zware bombardementen op zo’n zestien belangrijke nucleaire installaties. In een laatste poging probeert president Mahmoud Ahmadinejad de reden voor een aanval– het maken van een Sji'itische atoombom- te ontkrachten. Op zijn beurt wil de VS in Annapolis vlug nog wat vriendjes winnen en vijanden een dikke worst voorhouden. Waarna de count down begint.
Het spel doet me denken aan de tijd vlak voor de aanval op Irak in zowel 1991, toen was Saddam Hoessein ook bereid zich terug te trekken uit Koeweit. Als in 2003, toen Irak uiteindelijk alle lange afstandraketten vernietigde en de deuren van de wapencomplexen opengooide. Het mocht allemaal niet baten. Het aanvalsplan was al gefiatteerd.
Mijn advies betreffende de aankomende Oorlog in Iran:
Gooi uw auto tot de nok vol met brandstof.
Verzilver uw aandelen bij het eerst komend herstel op de beurs.
Sla voorraden in - denk aan water en batterijen!
Sluit de gordijnen.
Ga voor de buis zitten.
Ik zal naar u zwaaien.
PS. De foto nam ik in 1987. Twee oorlogvrijwilligers aan het Iraanse front in de buurt van de Iraakse stad Basra tijdens de Irak-Iranoorlog (1980-1988). Hoogst twijfelachtig of ze de strijd hebben overleefd. Twintig jaar later begint de ellende opnieuw. Fijne wereld voor de jeugd, niet waar.
Wat voor land is Nederland, vraag ik me af, als ik de aandacht volg voor wat inmiddels de ‘Anne Frankboom’ heet, een kastanje in de Amsterdamse binnenstad. Neerlands bekendste onderduikster keek vanuit het Achterhuis erop neer en beschreef de bladerenpracht in haar dagboek.
Wel nu, dat er sentiment kleeft aan de oude bast neem ik graag aan. En van mij hoeft de boom ook niet gekapt. Maar ik krijg een vieze smaak in mijn mond als ik de overdreven belangstelling zie van kranten, actualiteitenrubrieken en zelfs het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.
Want, waarom nauwelijks interesse voor de voortvluchtige SS-er Klaas-Carel Faber? Deze landverrader nam deel aan tientallen executies en woont kwiek en onbekommerd in Duitsland. De familie van een van zijn slachtoffers zwengelt een nieuw proces aan wegens moord. Maar op één artikel in het AD na blijft het stil. Niks geen publieke verontwaardiging of Nederlandse rechters die zich er tegen aan bemoeien.
Kijk, dat is mijn punt. Waarom zoveel heisa om een boom terwijl de andere kant wordt opgekeken als het de lieden betreft die onze Anne er ooit bij wegsleepten? Wat is er nou rot?
De telefoon stond de laatste week niet stil. Of ik inzage had in mijn AIVD-dossier? Nee dus. Wat schiet ik er mee op. De saillante details zijn zwart gemaakt. En na lezing loop je de rest van de dag paranoïde rond. Daarbij heb ik meer twijfels over de werkwijze van die andere club, de Militaire Inlichten- en Veiligheids Dienst MIVD. Die loopt me in Afghanistan constant voor de voeten. Bij mijn laatste bezoek aan Tarin Kowt kreeg ik binnen tien minuten een telefoontje - uit Den Haag! Een medewerker van de afdeling propaganda: ‘Ja, Arnold we weten dat je er zit. Als we je kunnen helpen, aarzel niet om te bellen.’ Waarna het ‘Karskens-bashen’ weer begon. Medewerkers achtervolgden me ditmaal niet met een draaiende camera, zoals op de foto, maar ik word onderhand spuugzat van die kwalijke roddels en leugens die over mij verspreid worden. De Talibs rammelen aan de poort van Tarin Kowt en hun moed gaat niet verder dan het pesten van een verslaggever. Geen wonder dat we die oorlog daar verliezen!
Trouwens gisteren het NOS-journaal gezien? De slecht functionerende militairen van het Afghaanse Nationale leger, de ANA, kunnen niet schieten. Simpele kijkers denken: Mooi kritisch stuk. Maar pas op. De versluierde boodschap stuurt aan op een langer verblijf in Uruzgan. Want: Die Afghanen kunnen het zelf nog niet. Een spindoctor bedacht ‘de insteek’, de censor liet de reportage slim-slim passeren (dat de ANA niet kan schieten brengt de 'operationale veiligheid' van de Nederlanders blijkbaar niet in gevaar) en het NOS-journaal fungeerde als trouwe boodschappenjongen.
Nu mijn visie: De Afghanen van de ANA zijn niet gemotiveerd om te knokken. Want vechten kunnen Afghanen heel goed, weet ik uit eigen ervaring in 1982. Toen vochten ze tegen de Russen en hoefde je ze niet aan te sporen. Nu blijkbaar wel, althans die aan de regeringszijde. Waarom die houding anno 2007 bestaat, dát is een interessant journaalonderwerp.
Laatste nieuwtje. Begin december houdt de Tweede Kamer een hoorzitting over een eventuele verlenging van de Uruzgan-missie. Ik ben uitgenodigd om mijn visie te geven. De datum is niet willekeurig gekozen, 7 december, daar is een divisie naar genoemd. Die eenheid werd in 1946 naar toenmalig Nederlands-Indië gestuurd om, zoals in Uruzgan, vrede, veiligheid en opbouw te brengen. Een symbolische dag dus. Zelf was ik liever 5 december naar Den Haag gereisd: pakjesavond voor het kabinet. De zaak is namelijk al beklonken.
Nog één: Oud-Groene topman Hubert Smeets heeft een reactie gestuurd op het stuk ‘Nou, nou Hubert’. Volgens hem hebben de boys van de Volkskrant hun werk weer eens niet goed gedaan. Wat me bevestigt in mijn vermoeden dat de AIVD en MIVD broddelwerk afleveren omdat ze veel-te-vaak afgaan op de berichten in de slordige Nederlandse media. Journalisten bespioneren is dus niet alleen verwerpelijk maar ook erg dom!
Bestaat moslimhumor?, vroeg Eenvandaag zich gisteren af. Natuurlijk! Al jaren mail ik met vrienden in het Midden-Oosten. Slappe grappen voeren de boventoon. De laatste, van een vriend uit Libië, wil ik u niet onthouden:
An imam gets on a bus and spies a pretty young nun. He sits down next to her, and asks her: "Can we have sex?"
"No," she replies, "I'm married to God." She stands up, and gets off at the next stop.
The bus driver, who overheard, turns to the imam and says: "I can tell you how to get to have sex with her!"
"Yeah?", says the iman.
"Yeah!", says the bus driver. "She goes to the cemetery every Tuesday night to pray, so all you have to do is dress up in a robe with a hood, put some of that luminous powder stuff in your beard, and pop up in the cemetery claiming to be God."
The imam decides to give it a try, and arrives in the cemetery dressed as suggested on the next Tuesday night.
"I am God," he declares to the nun, keeping the hood low about his face. "Have sex with me.”
The nun agrees without question, but begs him to restrict himself to anal sex, as she is desperate not to lose her virginity.
'God' agrees, and promptly has his wicked way with her. As he
finishes, he jumps up and throws back his hood with a flourish.
"Ha-ha," he cries. "I'm the imam!"
"Ha-ha," cries the nun. "I'm the bus driver!"
Minister van Justitie Hirsch Ballin heeft een zeer Ernstige blunder gemaakt in de zaak Klaas-Carel Faber. Voor wie het niet weet: Oud-SS-er Faber is een van de laatste vier voortvluchtige Nederlandse oorlogsmisdadigers in Duitsland. Hij is medeschuldig aan tientallen moorden op verzetsmensen en gijzelaars. Na de oorlog werd de banketbakker uit Haarlem ter dood veroordeeld maar hij ontsnapte in 1952 naar Duitsland. Dit voorjaar leek het erop dat Faber voor altijd een vrij man zou zijn maar na wat spitwerk kwam ik, als voorzitter van de stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden, er achter dat vervolging wel degelijk mogelijk is.
‘In dem hiesigen Verfahren gegen Klaas Fabe geht es um eine strafrechtliche Sache. Der deutsche Staat verlangt von den Angehörigen der Opfer keine Kosten, selbst bei erfolgloser Beschwerde’, laat Openbaar Aanklager dr. Lutz vanuit Beieren deze ochtend nogmaals weten.
Minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin antwoordde echter op vragen van de Kamerleden Krista Van Velzen (SP), Fred Teeven (VVD) en Aleid Wolsfsen (PvdA) op 14 augustus: ‘Het is bijzonder te betreuren dat het niet mogelijk is gebleken om K.C. Faber verantwoordingen te laten afleggen voor zijn misdaden.’ Zijn ambtenaren hebben gewoon slecht werk afgeleverd.
Een familie heeft zich al via de stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden partij gesteld bij de Staatsaanwalt. Ik ben op zoek naar meer nabestaanden van slachtoffers van Faber. Ze kunnen contact opnemen via de e-mail of postbus. Zie ook: www.onderzoekoorlogsmisdaden.nl
In de reeks bijzondere ontmoetingen stel ik u voor aan Wilfried de Jong. Ik was een etmaal bij hem op bezoek. De cabaretier, muzikant en (sport)interviewer maakt namelijk een nieuw programma: ’24 uur met…’. Daarin ontvangt hij gasten uit de muziek, politiek, kunst of media in een ‘big brother’-achtig decor. Camera’s volgen iedere beweging –op die in de wc na. Urenlang hebben we gekletst over mijn werk en over mijn zorgen om deze rare wereld. Tussendoor konden we eten en drinken: Oesters met Champagne. Want dat lust ik graag. Zoals uit de foto blijkt, konden we het goed met elkaar vinden. Verder verklap ik niks. Niet wie won met schaken en ook niet wie meewerken aan de andere zeven uitzendingen. In januari te zien bij de VPRO. Kijken dus.
Vandaag heb ik Ellen van der Ploeg ontmoet. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte zij gedwongen in een Japans legerbordeel in toenmalig Nederlands-Indië. Te Brussel in het kantoor van de EU-afdeling van Amnesty International spraken we drie kwartier over de nasleep van haar ervaringen. De Japanse regering weigert een volmondig excuus. “Je kunt met Japanners niet normaal praten,” zegt ze verbitterd. Haar vaderland, Nederland, slaat niet uit kwaadheid met de vuist op tafel. “Ik neem mijn pet niet af voor de Nederlandse regering van toen, maar die van nu ook niet, hoor. Het gaat hun om de centen!”
Ellen is dik in de tachtig (84) maar ik was onder de indruk van haar strijdlust. “Ik ben nog steeds furieus.”
Als voorzitter van de stichting Onderzoek-Oorlogsmisdaden heb ik haar gepolst om komend jaar samen actie te voeren. We zullen op de Dam een inzameling houden van Japanse producten en dat storten in een afvalbak. Daarnaast roepen we op tot een boycot van Japanse producten. Alles om opnieuw aandacht te vragen voor deze grove oorlogsmisdaad waar duizenden vrouwen in Azië zwaar onder geleden hebben. De geschiedenisboeken in Japan zwijgen en verzwijgen nog steeds. En pas op: Wie het verleden niet ziet, is blind voor de toekomst.
Tijdstip voor de actie moeten we nog bepalen.
“Ik zal er zijn,” beloofde ze.
Deze week de Vrij Nederland special over Darfur doorgebladerd. Fraaie foto’s, dat wel. Aan de tekst ben ik niet toegekomen want ik zocht, ditmaal tevergeefs, of het weekblad opnieuw was gesponsord. (*) Zouden ze hun leven op de Raamgracht hebben verbeterend? Nee, hoor. Vrij Nederland was gewoon ‘vergeten’ geldschieter Buitenlandse Zaken te noemen. De artikelen Darfur konden dankzij de royale steun van 25.000 euro (een bron spreekt zelfs van 38.000 euro) staatsteun worden gerealiseerd. Hoofdredacteur Emile Fallaux noemt desalniettemin Vrij Nederland ‘een onafhankelijk medium en dat zal ook altijd zo blijven.’
Ik geloof er niks van. Het blad is het zoveelste bewijs dat de Nederlandse media in de uitverkoop liggen. NRC handelsblad, waar ik de quote over Fallaux uit heb gehaald, is op zijn beurt gesponsord door het Ministerie van Oorlog. Embed-slet Grunberg kreeg afgelopen donderdag een pagina om in een slap verhaal iets over de verlenging van de Uruzgan-missie te schrijven. Waar haalt-ie ‘t lef vandaan. Hij had geen Afghaan gesproken!
Ook NRC Handelsblad had iets vergeten. Namelijk het bedrag wat de krant bespaart door Defensie te laten betalen voor zijn reis & verblijf. Sponsering in natura. De reactie van de krant kan ik zelf wel bedenken. NRC Handelsblad is ‘een onafhankelijk medium en dat zal ook altijd zo blijven.’ Dat de artikelen gestuurd uit Uruzgan de censor passeren, wordt er tegenwoordig niet eens meer bijgeschreven. Serieus ben ik van plan mijn abonnement op te zeggen. Het is namelijk puur lezersbedrog.
Ik snap niet dat politici, hoofdredacteuren en weldenkende mensen niet inzien dat we langzaam maar zeker de dunne zwarte lijn passeren. Kranten en omroepen zijn voor belangrijke zaken als oorlog steeds meer afhankelijk van staatssteun. Dat moet een keer helemaal fout gaan. Krijgen we naar de aanloop van de volgende oorlog –die tegen Iran- opnieuw gesubsidieerde verhaaltjes in die zogenaamde kwaliteitspers? U weet wel: een verslaggever op een onderzeeër of op een kruiser? Nee? Waarom dan die stampij, afgelopen dagen, dat het Ministerie van Sociale Zaken stiekem de kopijbak van de GPD doorspit. Defensie én Buitenlandse Zaken doen dat toch al jaren?
(*) Zie ook ‘Journalistiek met de hoofdletter H.’, weblog van 19 mei over de VN Afghanistan-special.
Foto: Spandoek in Tarin Kowt waarschuwt de Nederlandse media voor verslaving aan overheidsteun.
Heb je een leuke site of blog? En wil je daarvoor reclame maken? Ik wil best de link plaatsen. Voorwaarden zijn wel: niet commercieel, onafhankelijk, origineel, bijzonder en prikkelend.
Ik schrijf dit omdat ik een berichtje kreeg van Sonja Smeets. Ik ken haar verder niet maar zij heeft een eigen http://www.volkskrantblog.nl/blog/7105
Zij zet vraagtekens bij embedded VK-journalist Noël van Bemmel naar aanleiding van een artikel dat hij schreef over operatie ‘Spin Gahr’ in Uruzgan. ‘Van Bemmel heeft daarover een visioen gekregen. "Mogelijk gaan zij [=de Taliban] opnieuw proberen ‘vuur te trekken’ in de hoop dat ISAF burgerdoden maakt en nevenschade aanricht."’ Over deze paranormale gave zegt ze: “De vraag is natuurlijk hoe Van Bemmel, producer van de Uruzgan Goed Nieuws Show in de Volkskrant, op mysterieuze wijze heeft 'doorgekregen' waar de Taliban op "hoopt".
Kort gezegd: Wishful thinking in de mond gelegd door Defensie om de schuld van het doden van non-combattants bij voorbaat in de schoenen te schuiven van de vijand. Een oude pr-truc. Zulke leuke dingen wil ik u niet onthouden.
In mijn stukkie ‘Hooge Rode Hoed Journalistiek’ haal ik ook al even Van Bemmel aan. Hier komt 't: ‘En wat lezen we in de Volkskrant over de inwoners van het platgebombardeerde dorp Qala-e-Ragh?(tussen de 70 en 83 doden door Nederlandse beschietingen op 16 juni 2007) Dat ze niet boos zijn: ‘Als het nog een keer gebeurt, kunnen we het weer repareren.’
Vreemd, want ik heb de bewoners ook gesproken. Ze waren kwaad en verdrietig. Wie zou dat niet zijn? Schandalig om een massamoord zo te minimaliseren!
Dat het droevig is gesteld met de vaderlandse pers bewijst ook NRC Handelsblad. Medewerker Grunberg kondigt het offensief ‘Operatie Spin Gahr’ aan en verwijdert het van zijn blog op commando van Defensie. Geen woord van zelfkritiek in de krant: 'kunnen we dit wel maken?' In België zouden ze zeggen: Dergelijke journalisten buigen niet alleen. Ze kruipen als mollen de grond in.
De foto is genomen in Tarin Kowt een maand geleden. Het zijn treurige ontheemden uit Dehrawood. Ziet u niet in de doorsnee pers want foto-journalisten mogen niet embedded naar Uruzgan. Alleen foto's genomen door Defensie-fotografen kunnen kranten afnemen. En daarop staan vooral zwaaiende blije burgers. (kijk zoiets lees je alleen op deze site en die van http://jan_edward.blogspot.com/ -Elke dag nieuws over fotografie en fotojournalistiek-)
Nadeel van Brussel is dat regionaal nieuws langzaam doordruppelt. Zo vernam ik pas na dagen dat Hubert Smeets, (oud)-hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer mij afgelopen zaterdag in de Rode Hoed verweet dat ik embedded zou zijn geweest ‘in het gevolg van gouverneur Karzai’. (stond in de Volkskrant van gisteren)
Laat ik beginnen met te zeggen dat ik Hubert een aardige bevlogen man vind. We hebben samen nog een biertje gedronken op het laatste Boekenbal. Daarnaast kan de ‘De Groene’ bij mij op veel sympathie rekenen. Zo was dit weekblad de eerste die tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) de wandaden door het Nederlands leger en het KNIL openbaarde door een brief te plaatsen van kapitein Zweers: ‘Een officier schrijft uit Djokja aan zijn vrienden.’(zie boek: Pleisters op de ogen, pagina 121). Die kritische houding mis ik echter in de Afghanistan-oorlog. Want alle reportages van Joeri Boom uit Uruzgan zijn ‘embedded’ tot stand gekomen. En ik verzet me tegen gemuilkorfde journalistiek zoals u intussen weet. Hubert heb ik gewezen op de nadelen.
Komt-ie zaterdag met het verwijt dat óók ik embedded zou zijn. 'Embedded', beste Hubert, betekent dat je bij een gewapende eenheid verblijft, daar buiten niet vrij kunt bewegen en dat -in het Nederlandse geval- de censor je verhaal screent op ‘operationele’ geheimen die de troepen (of de minister) in gevaar kunnen brengen. Dat is bij mij nooit gebeurd. Ik beweeg me vrij, praat met wie ik wil en leg aan niemand verantwoording af. Zeker niet aan ‘gouverneur Karzai’ want die bestaat niet in Uruzgan.
Ik geef Hubert het advies: Neem je verantwoording. Kom op voor het vrije woord. En herlees de brief in de Groene van 26 februari 1949!
Op de foto staat Nico Tak, oud-hoofd PRT in Uruzgan. Hij bracht niet alleen met leugens mijn leven vorig jaar in gevaar maar was ook dik met oud-gouverneur Munib die wegens corruptie en contacten met de Taliban het veld moest ruimen. Als embed-slet ben je deels afhankelijk van de informatie die zo’n schoenzool je geeft.
In de reeks prettige ontmoetingen graag aandacht voor Erik Hazelhoff Roelfzema, beter bekend als ‘Soldaat van Oranje’. Twee jaar geleden ontmoetten we elkaar. Ik gaf hem een boek van mij, want Erik is naast oorlogsheld ook oorlogsverslaggever geweest in de Fins-Russische oorlog (1939-1940). Toen ik in Afghanistan was, hoorde ik van zijn overlijden op 26 september. Ik betreur dat erg. Erik Hazelhoff Roelfzema was een fijn mens en erg moedig. Mijn goede collega, topfotograaf en documentairemaker, Gerard Wessel stuurde de foto die hij maakte van onze ontmoeting.
Links zit -nu Magriet- topverslaggever Bram de Graaf die hem destijds interviewde voor Nieuwe Revu. Weinig mensen weten het, maar het epos begon met een serie verhalen die Hazelhoff Roelfzema schreef voor Nieuwe Revu in de jaren zestig over zijn oorlogsjaren met de titel ‘Het hol van de ratelslang’. Later is dat uitgewerkt tot zijn bestseller en de film ‘Soldaat van Oranje’. In Revu gaf Erik daarom ook zijn ‘laatste’ interview, zei hij. “Dan is de cirkel mooi rond.” We dronken een biertje, kletsten over oorlog: “die onderscheidingen en reünies hoeven van mij niet”, journalistiek: “Mijn boekje over de Fins-Russische oorlog is als propaganda gebruikt door de Duitsers” en stuurloze prinsjes: “Ze zien me als een opa-vriend”. Goed gemutst gingen we uit elkaar. Net wat ik zei: een fijn mens en moedig. Zo zie ik ze graag.
Aanstaande zaterdag vindt in De Rode Hoed een symposium plaats onder de noemer ‘Media onder vuur, Welke lessen kunnen de media trekken uit de kwestie-Irak?’ Prominente Leden Van Het Naoorlogs Verzet kijken of ze wel goed hebben gefunctioneerd voor, tijdens en na operatie ‘Iraqi Freedom’ die op 20 maart 2003 begon. Hoewel de enige Nederlandse verslaggever die het land aan de Tigres decennia lang bezoekt, ben ik niet uitgenodigd. Heel begrijpelijk. In mijn boek ‘Onze man in Bagdad’ veeg ik de vloer aan met chefjes die zaterdag huilend toegeven dat ze de oorlog fout hebben gecoverd. Mijn aanwezigheid zou te confronterend zijn. Nu was ik van plan geen aandacht te besteden aan een dergelijke ’exercise in futility’. Maar na zwaar aandringen van mijn collega Frénk van der Linden heb ik ‘Hooge hoed journalistiek’ geschreven, een ‘stukkie’ dat zaterdag onder Onze Helden wordt verspreid. Wees moedig op het uur U en niet achteraf, geef ik ze mee als les.
‘Nog net geen tranen in het gezicht van Wilfried Bossier toen werkgever NRC Handelsblad de Vlaamse freelancer in Bagdad enkele dagen voor het uitbreken van de oorlog op 20 maart 2003 teruggeriep. Wel rode oogjes. Maar dat was van de Johnnie Walker-whisky waarmee hij zijn verdriet wegdronk. In het fameuze Rasheed hotel met uitzicht op de laatste dagen van het Rijk van Saddam Hoessein spraken we over een journalistieke coïtus interruptus, voor het verhaal het land uit. Terugtrekken in tijden van oorlog past in het Nederlands mediabeleid, vertelde ik hem. Machthebbers willen geen ooggetuigen op de plek waar hun bommen vallen. En Nederlandse hoofdredacteuren zijn erg gehoorzaam.
Dus opnieuw werd in de Irak-oorlog het beeld bevestigd van een volgevreten, lui en vooral volgzaam Hollands pershondje. Het beestje toonde weinig moed om een tegendraadse mening te verkondigen en om ter plaatse feiten en opinies te vergaren. Maar zit wel vol vooroordelen; We hebben immers het best getrainde wijsvingertje ter wereld. Een NOS-verslaggever noemde de Irakezen zelfs herhaaldelijk ‘kutlappen’. Dat mocht, hij kreeg er een prijs voor. Het doodschieten door Nederlandse militairen van burgers in de provincie al Muthanna daarentegen werd door de meeste kranten en journaals jarenlang zorgvuldig uit de kolommen geweerd. Want zo zijn we niet. Alleen Amerikanen begaan oorlogsmisdaden in Irak.
Van beterschap lijkt geen sprake. In de volgende oorlog, Afghanistan, laten onze fikkies zich embedded achter een hek drijven terwijl veertig kilometer verder bij de Slag om Chora Nederland zich schuldig maakt aan oorlogsmisdaden. En wat lezen we in de Volkskrant over de inwoners van het platgebombardeerde dorp Qala-e-Ragh?(tussen de 70 en 83 doden door Nederlandse beschietingen op 16 juni 2007) Dat ze niet boos zijn: ‘Als het nog een keer gebeurt, kunnen we het weer repareren’. Ach ja, waarom de commercieel aantrekkelijke ‘wartours’ op het spel zetten voor een futiliteit? Of denken we dat voor gratis all-in niets in natura wordt terugverlangd?
‘Hooge hoed journalisten’ noemde Jean–Louis Pisuisse ten tijde van de Eerste Wereldoorlog de persmuskieten die van verweg een oorlog versloegen. Dat is bijna honderd jaar geleden. Maar nog steeds, op het moment dat ooggetuigen van het wereldnieuws nodig zijn, in Irak en of nu Afghanistan, leunen de Nederlandse media achterover, in commissie. Met tranen in de ogen van zelfgenoegzaamheid. Niet van frustratie.’
De foto is genomen vanaf het Palestine-Hotel ergens eind maart 2003
Het zal voor velen geen leuk nieuws zijn, maar toch is het echt zo: Nederlanders die in Uruzgan zo graag de Dutch Approach tonen (helmpje af en zwaaien) zijn geen cent beter dan de Amerikanen of de Taliban-strijders. Die laatste twee krijgen vaak op hun kloten dat ze onschuldige burgers doden. Terecht, dat doen ze. Maar WIJ kunnen er ook wat van! Bijvoorbeeld in de nacht van 16 op 17 juni bij de Slag om Chora. Toen pompte een Pantserhouwitser 155mm-granaten op het dorp Qala-e-Ragh. Tussen de 70 en 83 burgers kwamen om het leven. Van baby tot bejaarde. En dat beschieten ging lukraak. Dus zonder observatie te velde om te kijken of er wel Talibanstellingen werden geraakt. Knallen maar! ‘Let Allah sort them out.’ Zelfs de regionale ISAF-commandant generaal Dan McNeill noemt deze indiscriminatory attack in strijd met het oorlogsrecht. De bevolking was van te voren niet gewaarschuwd en proportioneel was de bommenlast evenmin. Het druist allemaal in tegen de Geneefse Conventie, zeg maar de wetgeving in tijden van oorlog. Nederlandse moordpartijen, of die tijdens de Politionele Acties gebeurden of nu in Afghanistan worden het liefst zo snel mogelijk onder het tapijt geveegd. Ook dit bombardement in Chora. Maar wie zwijgt of niet de onderste steen boven wil zien, is in mijn ogen geen cent beter dan een bloeddorstige Talib.
Ter plaatse in Tarin Kowt is het mij allemaal ontgaan, die verscherpte censuur van de Nederlandse media in Uruzgan. En eenmaal thuis wil ik het nog steeds niet geloven maar onze ‘embeds’ liggen nu letterlijk aan de ketting. Op Kamp Holland mogen ze niet langer logeren in de luxe-container op de promenade van de missiestaf. Ze zijn verplaatst naar een verweg-container waar een hek om heen staat dat op slot kan. Uitsluitend in gezelschap van een voorlichter mogen ze van dit mediaparkje af. Ziet u het voor zich: Kwispel-kwispel, als de poort openzwaait. De roedel pershonden springt op van blijdschap.
Zaterdagmiddag op een overvolle Dam je broek laten zakken is minder vernederend!
Nu zou je denken dat de Nederlandse journalistiek en masse zou weglopen. Maar niks daarvan. Geen krant of omroep die protest aantekent. Geen vakbond of politieke partij die moord en brand schreeuwt. Nou ja, Jaap van Deurzen van RTL was kwaad omdat hij niks mocht uitzenden tijdens de Slag om Chora in juni dit jaar. Dat bewijst dat zijn journalistieke hart tenminste nog op de juiste plaats zit. De rest zwijgt, bang dat ze niet meer meemogen op de gratis ‘wartour’. Regimes in Noord-Korea, Birma en Wit-Rusland zijn vast stinkend jaloers op zoveel journalistiek pragmatisme.
Intussen verslechtert de situatie in Uruzgan. Hoe en wat kunt u lezen en zien in Nieuwe Revu van deze week en in vier afleveringen in de actualiteitenrubriek Eenvandaag. On-embedded en dus ongecensureerd. Zoals het hoort!
De foto toont het uitzicht dat ik genoot vanuit mijn slaapkamer. Dus geen Hesco-manden maar ouderwets schrijnwerk in de vensters met op de achtergrond de vallei van Tarin Kowt. Oorlog kan ook mooi zijn, niet waar.
Sorry mensen, ik was drie weken in Afghanistan. Ik kom thuis en ik weet even niet waar ik moet beginnen, er is zoveel nieuws waar ik een mening over heb. Daarom als eerste de zaak Azhar Sabah Jaloud (29).
Vandaag sprak advocate Liesbeth Zegveld in het politiek programma ‘Buitenhof’ dat ze de dood van Jaloud verder wil laten onderzoeken. Ik ben daar erg blij om. De vader sprak ik in 2004 in Irak. Hij vertelde hoe zijn zoon op 21 april dat jaar bij een Nederlandse mobiele wegversperring werd doodgeschoten. In het donker, op een plek waar nooit eerder een wegblokkade was geweest maar het wel wemelt van carjackers, wist zijn vriend en chauffeur even niet hoe te reageren waarop een Nederlandse militair zijn magazijn leegschoot. Eén simpel spijkerbed, u weet wel een plank met puntige ijzers, had de auto ook laten stoppen. Maar nee. Schiet maar! 28 kogels, een heel magazijn. Dat het Nederlandse contigent daar op verzoek van de Verenigde Naties was om vrede en veiligheid te brengen, zeg maar een soort politietaak had, ontging de man. In Nederland opent de politie toch ook niet het vuur als een bestuurder te laat stopt bij een alcoholcontrole? Critici op de aanklacht van advocate Zegveld bestempel ik dan ook als naïef en vooringenomen.
Morgen heb ik nieuws over ‘De slag bij Chora’. Militairen uitzenden mag dan prestigieus zijn voor een klein land als Nederland, soms overspelen we onze hand en schenden we het oorlogsrecht net zo goed als de Verenigde Staten, Rusland of Al Qaida.
Omdat ik graag mijn mening over interessante boeken deel (en in het afgelegen oord waar ik momenteel verblijf niemand heb om er over te praten), breng ik u het boek ´Ik ben een deserteur, mijn vlucht uit het leger in Irak´onder de aandacht. Het verhaalt de ervaringen van de Amerikaanse soldaat Joshua Key, een sloeber uit Oklahoma die dacht makkelijk geld te verdienen door te tekenen bij de Amerikaanse landmacht. Dat was 2002. Een jaar later maakte hij deel uit van ‘Operation Iraqi Freedom’. In steden als Ramadi en Falluja plaatste hij voor de 43ste Compagnie Gevechtsgenie explosieven aan de voordeuren van Irakezen: Boem en dan naar binnen stormen. Maar terroristen vindt hij niet. Hij ziet er geen één tijdens zijn zes maanden verblijf. In plaats daarvan slaat hij Irakezen in elkaar, vernielt hij bij huiszoekingen interieurs, steelt hun kostbaarheden en ziet nodeloze moordpartijen gepleegd door het Amerikaanse leger. De dramalijn is duidelijk: Een simpele Amerikaanse chauvinist komt tot inkeer bij het aanzien van bloedige excessen gevoerd in naam van de beschaving. Tijdens zijn verlof deserteert hij en vlucht naar Canada.
Ik werd getroffen door zijn kille opsomming van terreur bedoeld om angst te zaaien onder de bevolking. Vrouwen in hun nachtjapon ’s nachts onder schot houden in de tuin terwijl collega’s de zaak binnen sloopten op zoek naar wapens. Bij een checkpoint een chauffeur van een auto doodschieten ‘omdat hij niet had geweten waar hij zijn auto precies moest stilzetten’.
In zijn nawoord zegt Key: Er zullen wel mensen zijn die zeggen dat de Amerikanen in Irak geconfronteerd werden met een gemene, onconventionele oorlog en dat we die oorlog wel op onconventionele wijze moeten voeren. Mijn idee is dat we de kennis, de kunde en de ervaring misten om in Irak onze echte vijanden te vinden. (…) We vochten terug door uit te halen naar burgers die zich niet konden verdedigen. Dat leek de enige manier om terug te vechten- maar het was verkeerd.’
Ik weet nog wel een leger en een oorlog waar deze conclusie op kan slaan.
De gouverneur van de ‘Nederlandse’ provincie Uruzgan Abdul Hakim Munib, hier op de foto met tulband en kekke bril, vertrekt vandaag. Hoogst merkwaardig vind ik dat. Minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen juichte in maart: ”Munib is nu de gouverneur en blijft het.” En diens collega minister van Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders echode in mei: “We hebben vertrouwen in gouverneur Munib.” Waarom is kabinet Balkenende dan niet boos op president Hamid Karzai die hun trouwe vriend wegstuurt? Of wist het tweetal, ondanks de fraaie woorden, dat Munib stal als de raven, zelden in Uruzgan verbleef en contacten onderhield met de vijand?
Zo mogen we niet denken van woordvoerder Buitenlandse Zaken Dirk Jan Vermeij. Hij zag Munib juist “in zijn rol groeien”. En néé, Nederland zit niet achter het ontslag, zoals bij het vertrek van Munibs voorganger Jan Mohammed Khan, verdacht van corruptie. Ditmaal, zo bezweert de officiële spreekbuis, heeft Nederland geen invloed uitgeoefend. “We gaan niet over bestuurlijke wisselingen. Dat is een zaak voor de Afghaanse overheid.”
Ik geloof er niets van. Dit voorjaar ontving ik een dik pak papier dat aantoonde dat Munib geld voor de opbouw van de provincie inpikte. En dat was ook bekend bij Balkenende & Co.
Weggebonjourd ben ik benieuwd of er Kamervragen komen over het corruptieverleden van onze zakenpartner. Nou, eerlijk gezegd, ben ik niet benieuwd. Ik weet het al: Nee dus! Waarom ook: het is toch maar belastingsgeld!
De nieuwe gouverneur heet Assadullah Hamdam. Hij komt uit de provincie Zabul, vlak bij Uruzgan. “Hamdam kent de stamverbanden en spreekt bovendien goed Engels. Dat zal de samenwerking zeker bevorderen,” zei woordvoerder Vermeij tegen Revu. Toen ik dat hoorde, kon ik een grijns niet onderdrukken.
Aardig debat gisteren in Felix Meritis. U ziet me hier in volle actie. Op de achtergrond de Iraakse gasten. Irak is topnieuws deze week. De Amerikaanse bevelhebber in Irak, David Petreaus, en president George Bush willen 30.000 troepen terugtrekken. Blijven er 130.000 over. Wat vindt u van hun aanwezigheid, vroeg ik. “De Amerikanen zijn een bezettingsmacht maar zonder hen stort het land in de afgrond,” antwoordde een spreker. En een Republikeinse of een Democratische president(e) maakt niet uit: "De Amerikanen zullen nog jaren blijven." Alle vijf Irakezen denken dat bij de volgende verkiezingen in najaar 2009 -of eerder- de bewoners minder op radicaal-islamitische en meer op seculiere partijen zullen stemmen. “Mensen zijn het bloedvergieten om het geloof en de macht zat." En omdat bijna alle omliggende landen, Saoedi-Arabië, Syrië, Turkije en Iran zich bemoeien met de oorlog in Irak “is een vrede zonder hun medewerking onmogelijk.” Moedige mensen deze vijf. Want zij moeten weer terug naar de hel met maandelijks gemiddeld 2.000 doden.
De belangstelling vond ik wat tegenvallen maar tja, Irak zit halverwege een crisis zonder nooduitgang. Dat is niet het halleluja verhaal wat mensen graag horen. Toch is het goed dit soort avonden. Zo horen we de mensen uit het land zelf. En luisteren zijn we verplicht: Nederland is medeverantwoordelijk voor hun probleem. Hoe precies, dat wil de meerderheid in de Tweede Kamer uit schaamte geheim houden.
Volgende week donderdag, 13 september, ben ik moderator bij een publieksdiscussieavond over Irak. De Nederlandse organisaties Amnesty International, Hivos en IKV Pax Christi hebben zes vooraanstaande Irakezen naar Nederland gehaald om hun standpunt te horen over de huidige situatie en de toekomst van het land tussen Eufraat en Tigres. Moet deze bakermat van de beschaving in drieën worden gesplitst? Kunnen de verschillende fracties bijdragen aan de vrede? En wat is de rol van de Verenigde Staten en Europa?
Ik mag deze interessante discussie leiden.
Irak gaat me zeer ter harte. Ik was er vaak en genoot altijd van de gastvrijheid van de mensen. Nu is Irak veruit het gewelddadigste land ter wereld. Nergens lopen buitenlanders groter gevaar. Dat zal ook mijn eerste vraag zijn: Hoe kan een volk, dat je zelfs met geen vinger aanraakte tijdens de zwaarste westerse bombardementen in 1991 en 2003, nu zo onbeschrijfelijk wreed zijn voor anderen? Maar ook voor zichzelf? Het dodental loopt in de tienduizenden, sommigen spreken van honderdduizenden. Nog even en Bagdad kan op de lijst van verwoeste steden zoals op de foto genomen in de Vlaamse stad Ieper. Het meisje is mijn jongste dochter Sarah.
Het publieksdebat ‘Kritische stemmen uit Irak –Iraakse deskundigen spreken over vrede en veiligheid in eigen land- vindt plaats op donderdag 13 september in Felix Meritis, Keizersgracht 324 in Amsterdam. Het begint om 18.30 uur en duurt tot 22.30 uur. Gratis entree. U bent van harte welkom!
In de serie aardige ontmoetingen wil ik u voorstellen aan mijn goede vriend en kunstenaar Peter Spaans. Hij staat hier op de Dam voor een foto uit de serie ‘Project Amsterdam’. “Ik ben een stadsfotograaf,” zei Peter gisteren bij een etentje in de vereniging Arti et Amicitiae. “Landschappen vervelen mij.”
In de gemoedelijke sfeer van de kunstenaarssociëteit aan het Rokin legde Peter mij uit dat hij in deze opdracht de toegevoegde architectuur “zoals lantaarnpalen” en de nieuwe mensen in de zeven eeuwen oude stad wilde vastleggen. Niets is geënsceneerd, alles is zo als het was. “Voor het constante licht fotografeerde ik wel tussen half 11 en half drie en niet op donkere dagen.” Het resultaat zijn frisse fleurige opnamen. Dat Amsterdam met de aanleg van de Noord/Zuid-metrolijn een ware bouwput is –wat mij mateloos irriteert- vindt hij onterecht. “Een straat verder lijkt het of de tijd heeft stilgestaan. Werk maakt de stad ook boeiend en steeds wisselend. Al eeuwen lang.”
Ik bestelde vis en Peter vlees. Ik liet de rijst staan maar at mee uit zijn bak gebakken aardappelen. We deelden het toetje van bavarois met ijs en slagroom.Buiten regende het keihard maar toen we voldaan buiten stapten, streek een warme zomeravondzon over de gevels. “Prachtig toch,” zei Peter met een wijds armgebaar. En ik gaf hem gelijk.
15 foto’s van Peter Spaans hangen op de Dam en 37 bij de Rai. Peter fotografeerde in talloze wereldsteden; Van New York en Vancouver tot Berlijn en Rotterdam. Zijn volgende project is het boek ‘The Internationals’, 17 wereldsteden in een box.
Gisterenavond had ik een slecht moment, dat mag u best weten. Toen las ik op pagina 1 van NRC Handelsblad de kop ‘Politici zien vooruitgang in Afghanistan’. De Kamercommissie voor Defensie was vier dagen in Afghanistan geweest. Dus ga maar uit van 2 volle werkdagen. Die verliepen als volgt:
Ze landden op Kabul. Werden met vliegende vaart weggereden in een zwaar bewaakt konvooi. Spraken in ommuurde complexen met militairen, diplomaten en Afghaanse politici. Vlogen naar Kamp Holland in Tarin Kowt waar ze vervolgens de basis niet afmochten. De Heren Militairen konden niet één van de honderden hulpprojecten tonen. Het zou te gevaarlijk zijn.
Niet gehinderd door enige persoonlijke waarneming riep PvdA kamerlid Martijn van Dam in de NRC dat Nederland er toch ‘ontzettend belangrijk werk’ doet. De hele meute keek over de vestingwal naar de modderhuisjes in de verte en riep hem na: ‘Het gaat daar de goeie kant uit.’
Niks gezien en toch een mening. Het zegt alles over het niveau van onze volksvertegenwoordigers. En dat stemt me bedroefd.
Wilt u wel weten waarom ik ook blij ben. Omdat uit een enquête blijkt dat de helft van de Nederlandse bevolking zich niet met een kluitje in het riet sturen. Die laat zich niét omlullen met gratis vliegtochtjes, inlands eten, zoete verhalen en goedkope tapijtjes. Dat geeft hoop voor de toekomst.
Foto is genomen in Tarin Kowt. Jong meisje verzamelt afval voor de kachel. Vraag me af waarom de volksvertegenwoordiging dit niet zag. Hadden de militairen niks om te tonen? Was het echt zo gevaarlijk? Of was het niet nodig omdat het standpunt over de verlening van de Nederlandse aanwezigheid na augustus 2008 al vaststond voor vertrek?
Ja hoor, defensiespreekbuis Grunberg heeft zich weer geroerd in de VPRO-gids. Onderstaand epistel heb ik als reactie gestuurd.
Eergisteren betreurden wij de tiende Nederlandse dode in Afghanistan.
‘Eigenlijk zou je moeten lachen om een spartelende Arnon Grunberg in zijn column in de VPRO-gids nr. 34. Hierin schrijft de auteur over zijn trip naar Afghanistan, uitgevoerd en betaald door het Ministerie van Defensie, het volgende:‘Ze stelden het op prijs mijn stukken te lezen voor ze werden gepubliceerd’. Maar, zegt-ie, dat was natuurlijk géén censuur. Nee, Arnon? Wat was het dan? Leesles voor militairen?
Lieden als jij, met knieën van bijenwas, zijn een aanfluiting voor de democratie -want wie gaat er nu vrijwillig akkoord met censuur? Je bent het uitschot van literair Nederland- want geen ergere schrijver dan een laffe schrijver! En voor de rest schrijf je onzin – je bent niet geniaal. Je bent gewoon goed gek!
Maar opletten mensen. De houding van Grunberg is niet grappig. Die is dieptreurig. Nederland is in oorlog. Alleen hij en zijn werkgevers willen dat niet inzien. De literaire bijlage van NRC Handelsblad accepteert een verhaal geschreven door een auteur die als eerste in 50 jaar akkoord gaat met preventieve censuur. Niemand die een vragende vinger opsteekt bij zijn relaas van ‘ein frischer, fröhlicher Krieg’. Want zo wordt deze ‘missie’ in Afghanistan door Den Haag verkocht. En Grunberg helpt ze. Graag zelfs. Hij likt niet alleen de aars van de defensievoorlieger. Hij stopt zijn hele kop erin.’
De foto is genomen in april 2003 in Bagdad. Een bewoner op de puinhopen van zijn gebombardeerde huis. Lachen volgens Arnon.
Pagina 16 van 18
op Twitter: @arnoldkarskens
op Facebook
Steun de stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden
Nodig Arnold uit voor Spreekbeurt of Masterclass
2020. Voor verraders zou geen plaats zijn...(ism Cees van Hoore). Het ontluisterende verhaal over de vervolging van WO2-misdadigers in Nederland tussen 1945 en 2020. Bestel
2019. Alle pijn van de wereld. Een roman over oorlogsverslaggeving die de kern én de gevolgen van een goddelijke gekte blootlegt. Bestel
2020/2019/2018/2017. Een opzienbarende verzameling van fouten, halve waarheden en hele misleidingen door de NOS. Gratis te lezen op de weblog.
2018. Operatie laat niets in leven. (ism Henk Willem Smits) Het bizarre leven van Guus Kouwenhoven, Nederlands grootste oorlogsmisdadiger van de laatste decennia. Bestel
2018: Nepnieuws explosie. Desinformatie in de Nederlandse media (bijdrage). Bestel
2016. Help, er staat een terrorist in mijn keuken - tips en overlevingslessen bij een terreuraanslag thuis, op het werk of op het terras. Bestel
2009. Het verhaal van Nederlanders die vochten onder vreemde vlag.
2002. Een overlevingshandboek voor journalisten, hulpverleners en avonturiers.
2001. Pleisters op de ogen, pleister op de mond. De geschiedenis van de Nederlandse oorlogsverslaggeving van Heiligerlee tot Kosovo.
1995. Autobiografische verhalen uit de oorlog.
Voor de volledige lijst zie KB.nl of Klik hier voor meer info over deze boeken