Op zaterdag 17 maart is het precies 25 jaar geleden dat cameraman Joop Willemsen, geluidsman Hans ter Laag en de journalisten Jan Kuiper en Koos Koster in El Salvador zijn doodgeschoten. Zoiets noopt tot reflectie.
In mijn boek ‘Pleisters op de ogen’ (pagina 292-322) heb ik de tragische geschiedenis gereconstrueerd. Ik kwam tot de conclusie dat er sprake was van moord met voorbedachten rade. Maar ook dat Koos Koster waarschuwingen in de wind had geslagen en daarmee Salvadoranen en teamgenoten de dood heeft ingesleurd. Koster noemde ik ooit een dominee met een perskaart. Ook aan mijn persoonlijke ontmoeting op het plein voor de Kathedraal van San Salvador in 1981, precies één jaar voor zijn dood, koester ik geen warme herinnering. Koster was bot in de omgang. Na de dramatische 17e maart liep ik overigens wel mee in de demonstratie naar het Amerikaanse consulaat op het Amsterdamse Museumplein waar vijf kruizen waren geplaatst; voor de journalisten en de Salvadoraanse slachtoffers. De eerste steen die werd geworpen kwam uit mijn hand. Want kwaad was ik wel na hun dood.
Heimwee naar El Salvador en de oorlogsverslaggeving in Midden-Amerika heb ik niet. Daarvoor waren die oorlogen te smerig. Toch mis ik de moed en het doorzettingsvermogen waarmee in die dagen journalistiek werd bedreven door Nederlandse reporters. Ondanks alle gevaren werd verslag gedaan over de zijde waar de klappen vielen; over de slachtoffers van de doodseskaders, over de bombardementen en over degenen die op de vlucht waren. Er werden reizen naar rebellengebied gemaakt, doden op vulkaanhellingen gezocht en desperate ouders geïnterviewd.
Die bezieling ontbeer ik bij de huidige Nederlandse oorlogsverslaggeving. Het overgrote deel van de Nederlandse journalistiek spoedt zich anno 2007 naar Eindhoven voor een all-inclusive programma: vliegreis, vervoer van en naar de luchthaven ter plaatse, rondleiding, onbeperkt eten en drinken. Alles is geregeld door het Ministerie van defensie. Ook het nakijken van de kopij door de censor. Zelfs een visum hoeft de verslaggever niet aan te vragen. Het is immers niet de bedoeling dat de journalist de straat op gaat om de bevolking aan te horen! Liever wordt de lezer en de kijker overspoeld met het wel en wee van de Nederlandse militair. Nauwelijks vernemen we lokaal vergaard nieuws over dodelijke schietpartijen waarbij onschuldigen omkwamen, over burgerslachtoffers door Nederlandse bombardementen of over verkwisting van belastinggeld door corruptie en slecht uitgevoerde (weder)opbouwprojecten.
Tegenwoordig bepaalt de L-factor het journalistiek handelen in oorlogsgebieden. De L van Luiheid, of zoals u wilt, de L van Lafheid of Laksheid. Vandaar mijn nostalgie naar de journalistieke onverschrokkenheid uit de jaren tachtig. Veel was er mis mee, maar ontegenzeggelijk had die aanpak elan. Zoals tegenwoordig oorlogsjournalistiek wordt bedreven, daarvoor zouden Koster & Co. zich in hun graf omdraaien. En terecht!
Labels: Afghanistan
Sorry, voor de windstilte maar ik ben drie weken in Afghanistan geweest, waarvan anderhalve week in Uruzgan. De cyberverbindingen zijn daar middeleeuws. Vandaar dat ik niet wekelijks kon berichten. De trip was overigens de moeite waard. Wie wil weten hoe het anno januari/februari 2007 toegaat in de zuidelijke provincie waar Nederlandse militairen de scepter zwaaien, moet deze week Revu lezen en op donderdag 15 februari Netwerk (of later per link) kijken. Mijn conclusies: De wederopbouw onder leiding van de Provinciale Reconstructie Teams PRT manifesteert zich ronduit als een fiasco. De Verenigde Staten (tot augustus 2006) en Nederland (sinds 1 augustus 2006) pompen veel geld in ontwikkelingsprojecten waar militairen de leiding over hebben. Met deze kleine projecten moeten de ‘hearts & minds’ van de bevolking worden gewonnen. Nou daarvan is weinig sprake. Met kapotte wegen, afbrokkelende vuilcontainers, slecht geschilderde puien in de bazar (zie foto) waarvoor de winkeliers moesten betalen en opgeleverde gebouwen met scheuren en afbladderende verf oogst je hoongelach. Geld gegeven aan moskeeën wordt door de beheerders gewoonweg ontkend. Veel projecten kon ik niet bezoeken omdat de veiligheid alles behalve oké is. ‘Iedere dag slechter’, constateerde een van mijn bronnen. Met angst en beven wordt gewacht op het voorjaar wanneer de bladeren aan bomen en struiken de Taliban betere beschutting geeft bij aanvallen. Als de militaire aanpak komende tijd even belabberd is als de (weder)opbouw dan zie ik het somber in voor Uruzgan.
(Zie het verhaal op mijn website onder het kopje 'artikelen')
De Bosniër Rob S. (25 en zie foto) werkte twee jaar voor de Nederlandse Militaire Inlichtingendienst MIVD. Dankzij zijn hulp konden notoire oorlogsmisdadigers worden gearresteerd. Voor zijn werk werd hij echter nooit betaald. De MIVD bedreigde hem met de dood als hij daarover zou praten. Hij vluchtte naar de Verenigde Staten waar ik hem sprak. Half december publiceerde ik zijn verhaal in Revu (nr. 50). Tot nu toe bleef een reactie van Defensie uit. Opmerkelijk, want de verwijten waren niet voor de poes. Een MIVD-er, luitenant Mike genaamd, zocht hem op in de VS en bedreigde hem. Robs S.: “Hij zei: ‘als je over ons praat kan jezelf en je familie iets overkomen, mogelijk dood.’” Ik vroeg: ‘door een Kroaat?’ Mike zei: ‘Nee door ons.’ Dit jaar klaagt Rob S. het Nederlandse Ministerie van defensie aan. Hij heeft 28 maanden gewerkt zonder vergoeding en voelt zich onrechtmatig behandeld.
Voor uw herinnering: de MIVD ligt ook al onder vuur wegens het mishandelen van Iraakse gevangenen in 2003. En het werk van de militaire inlichtingendienst bij het inventariseren van de risico’s in de Afghaanse provincie Uruzgan was ook beneden peil. Zo onderschatte de MIVD het aantal Talibanstrijders, deze lieden liggen een jaar later voor de stadspoorten van Tarin Kowt. Werk voor de Tweede Kamer lijkt me. Of moet het allemaal nog erger worden?
Oud-dictator Saddam Hoessein (69) is door het Iraakse Hof van Beroep tot de strop veroordeeld. Maar wanneer en waar hij zal hangen is nog onbekend, meldt mij de Nederlandse zaakgelastigde Johan Dirkx vanuit Bagdad. “President Jalal Talabani moet de executieorder nog ondertekenen.” Volgens de Iraakse grondwet moet de doodstraf binnen dertig dagen na het laatste vonnis worden voltrokken. Dat betekent dat in januari, een touw rond de nek van Saddam Hoessein wordt vast getrokken. En er zijn zelfs berichten dat hij bungelt voor het einde van 2006. De diplomaat kan niet vertellen of ik getuige van de doodvoltrekking kan zijn (wat ik graag zou willen): “Het is mij onbekend hoe de zaak wordt aangekleed; een besloten of een publieke executie.”
Ook waar het schavot staat, is nog geheim. Misschien als ultieme vernedering in de Groene Zone, het voormalige paleis van Saddam Hoessein en nu het hoofdkwartier van de Amerikanen en de Iraakse regering in hartje Bagdad. Maar het is ook mogelijk dat de voormalige dictator, die veroordeeld is voor de dood van 148 inwoners van de stad Dujail, zijn laatste passen zet in de omgeving van het Internationaal vliegveld: een gebied dat hermetisch met prikkeldraad en hoge muren is afgesloten. Dirkx: “Waarschijnlijk zal de plek pas het allerlaatste moment bekend worden gemaakt. Zijn aanhangers zinnen namelijk op wraak. Dus misschien horen we pas achteraf van de executie.” Waar hij zal rusten is evenmin bekend. Vast niet naast zijn zonen Uday, Quasay en kleinzoon Mustafa (op de foto met de Iraakse vlag) in zijn geboortedorp al-Ouja. De man die zegt als martelaar voor Irak te sterven, de man die schuldig is aan de dood van bijna één miljoen mensen en de man die ooit oneindig rijk was, wordt slechts gehuld in een wit laken in een graf gezet.
(Up date: Saddam is dood! Onder de vijftien of zo getuigen was ik niet. En zijn lijk wordt overgedragen aan zijn familie zo melden Iraakse functionarissen. Die wilden het eerst begraven in Jemen. maar uiteindelijk is het toch zijn geboortedorp vlak bij het familiegraf. In het gebouw op de achtergrond liggen namelijk ook zijn beide ouders. Zo is de familie terug waar het allemaal begon.)
Dat ik geen voorstander van Defensiecensuur ben, is genoegzaam bekend. Waarom? Omdat Nederland officieel niet in oorlog is en dus de wettelijke basis ontbreekt. De Nederlandse militaire aanwezigheid in Afghanistan heeft een VN-mandaat en is er om stabiliteit en veiligheid te brengen. Niks geen noodtoestand dus! Toch zijn zo’n negentig Nederlandse verslaggevers de laatste vijf maanden aan de leiband door Uruzgan gevoerd. Tot volle tevredenheid van de Legervoorliegdienst; niets is onthuld wat de regering in verlegenheid kan brengen. De verslaggevers zelf waren minder tevreden zoals recentelijk blijkt uit de weblogdagboeken van collega´s Joeri Boom en Harm Ede botje. Beiden baalden dat ze nauwelijks de basis afkwamen, niet met bewoners konden spreken en alleen ‘openheid’ over incidenten kregen als ze er uitdrukkelijk naar vroegen. Tot overmaat van ramp achterhaalden ze ook nog eens dat een bezoek van één van hen in april aan de Canadese troepen in Uruzgan bewust is gefrustreerd door Defensie. Het deksel van de gierput kan nog verder open. Want nu blijkt dat Defensie ook militairen instrueert over de komst van mij als ‘unembed’ in Afghanistan. Collega fotograaf Peter Blok nam bijstaande opname tijdens een briefing aan commando’s. De foto, waarop ik met tulband sta, is genomen in het district Shorabak in de provincie Kandahar waar ik in september 2005 op bezoek was. Hoewel de Legervoorliegdienst zegt dat ze unembedded journalisten geen strobreed in de weg legt, werd toen mijn bagage ongevraagd doorzocht, werd ik geïntimideerd en mijn gastheren onder druk gezet om mij weg te sturen. Bij deze briefing werden de soldaten gewaarschuwd voor mijn komst in de provincie Uruzgan. Waarom vraag je je af. Nee, niet omdat ik een gevaar ben voor de ‘operationele veiligheid’. Ik zoek de militairen niet op, zij wel mij. Het antwoord: Defensie is bang voor de Taliban maar nog banger voor een vrije pers.
Waarom weet u wel.
Augusto Pinochet (zie foto gekaapt van het Internet) is dood. Ik weet, je mag niet dansen op een graf. Toch balde ik mijn vuisten toen ik het nieuws hoorde over het overlijden van de Chileense ex-dictator. Yes!! Eindelijk. In de jaren zeventig en tachtig bezocht ik Chili en hoorde veel horroverhalen over zijn junta. Vooral staat me de ervaring bij van een toenmalige vriendin die vertelde over haar arrestatie en het uitdrukken van sigarettenpeuken op haar lichaam. Na zijn coup op 11 september 1973 werden duizenden vermoord, tienduizenden gemarteld en honderdduizenden ongelukkig gemaakt. In 1998 ontliep Pinochet in Londen een welverdiend proces. Het westen heeft nu eenmaal een selectief geweten. 91 jaar oud is hij geworden. Ik hoop dat zijn ziel een veelvoud brandt in de hel.
De ‘Iraq Study Group’ bracht vandaag haar rapport ‘de weg voorwaarts’ uit. Het komt erop neer dat er zwaar is nagedacht over de exit-politiek; hoe kan de VS Irak verlaten zonder gezichtsverlies. Na bijna vier jaar vechten, zo’n 75.000 dode Irakezen en ruim 3.100 gesneuvelde coalitietroepen is de chaos groter dan ooit. Of de ‘Iraq Study Group’ de oplossing brengt is de vraag. Zo stelt ze voor de VS-troepen uit Irak terug te trekken. Dat betekent inderdaad een einde aan de Amerikaanse verliezen. Maar het betekent ook het einde van de toch al beperkte macht van premier al- Maliki. Een complete burgeroorlog ligt op de loer. Ook het onderhandelen met buurlanden Syrië en Iran is een halve maatregel. Die landen zien de VS graag spartelen in het Iraakse moeras. Zolang valt Bush die twee niet aan. Mijn voorstel? Dreig het land op te delen. Die angst bindt de soennieten, de aanjagers van veel geweld, vast snel in.
Henk Kamp (hier vermomd op de brommer vluchtend uit Tarin Kowt) houdt het voor gezien als demissionair minister van Defensie. Een paar maanden geleden weigerde hij zich nog te mengen in de politieke machtstrijd van de VVD. Hij wilde ter beschikking blijven voor ZIJN MANNEN IN URUZGAN. Toen dacht hij aan een tweede ambtstermijn. Na de dramatische VVD-uitslag van 22 zetels kan-ie dat schudden. Gewoon kamerlidmaatschap vindt hij te min. Hij wil Kamervoorzitter zijn. Dus DIE MANNEN IN URUZGAN moeten het zelf rooien. Ook al duurt de vorming van een nieuw kabinet misschien nog maanden. Ik noem dat opportunisme van de bovenste plank. Of is het gewoon slim? Smeert hij ‘m omdat ie doorheeft dat de mishandeling en het doodschieten van onschuldige Irakezen onder zijn verantwoording plaatsvond en de hele Uruzgan-missie tot mislukken is gedoemd? Vluchten nu het nog kan, denkt-ie, en zorgen dat een paar ondergeschikten de Zwarte Piet krijgen toegespeeld. Een moedig man die Kamp. Geknipt om ons parlement te leiden!
Dit weekeinde vielen me in de Telegraaf twee berichten op over de situatie in Uruzgan. Volgens de Commandant der Strijdkrachten Dick Berlijn is de Nederlandse missie in de Afghaanse provincie Uruzgan tot nu toe ‘geslaagd’. (zei hij vrijdag op een briefing in Den Haag) Uit de mond van de lokale ISAF-commandant Theo Vleugels komt een heel ander geluid. Volgens hem staan de Nederlanders in de provincie ‘machteloos’. (zegt hij in het KRO-programma Reporter aanstaande maandag) Wie moeten we geloven? Zelf denk ik Vleugels. Toen ik hem september in Uruzgan sprak, kwam hij integer over. Daarbij, hij zat vier maanden in Tarin Kowt! Hij weet echt wel wat er speelt. Berlijn beperkt een bezoek aan de provincie tot hooguit één dag. Dit lijkt me meer dan genoeg reden om Defensieminister Kamp eens aan de tand te voelen in de Tweede Kamer. Het is toch van de gekke dat de meningen van twee hoge militairen zo loodrecht op elkaar staan!
Vrijdag 8 december houdt het Nederlandse Rode Kruis een workshop humanitair oorlogsrecht ´Schieten mag! Een introductie in oorlogsrecht'. Ik zal er spreken over mijn ervaringen in Irak en Afghanistan en hoe je als oorlogsverslaggever oorlogsmisdaden kunt vastleggen. Professor Horst Fischer verzorgt het meer academische gedeelte over internationaal humanitair oorlogsrecht. Locatie is het landelijk bureau van Het Nederlandse Rode Kruis in Den Haag. Tijd half tien. Aanmelden via wzeeman@redcross.nl.
Dit weekeinde het boek ‘Een man tegen de staat’ gelezen van auteur Alexander Nijeboer. Het is het verhaal van maatschappelijkwerker Fred Spijkers die ruim twee decennia lang vecht tegen zijn werkgever, het ministerie van Defensie. Ik raad iedereen het boek aan. Al stemt de inhoud je niet vrolijk.
Het kafkaiaanse verhaal begint op 14 september 1984 als munitiespecialist Rob Ovaa om het leven komt door een ondeugdelijke mortiermijn. Om malversaties te verhullen en aansprakelijkheid te voorkomen, krijgt Fred Spijkers de opdracht de ware toedracht te verzwijgen, namelijk een constructiefout. Zijn weigering kost hem zijn baan, zijn huwelijk, een krankzinnigheidsverklaring en regelrechte terreur. Dankzij veel doortastende onderzoeksjournalisten, enkele vasthoudende parlementariërs en zijn eigen rechte rug, krijgt Spijkers eerherstel. Gelukkig leven we in een democratie (ondanks en niet dankzij Defensie in dit geval)! Wat het boek ons leert, is dat het ministerie van Defensie een cultuur kent van puur bedriegen. Onder de meest grove leugenaars bevinden zich ministers en staatssecretarissen. En zelf ken ik er ook nog wel een paar bij de afdeling voorlichting! Hoe we met zo’n club de oorlog tegen het terrorisme moeten winnen, is mij een raadsel.
Nee, helaas, ik ben niet uitgenodigd voor het Groene Amsterdammer-debat ‘Afghanistan en de(on)afhankelijke journalist’ aanstaande zaterdag in Amsterdam. Had ik eens fel te keer kunnen gaan tegen de stellingen. Zoals: ‘Wie niet ‘embedded’ gaat, kan zijn vak als verslaggever amper of slechts met de grootst mogelijke risico’s uitoefenen.’
Ik val over het woord ‘amper’. Hoezo ‘amper’? Alleen al de suggestie dat unembedded-verslaggevers hun werk niet kunnen doen is beledigend. Afghanistan is te bereizen voor verslaggevers. Je kunt talloze Afghanen -al dan niet slachtoffer van de oorlog-, bestuurders, ziekenhuisdirecteuren, mensenrechtenmedewerkers spreken. Veel en veel meer dan de embed. Als je wil weten wat de militairen er van vinden, accrediteer je je toch bij de ISAF in Kabul? Krijg je alle medewerking. Kun je bij alle ISAF-posten aankloppen en je hoeft je materiaal niet voor publicatie te laten zien.
Verder zijn er bij de uitnodiging wat onnauwkeurigheden ingeslopen. Het monddood maken van journalisten door de legervoorlichting begint niet in Uruzgan, zoals wordt gesteld. In mijn boek ‘Pleisters op de ogen, pleister op de mond’, de geschiedenis van de Nederlandse oorlogsverslaggeving schreef ik (zie pagina 238-254) dat de journalist (toen nog bekend als ‘warcorrespondent of the Netherlands) al tijdens de Golfoorlog van ‘91 zich liet koeioneren. Journalisten mochten alleen met goedkeuring en controle van legervoorlichters hun materiaal van de fregatten uit de Perzische Golf sturen. Wie op land werkte moést zijn materiaal voorleggen ter beoordeling aan het geallieerde militaire voorlichtingsbureau van het Department of Defense. En lees vooral de conclusie van die zich lieten ringeloren. Jaren later hebben ze allemaal spijt. Zoals NRC-verslaggever Henk Kool: ‘Eigenlijk mocht je niks schrijven. Je doet aan zelfcensuur; op voorhand leg je jezelf beperkingen op, omdat je wist wat mocht en niet mocht.’
Dus gemuilkorfde Afghaangangers, u bent dubbel gewaarschuwd!
De discussie is terug te zien op www.groene.nl
Geïnteresseerd gekeken naar de reportage 09:11 Zulu van filmmaker Vik Franke. Spectaculaire beelden uit Uruzgan met propagandasaus! Vik en ik kwamen in oktober elkaar tegen in de provinciehoofdstad Tarin Kowt. Hij in uniform en ik in mijn Afghaanse kameez met tulband. Vik kiest er voor om in het kielzog van militairen mee te trekken. Hij is ‘embedded’ en moet zijn opnamen voor uitzending aan de censor tonen. Ik reis ‘un-embedded’ te midden van Afghanen en heb zo de vrijheid om schendingen van het humanitair oorlogsrecht vast te leggen; volgens mij de belangrijkste taak van een journalist in oorlogsgebieden. Niemand die mij controleert. Onze karakters botsen daarom als biljartballen. Zo vind ik het verwerpelijk, zoals Vik, te gaan schieten uit zelfverdediging als de noodzaak ontbreekt. Geen Nederlandse militair van het konvooi waar hij deel van uit maakte, raakte namelijk gewond. En kun je je schietlust niet bedwingen, zwijg er over! Je maakt het je collega´s lastig want die worden op dezelfde pief-pafhoop gegooid. Vik zegt dat ie niet weet of hij iemand heeft geraakt. Ik wel. Hij schoot in zijn eigen voet. Een nieuwe trip met Nederlandse militairen is voor hem uitgesloten. Geen Defensie-minister riskeert dat Vik opnieuw het wapen grijpt en nu de verkeerde neerlegt. Nee, Vik en ik zijn geen kameraden. Maar over één zaak zijn we het wel roerend eens: het gaat niet goed in Uruzgan en de Nederlandse aanpak. Er valt niks op te bouwen ten tijde van oorlog. Ik noemde het eerder: ‘Je schuur verbouwen als je huis in brand staat.’ En de Nederlandse ‘armleuning’-regering durft er niet voor te kiezen het vuur eerst te doven. Dat heeft Vik Franke goed over het voetlicht gekregen.
Wie de andere kant van de medaille wil zien, surf naar Zembla: Uruzgan ongecensureerd!
Veel ophef vandaag over het mishandelen van Iraakse gevangenen door Nederlandse militairen in al Muthanna, Irak, in 2003. De Volkskrant bracht het verhaal hoe verdachten werden geblinddoekt, met water werden overgoten en een hoge dosis geluid moesten aanhoren. Volgens Defensieminister Henk Kamp was het allemaal proportioneel geweld. Goed werk van de verslaggever en de begrijpelijke ontkenning van Zijne Excellentie. Waar ik wel van opkeek was de reactie van de H.H. politici. Dat ze dat niet wisten, een schande vonden etc. In 2004 tekende ik al uit de mond van een mensenrechtenadvocaat in al Muthanna op dat Nederlanders aanwezig waren bij de arrestatie van verdachten. ‘Bij arrestaties worden plastic zakken over de hoofden getrokken.’ Ze werden met stokken en geweerkolven geslagen. Ook schreef ik uitvoerig over de zes doden door Nederlandse kogels en de gewonden. Toen het dus allemaal gebeurde (de Nederlanders verlieten Irak voorjaar 2005) en er iets aan gedaan kon worden, hielden bijna alle politici (en trouwens ook de embedded-journalisten) hun mond. Net zoals ze nu bijna allemaal zwijgen over de slachtoffers door Nederlands handelen in Afghanistan. Zoiets geeft me een vervelende smaak in de mond.
Zie ook mijn website voor de artikelen
"Ik ben heel erg boos" (Nieuwe Revu nr 26/2004) en
De dood uit Nederland (Nieuwe Revu nr 13/2005).
Op de website van Villamedia viel me vandaag het artikel ‘Correspondenten verslaafd aan oorlog’ op. Danny Brom, voorzitter van het Israëlische Centrum voor de Behandeling van Psychotrauma, zeg daarin: "Adrenaline is je normale state-of-being geworden." Direct stelde ik mij de vraag of ik ook een warjunk ben. Ik ga niet hard roepen: ‘Ja’, want dan ben ik de verslaafde-melaatse. Oorlog heeft een fascinatie. Niet alleen bij mij maar bij de hele mensheid. Het is een deel van ons overleven. Als oorlog echt alleen nodeloos en vreselijk zou zijn, dan waren we drieduizend jaar geleden al gestopt met vechten. Alleen kan een journalist niet de oorlog beginnen. De politici zijn verslaafd aan oorlog. Want laten we eerlijk zijn: wie begint er altijd?
Oud-dictator van Irak Saddam Hoessein Ad al-Majid al-Tikriti is ter dood veroordeeld. Hij is schuldig bevonden aan misdaden tegen de menselijkheid. Na een aanslag op 8 juli 1982 in het stadje Dujail liet hij 148 inwoners ombrengen. De vraag die ik deze dag vaak gesteld krijg, is: wanneer zal hij hangen? Mijn antwoord: Ergens volgend jaar! Na een uitspraak in het tweede proces waarin Saddam nu terecht staat. Daarin wordt hij beschuldigd van genocide op de Koerden tijdens de Anfal-Campagne eind jaren 80. Zo zijn de gevoelens van zowel de Sjiieten als de Koerden gerespecteerd. Zelf verkiest Saddam op zijn dag des oordeels de kogel boven de strop. Die wens zal als laatste straf niet in vervulling gaan.
De Nederlandse zakenman Frans van Anraat leverde duizenden tonnen grondstoffen voor chemische wapens aan Saddam Hoessein. "Geen cent spijt" is mijn nieuwe boek over de jacht op deze oorlogsmisdadiger. Lees hier meer over dit boek.
Labels: Frans van Anraat
Pagina 18 van 18
op Twitter: @arnoldkarskens
op Facebook
Steun de stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden
Nodig Arnold uit voor Spreekbeurt of Masterclass
2020. Voor verraders zou geen plaats zijn...(ism Cees van Hoore). Het ontluisterende verhaal over de vervolging van WO2-misdadigers in Nederland tussen 1945 en 2020. Bestel
2019. Alle pijn van de wereld. Een roman over oorlogsverslaggeving die de kern én de gevolgen van een goddelijke gekte blootlegt. Bestel
2020/2019/2018/2017. Een opzienbarende verzameling van fouten, halve waarheden en hele misleidingen door de NOS. Gratis te lezen op de weblog.
2018. Operatie laat niets in leven. (ism Henk Willem Smits) Het bizarre leven van Guus Kouwenhoven, Nederlands grootste oorlogsmisdadiger van de laatste decennia. Bestel
2018: Nepnieuws explosie. Desinformatie in de Nederlandse media (bijdrage). Bestel
2016. Help, er staat een terrorist in mijn keuken - tips en overlevingslessen bij een terreuraanslag thuis, op het werk of op het terras. Bestel
2009. Het verhaal van Nederlanders die vochten onder vreemde vlag.
2002. Een overlevingshandboek voor journalisten, hulpverleners en avonturiers.
2001. Pleisters op de ogen, pleister op de mond. De geschiedenis van de Nederlandse oorlogsverslaggeving van Heiligerlee tot Kosovo.
1995. Autobiografische verhalen uit de oorlog.
Voor de volledige lijst zie KB.nl of Klik hier voor meer info over deze boeken