Ik hoor dat er binnen het kabinet wordt gesproken over het overhevelen van een deel van de Nederlandse strijdkrachten van Afghanistan naar de Soedanese provincie Darfur. Weer een miskleun in de serie: wij politici zijn te dom/laf/onvolwassen/beperkt om het probleem met onze mond en overtuiging op te lossen. Dus we trekken een blik militairen open. Mag wat kosten, als de mensen maar niet denken dat we wilsonbekwaam zijn. Dat het geld beter gebruikt kan worden om de nood te ledigen, komt niet in ze op. Net als in Uruzgan. Twintig miljoen euro voor de bevolking en een slordige 600 miljoen euro voor militair industrieel complex.
Troepen naar Darfur vind ik daarom geen goed idee, maar dat zal u niet verrassen.
Darfur is groot!
De provincie is ruim 11 maal Nederland, bijna zo groot als Frankrijk. Verharde wegen zijn zo goed als onbestaand. Sinds het uitbreken van de oorlog in 2003, is het gebied nagenoeg verlaten. In een ontvolkt gebied is een regulier VN-leger in het nadeel. De aanvoerwegen naar de kampen zijn lang en ongecontroleerd.
En de buitenlandse troepenmacht is al zo klein!
Ruim 24.000 militairen en agenten wil de Verenigde Naties sturen. Dat is een druppel op een gloeiende plaat. Ze zijn een makkelijk doelwit voor hinderlagen, mijnen en beschietingen.
Meer militairen heeft geen zin. Het mandaat is krachteloos!
De VN-militairen en agenten mogen zichzelf en de hulpverleners beschermen. De Arabische Janjaweed-rebellen, de veroorzakers van het geweld, die dorpen overvallen; mannen doden, vrouwen verkrachten en hutten verbranden, mogen ze niet ontwapenen. Critici, waaronder oud-VN gedelegeerde Jan Pronk, is daarom sceptisch over het effect van het VN-besluit. De regering van Soedan die de Janjaweed steunt, heeft zich nog nooit aan een resolutie van de VN-Veiligheidsraad gehouden, stelt hij.
Ook het verzet in Darfur ligt overhoop!
De bevrijdingsgroepen van Darfur vechten niet alleen tegen de Janjaweed maar zijn ook onderling slaags. De kans is bestaat dat de VN-vredesmacht verstrikt raken in een onoverzichtelijke kluwen van geweld. De ervaring leert dat buitenlandse troepen alleen vrede kunnen handhaven als de strijdende partijen dat willen, zoals in Sierra Leone en Liberia. Vrede afdwingen, zoals in Irak en Afghanistan, is tot mislukken gedoemd.
Daarbij Nederland is al in Darfur!
Vijftien Nederland militairen en 15 politieagenten maken deel uit van UNAMID United Nation Advanced Mission for Dafur. Ze moeten samen met zo’n 7.000 reeds aanwezige troepen van de Afrikaanse Unie toezien op de vredesakkoorden van 2004 en 2006. Zonder veel succes.
De politiek durft geen vuist te maken!
Dat is het hele probleem: zwakke leiders, loze beloften. De kwaaie genius schuilt in de hoofdstad Khartoem. Een streng islamitisch regiem bestaand uit Arabieren vindt de zwarte bevolking in de westelijke provincie als minderwaardig. Naar schatting zijn door geweld, ziekte en uitputting zo’n 200.000 mensen omgekomen en zo’n twee miljoen op de vlucht geslagen. Pak het brein achter de volkerenmoord. Denk aan een strikte economische boycot van Soedan. Bombardeer desnoods overheidsgebouwen. Mocht dat niet helpen pak dan het huis van staatsecretaris voor Binnenlandse Zaken Ahmad Harun, gezocht voor oorlogsmisdaden door het Internationaal Strafhof in Den Haag. Een chirurgische militaire ingreep is goedkoper en efficiënter dan het samenstellen en financieren van de grootste en duurste VN-troepenmacht ooit. Wedden dat het moorden zo sneller over is.
(Foto's uit Soedan heb ik niet digitaal. Vandaar deze Ugandese militairen tegen de grens met Soedan uit 2004)
Sorry mensen dat ik even niks van me liet horen. Ik was op pad. Ga er maar van uit dat als ik een week of meer niet schrijf ik óf doodziek op bed lig (wat me bijna nooit overkomt) óf ergens op deze wereld me het zweet sjouw aan koffers (wat me vaker overkomt dan me lief is)
Ik zat -driemaal raden- in Colombia. Een leuk land met mooie mensen. Ik kom er graag, al meer dan dertig jaar. Geen ander Latijns-Amerikaans land herbergt zoveel aspecten van dit fascinerende continent; de jungle, de bergen, de mix aan mensen en uiteraard het geweld en de oorlog. Voor dat laatste, de strijd van de rebellengroepen FARC en ELN tegen het leger, kwam ik niet. Ik had een interview met Henk van Bilderbeek (52). Hij is olie-ingenieur en zit al bijna drie jaar vast in voorarrest op verdenking van het witwassen van drugsgelden. Henk vertelde me in de Alta Seguridad–afdeling van de La Modelo-gevangenis (op de foto recht onder die kooi op het dak) dat het een gemene politieke truc is van de Colombiaanse regering en het Amerikaanse steenkolenbedrijf Drummond om hem van een enorme oliebron te houden. Hij claimt één miljard vaten olie, dat is zo veel als het Brent-veld in de Noordzee. Mogelijk liggen er 3.7 miljard vaten olie in zijn concessiegebied in het departement Cesar in noord-Colombia. Dat is nu via allerlei trucs afgepakt en Henk draaide de nor in. Het boeiende relaas van de Nederlandse Rockefeller op een houten brits staat volgende week in Revu…….
In de reeks leuke ontmoetingen wil ik u ditmaal voorstellen aan Revu-collega Frénk van der Linden. Frénk behoort tot de absolute top van Neerlands interviewers. Samen waren we deze week te gast in het Vara-praatprogramma ‘Wat nu!?’
We kletsten de tijd vol tussen internetfimpjes met onderwerpen als buurtactiviteiten (“Moeten de bewoners zelf organiseren. De gemeente mag de straat afsluiten en de BBQ lenen.”), de schuldenlast van de Antillen (“Verkopen die hap. Met het geld de schulden terugbetalen aan Nederland en de rest investeren in de Antillen. Iedereen blij.”) en natuurlijk Geert Wilders (“De Koran verbieden is onzin maar als er in de islamitische wereld rellen rond zijn uitspraak uitbreken, heeft Wilders wel gelijk over de onverdraagzaamheid.”) Het was gezellig want de Vara is een prima gastvrouw.
Op de dag zelf hoorde ik hoe de spelling van zijn voornaam tot stand kwam. (Dus de reden voor dat accent aigu op de letter ´e´) Welnu: De vader van Frénk was een grote fan van de zanger Frank Sinatra. Dus wilde hij dat zijn zoon naar zijn idool werd genoemd. Alleen wist hij de burgerlijke stand niet te vertellen hoe je de naam van de Italiaans/Amerikaanse ol’ blue eyes precies moet spellen. Dus maakten ze er ‘Frénk’ van. Aan tafel wilde ik niet vragen of het klopte. Sommige verhalen moet je niet doodchecken. Daar zijn ze te leuk voor.
Gisteren ontving ik een reactie op rijm van Rein en Loes Heemskerk. Ik ken ze niet maar ik wil u het gedicht niet onthouden:
je publiceert een hoop.
loopt met onwaarheden te koop
doet militairen verdriet
die laatsten vergeten je niet
Hierbij mijn reactie.
Beste Rein en Loes,
Ik heb juist het beste voor met de Nederlandse militairen. Ik waarschuw keer op keer over de onmogelijkheid van de ISAF-missie in Afghanistan. Dat schreef ik niet over de SFIR-missie in Irak tussen augustus 2003 en maart 2005. In al Muthanna, zeker bij het begin, werd de Nederlandse aanwezigheid gedragen door het absoluut overgrote deel van de bevolking. Het Nederlandse dodental beperkte zich tot twee.
In Zuid-Afghanistan, in Uruzgan, is het draagvlak minimaal. Ervaringen met Britten, Russen, Amerikanen en nu Nederlanders is de bevolking slecht bekomen. Bombardementen met vliegtuigen en artillerie vernielen meer dan er wordt opgebouwd. De orthodoxe bevolking leunt meer op de conservatieve Taliban dan op de ongelovige buitenlanders.
Ik begrijp het. Geen leuk nieuws voor jullie. Maar de statistieken geven mij gelijk. Iedere jaar vallen er meer burgers, meer hulpverleners en meer militairen in het zuiden. En de Taliban wordt alleen maar sterker. Mijn mening is dat we de zaak daar verkeerd aanpakken. Dan is iedere omgekomen Nederlandse jongen of meisje er één teveel. Alleen blinde chauvinisten zonder hart zal hun leven worst zijn.
De foto komt overigens uit Irak, al Muthanna 2003. Nee, die marinier hakt er niet op los. Hij werkt aan zijn lichaam.
Lastig dat ik in het buitenland woon. Zo mis ik wel eens wat. Bijvoorbeeld Arnon Grunberg in de VPRO-gids van 21 juli. Stampvoetend ontkent hij bemoeizucht door Defensie op zijn trip naar Afghanistan. Hij schrijft: ‘Het feit dat Defensie mijn stukken over Afghanistan verleden zomer heeft gelezen, impliceert nog geen censuur.’ Hierbij mijn reactie gestuurd naar de VPRO-gids.
‘Maar Arnon. Je had toch een convenant gesloten dat voor publicatie Defensie je werk zou screenen? Met het recht stukken te verwijderen? Dat is censuur! ‘..toezicht door een kerkelijke of wereldlijke overheid op voor publikatie bestemd drukwerk, het toneel, de film ofwel op brieven, met de bevoegdheid daaruit gedeelten te schrappen of te verbieden…’(Groot Woordenboek Van Dale). Jij hebt de twijfelachtige eer als eerste Nederlandse schrijver, in waarschijnlijk een halve eeuw, akkoord te gaan met deze militaire supervisie. Vrijwillig zelfs. Dat er geen woord uit je tekst is gehaald, zoals jij beweert, zegt veel over de soepelheid van je ruggengraat en de kneedbaarheid van je karakter.
Persbreidel is een gevaar voor de democratie zoals de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949)aantoonde. Duizenden Nederlandse militairen stierven omdat politiek en publiek onvoldoende werden geïnformeerd over een uitzichtloze strijd door gemuilkorfde media. Jij doet er in Afghanistan driftig aan mee. Je leidt zelfs een literair trainingskamp opgezet door het ministerie van Defensie om de eenzijdige boodschap te verfraaien. De potsierlijke scheldkanonnades in een afgeraffelde column verhullen je afgang echt niet.’
Dat verbaasde me trouwens, de onverzorgde indruk van zijn column. Alsof ie zijn betoog binnen een kwartier heeft ingetikt en verzonden. Enfin, ik zal er niet te veel woorden meer aan vuil maken anders begint Grunberg weer met zijn getetter. Moet ik erop reageren etc.
De foto heb ik genomen van een filmende commando in de provincie Kandahar, district Shorabak in september 2005. In plaats van te jagen op terroristen volgde deze moedige militair mij met de camera. Of-ie niks anders te doen had. Vast en zeker ook embedded.
1e dag: Ik doe niks, ben te moe van het autorijden. 1100 kilometer in één ruk.
2e dag: Doe nog steeds niks maar check avonds mijn hotmail.
3e dag: Ik word nieuwsgierig en koop een krant. ’s Avonds kijk in naar een trapezespektakel van kinderen met mijn jongste dochter.
4e dag: Ik lees verder in een boek over de evolutie van de oorlog.
5e dag: Ik koop drie kranten en volg het nieuws op de tv.
6e dag: Ik leg mijn GSM weer op mijn nachtkastje.
7e dag: Altijd blauwe lucht is best saai.
8e dag: Iedere dag foie gras en een glas Sauternes met mijn vrouw ook. (en ik word er dik van)
9e dag: Ik overleef het rode concours van ‘Adventure Park’ met mijn zoon. Nooit klim ik meer in bomen.
10e dag: Alles gelezen. Uit verveling koop ik de Privé en Weekend. Ik verslind ze.
11e dag: Ik ruim de auto op - alvast voor de terugreis.
12e dag: Ik ben blij als de VARA belt of ik mee wil doen aan het nieuwe tv-programma ‘Wat nu?!’.
13e dag: Ik sla een hole-in-one. Mijn oudste dochter klikt net te laat af. (zie foto)
14e dag: Zwarte Zaterdag. Om drie uur ’s morgens weg en zonder één file thuis. Heerlijk!
Wedden! Deze zomer besluit het kabinet de militaire missie in Uruzgan te verlengen na augustus 2008. Tja, wat kunnen we ook anders? Afghanistan is een moeras. Eenmaal tot je knieën vast in de modder kom je er niet makkelijk uit. Daarbij spookt het Srebrenica-scenario boven ons hoofd; weggaan zou een slachting opleveren onder de Afghanen die de kant kozen van de Nederlanders.
Welnu, ik geef de bewindslieden een paar suggesties om toch weg te kunnen, of in ieder geval levens te redden.
Gisteren stierf de negende Nederlandse militair voor een verloren zaak.
*) Val Pakistan aan! Iedere Afghaan weet dat de oosterbuur de Taliban en al Qaida onderdak verleend. Hele gebieden in de Nord-West Frontiers Province zijn defacto Taliban gebied. Zolang zij er zitten is vredesbewaring in Afghanistan zinloos. Manschappen en wapens steken dagelijks de grens over.
(Kans: nihil. Pakistan is een ‘trouwe’ bondgenoot van de VS. Liever Nederlandse levens opofferen dan het land van generaal Pervez Musharraf de waarheid vertellen.)
*) Vervang gouverneur Abdul Hakim Munib. Verschillende publicaties, onder andere in NRC Handelsblad en Nieuwe Revu afgelopen week betichten de hoogste regeringsvertegenwoordiger van Uruzgan van corruptie en dubbelspel met de Taliban. Geld voor veiligheid en wederopbouw verdwijnt in zijn zakken. Hij zou gegevens over Nederlandse troepenbewegingen doorgeven aan de vijand. Bovendien staat Munib nog altijd op een zwarte VN-lijst uit 1999 waar ook Osama Bin Laden op pronkt.
(Kans: nihil. Defensieministers Kamp en Middelkoop vonden het zóóóó’n leuke man. Hij geeft altijd tapijtjes als kado. Hem wegsturen zou erkennen dat ze dom waren. Dat nooit! Dan liever wat militairen in bodybags.)
*) Vraag onze Europese bondgenoten om hulp. Ik zie u lachen. De bondgenoten ook. Die kijken wel uit. Zij denken beter na dan Henk Kamp en JP Balkenende om levens te vergooien in een strijd die je toch niet kunt winnen.
(Kans: uitgesloten. Landen als Frankrijk zien de ‘Bataven’ graag creperen. En de Duitsers herinneren zich Stalingrad.)
*)Graaf je in. U weet wel, de strategie van de Romeinen rond het Gallische dorp. Doe of je er niet bent. Dus ook niet stiekem over de zandzakken kijken! Laat het vechten buiten de poort over aan de Afghanen (zie foto). Die betaal je royaal met het geld wat je op deze manier bespaart.
(Kans: goed. Je redt er in ieder geval veel Nederlandse en Afghaanse levens mee.
Mijn voorkeur? Combineer nummer 1,2 en 4. Inderdaad vergeet het bondgenootschap. Nederland staat er alleen voor, met dank aan de kamermeerderheid.
In het kader van leuke ontmoetingen bezocht ik gisteravond de vernissage van mijn goede collega fotograaf Teun Voeten. Het was een overzichttentoonstelling uit een waaier oorlogsgebieden; van Bosnië, Congo, Liberia tot de Palestijnse gebieden en Irak. Vandaar de naam ‘War’. Niks meer, niks minder: doden, gewonden, kapotte huizen, soldaten en vluchtelingen in fraaie zwartwit foto’s. Teun zweert bij de vertrouwde 35mm film.
Voor de gelegenheid had hij een statige expositieruimte gevonden aan de Avenue Marnix nr.22, een boulevard aan de Brussels binnenring. Ik genoot. Er was veel schoon vrouwenvolk, gekoelde mousserende wijn en gesneden wortels met cocktailsaus. Trots toonde Teun ook zijn zoontje Sebastian, een lieve knul met blonde krullen. Ik vereeuwigde de twee voor zijn favoriete foto ‘Tanks in Dust’ uit Irak 2003. “Een poëtisch beeld, ook geschikt voor de slaapkamer,” vertelde Teun er over. Zelf kwam hij net terug uit Afghanistan waar hij voor het Amerikaanse maandblad ‘Vanity Fair’ meetrok met een batllegroup van de 172ste Airborne Division. Teun ging ‘embedded’ maar volgens hem doen de Amerikanen niet zo moeilijk als de Nederlanders waarbij je je materiaal uit ‘operationele veiligheid’ na afloop moet tonen. “Ik hoefde niks te laten zien.” De Amerikanen doen niet aan censuur. De media zouden het daar ook niet pikken. Teun: “De Amerikaanse militairen weten ook wel dat als je een tijdje met ze in het veld bent geweest toch geen zeikstuk over hen zult schrijven.”
Van mijn kant maakt het niet uit wat een nieuwsman wereldkundig maakt, als het maar klopt en in vrijheid is verzameld. Er liep helaas geen Haagse Defensiepik rond die mijn opmerking kon opvangen.
Gisteren 17 dode Afghanen en acht gewonde Nederlandse militairen in Uruzgan door een zelfmoordaanslag van de Taliban. Waarom zitten we d'r ook al weer?
In Uruzgan bestrijden wij het islamitisch terrorisme?
Aan mijn hoela. Bij geen enkele aanslag New York 11-9-2001, Madrid 11-3 2004, of Londen 7-7-2005 deed een Afghaan mee. Alle daders groeiden op, studeerden of werkten lange tijd in het westen. Voor Nederland schuilt het gevaar eerder in de radicale moskeeën van Amsterdam, Den Haag of Eindhoven. Alleen ontbreekt de politieke moed om dat gevaar kordaat aan te pakken. Dus we trekken en blik militairen open en gooien een bom op wat huizen in Uruzgan. Alleen de naïevelingen onder ons denken dat we goed bezig zijn.
We brengen wederopbouw in Uruzgan?
De verhouding is: 14 miljoen voor de opbouw tegen 600 miljoen euro aan militaire uitgaven. Als je alle beschietingen en bombardementen van het laatste jaar bij elkaar optelt, heeft Nederland meer afgebroken dan opgebouwd.
De Afghanen zijn blij met onze komst?
Dat is de vraag. Nederlandse troepen trekken zelfmoordaanslagen aan zoals recentelijk in Tarin Kowt en Deh Rawod waarbij meer Afghanen dan Nederlanders het slachtoffers zijn. Met massale beschietingen zoals door het pantserhouwitser en met bombardementen door F-16’s in de Chora-vallei maak je evenmin vrienden.
We gaan de strijd winnen maar dat kan nog jaren duren?
Vergeet de overwinning. De Russen probeerden het tussen 1979 en 1989. Hun troepenmacht bedroeg op het hoogtepunt 150.000 manschappen. Ze verloren de strijd, ondanks een materieel overwicht, ten koste van 14.000 doden. Onder de Afghanen vielen zo’n één miljoen slachtoffers.
Karskens je staat alleen!
Zou je willen. Krijgshistoricus Martin van Creveld schrijft in zijn boek ‘De evolutie van de oorlog’ over Nederlandse missies in het buitenland: “Op z’n best kunnen we spreken van schamele, maar goedbedoelde pogingen om de wereld te verbeteren. Op z’n slechts van een enorme verspilling van belastinggeld.”
We zijn dom bezig in Afghanistan, wil ik maar zeggen.
SS-er Heirich Boere hoeft geen dag te zitten voor moord. Zo blijkt uit een uitspraak van het Duitse Hof. Boere schoot tijdens de Tweede Wereldoorlog verzetsstrijders neer en verraadde onderduikers in Zuid-Limburg. Boere, die zelf twee moorden toegeeft, zei dit voorjaar tegen mij: “Als je tegen ons was, ging je eraan.” Na de Tweede wereldoorlog vluchtte hij naar Eschweiler net over de grens. Hoewel in Nederland bij verstek ter dood veroordeeld, slijt hij een rustige oude dag in het bejaardencentrum ‘Pro Seniore Residenz’ (zie foto). Ik kots ondertussen van dit Europa waar moordenaars op legale manier hun straf kunnen ontlopen.
Een bezoekje aan Nederland is altijd goed voor een verrassing. Zo reed ik gisteren naar Hilversum waar een goede collega mij attendeerde op een column van Arnon Grunberg in de VPRO-gids van 23-29 juni. Onder het pseudoniem Yasha reageerde hij op uitspraken van mij in weekblad HP/De Tijd van 1 juni 2007. Afgelopen jaar bezocht Grunberg namelijk de militaire basis in Kandahar, Afghanistan. Vóór publicatie moest hij zijn werk bij de censuurafdeling van Defensievoorlichting voorleggen. De verhalen zijn later gebundeld. Ook gaf hij militairen schrijfles. Ik stel dat hij over tien jaar spijt heeft dat hij zich voor ‘het karretje van Defensie’ liet spannen. Grunberg is het niet met mij eens. ‘Zijn vermoeden dat Defensie censuur heeft toegepast op mijn stukken over Afghanistan is onwaar.’
Grunbergs vlotte pen maakt hem niet direct een goede schrijver, vind ik. Die zal namelijk niet als een scholier zijn opstel tonen en vragen of hij dit anderen mág laten lezen, zoals Grunberg deed. Ook al pleeg je nog zoveel zelfcensuur dat niets aan het stuk hoeft te worden veranderd.
Grunbergs bezoek aan Afghanistan kwam bij mij over als een Indiana Jones-avontuur in Bobbejaanland. U weet wel, zittend in een namaak kolenkar op rails door scherpe bochten. Erg leuk, erg ongevaarlijk maar ook erg makkelijk. In mijn jonge jaren, ten tijde van de oorlog in El Salvador begin jaren tachtig, noemde je iemand die de ballen niet had de straat op te gaan en aan de bar terugkomers handig leegmolk een ‘lounge lizard’. Grunberg verdient dat stempel. Grunberg is geen moedige man. Dat blijkt niet alleen uit het feit dat hij geen stap buiten de basis zette. Maar dat blijkt ook uit de onzinnige dingen die hij in zijn column erbij sleept, als vlucht, om zijn afgang te maskeren. Moed, zweet en eergevoel heb je nodig als je de échte oorlog wil verslaan. Zo niet, dan ben je een schrijvende lakei onder de vleugels van Defensie. Ook al pent Grunberg nog talloze boeken vol, zijn bereidheid te buigen voor de man met het rode potlood zal hem altijd worden nagedragen. Ik zou me in zijn situatie rotschamen.
(Foto is gemaakt in september 2006 op de weg tussen Kandahar en Tarin Kowt.)
De laatste weken was ik druk met de voortvluchtige oorlogsmisdadiger Klaas Carel Faber (zie foto). Hij is een van de laatste vier nog levende veroordeelde Nederlandse oorlogsmisdadigers in Duitsland. (De andere boeven zijn Bikker, Boere en Bruins.) Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam Faber als SS/SD-er deel aan de mishandeling en de executies van gijzelaars en verzetsmensen in Groningen. Voor zijn daden is hij in juni 1947 door de Bijzondere Rechtspleging ter dood veroordeeld. De straf werd in 1948 omgezet tot levenslang. In 1952 wist hij te ontsnappen uit de Koepelgevangenis van Breda.
Met de stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden kijk ik of het mogelijk is hem alsnog achter de tralies te krijgen. Denk niet van: kén je wel tegen een arme bejaarde. Faber is geen kreupele seniele man. Integendeel. Inmiddels 85 jaar verkeert hij nog in een uitstekende gezondheid. Zo rijdt hij iedere dag auto. Berouw over zijn daden heeft hij niet. En dat neem ik hem bijzonder kwalijk.
Eerlijk gezegd is het een enorme schande dat een ‘beroepsmoordenaar’ (want zo werd hij genoemd door de commissie die over een eventuele gratie ging voor zijn aandeel aan tussen de 23 en 40 moorden) van zijn kaliber in de Europese Unie anno 2007 vrij mag rondlopen.
De VVD, PvdA en SP vragen na perspublicaties deze week aan justitieminister Hirsch Ballin om maximale druk op Duitsland uit te oefenen om Faber alsnog achter de tralies te krijgen.
Volg de zaak ook op http://www.onderzoekoorlogsmisdaden.nl
Vandaag de Volkskrant gekocht. Zoiets doe ik niet iedere dag. Er was een reden voor. In de bijlage staat namelijk een interview met mediatycoon Derk Sauer. Derk haalde me ooit binnen bij de Revu. Hij is een hele goede bladenmaker en ik bewonder zijn doorzettingsvermogen om het 18 jaar in deprimerend Rusland uit te houden. Het vraaggesprek zelf was slap. Dat kwam niet door Derk maar door interviewer Yoeri Albrecht. Ditmaal had hij niet zijn vinger maar de hele onderarm in de aars van de geïnterviewde gestoken.
Ik bladerde verder en kwam bij de rubriek Ingezonden Brieven. Daar viel ik midden in de discussie of hoofdredacteur Pieter Broertjes wel of niet om de rel rond de ‘martelingen in Irak’ zijn ontslag moet nemen. De Volkskrant zou dingen hebben geschreven die niet klopten. Welnu, ik vind dat Broertjes niet om Irak hoeft op te stappen. Ja, u leest het goed: Broertjes hoeft niet weg voor Irak! Hij dient namelijk om de verslaggeving over een heel ander land zijn bureau leeg te halen, namelijk Rwanda. We gaan even terug in de tijd naar 1994, ten tijde van de slachtingen op de Tutsi’s. Toen manipuleerde VK-correspondente Els de Temmerman de waarheid. Zo gaf zij zich onterecht uit als ooggetuige van een slachting. Met de opgeklopte verhalen kreeg ze veel publiciteit. Ze won de Dick Scherpenzeelprijs (*) en de Prijs voor de Dagbladjournalistiek. In mijn boek ‘Pleisters op de ogen’, zeg maar ‘De Commissie Karskens’, maak ik gehakt van haar mooie woorden. Gevolg was dat ze –op aanraden van de Volkskrant- mij een proces aandeed wat ze op alle punten verloor. Leuk om mijn gelijk te halen, maar ik draaide wel op voor mijn advocaat- en bijkomende kosten. Die bedroegen 15.000 euro. Inderdaad, u leest het nogmaals goed, -de rekeningen heb ik nog- 15.000 EURO!!!. Om de waarheid te vertellen. En nu komt het. Nooit heeft de Volkskrant in de kolommen één woord vuil gemaakt aan het vonnis. Nooit één woord van ‘sorry’ of ‘we hadden het anders moeten opschrijven’.
Pieter Broertjes hoeft niet voor al Muthanna op te stappen. Hij heeft als een heer zijn excuus aangeboden. Nee, hij moet opstappen omdat zijn krant zich al dertien jaar lang niet excuseert aan de lezers over de incorrecte verhalen uit Rwanda. Bewust niet, want Broertjes weet van mijn grieven maar hij wimpelt ze af. En richting uitgang mag hij Albrecht meenemen.
(Weet u nu ook waarom ik niet íedere dag de Volkskrant koop.)
* De Dick Scherpenzeelstichting zwijgt ook sinds die tijd wat veel zegt over de pretentie van die club. Het vakblad ‘De Journalist’ wilde ondanks veelvuldig verzoek nooit één woord aan de uitslag van de zaak wijden, maar nam het in de aanloop naar het proces wel voor EdT op.
De inhoudelijke zaak Karskens versus De Temmerman is met het vonnis wat mij betreft afgedaan. Dat er in Rwanda wel ernstige dingen zijn gebeurd toont deze foto genomen in 1994 nabij de hoofdstad Kigali.
Omdat veel lezers opmerken dat mijn stukjes zeer verantwoord zijn, maar best ‘wat sappiger’ mogen, zal ik vanaf nu ook allerhande-zaken melden. Wel dit is een eerste poging. Gisteren was ik op de Vlaams-Nederlandse cultuur instituut ‘De Buren bij de Munt. Daar presenteerde mijn goede collega en dichter Serge van Duijnhoven (midden op de foto) zijn nieuwe boek ‘De zomer die nog komen moest’. Ook gaf de oud-Bosniëganger voor de tientallen aanwezigen een fraai concert ‘Klipdrift’ geheten met de band ‘Dichters Dansen Niet’. Na afloop suggereerde ik Serge dat hij het voordragen van gedichten moet verbreden tot een heus liedjesprogramma want er schuilt veel kwaliteit in. En ik drukte hem op het hart nog meer van uit zijn soms harde ervaringen te werken. Serge heeft namelijk nogal wat meegemaakt op de Balkan maar ook in Brussel. Hij signeerde zijn boek met ‘Voor Arnold. De man met het ijzeren harnas en het gouden hart’.
Acte de présence gaf ook een andere goede collega Arthur van Amerongen. Deze veelvoudige prijswinnaar van radio- en krantenprijzen legt de laatste hand aan een opzienbarend boek over zijn undercover-belevenissen in de islamitische wereld van Brussel. We dronken wijn en werden aardig zat. Maar gelukkig kun je met wat ‘fotoshop’ de rode oogjes wegretoucheren.
Het is u vast niet ontgaan. Twee commissies, de Commissie Van den Berg en de Commissie voor Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) hebben onderzocht of Nederlandse militairen zich misdroegen in Irak in 2003. Ze kwamen tot de conclusie dat er niet is gemarteld door onze jongens. Wel zijn wat regels overtreden. De Volkskrant die het nieuws vorig jaar naar buiten bracht heeft, betreurt nu de term ‘martelen’. Ik verwijt de twee commissies én de VK dat ze hun werk niet goed hebben gedaan.
Kijk, met water besproeien en een skibril opzetten, is naar Iraakse standaarden niet heel ernstig. Dus was dat niet zo moeilijk voor de commissies de betiteling ‘martelen’ voor deze zaak als ietsepietsje overdreven te bestempelen. Alleen vraag ik me af waarom de twee commissies niet verder hebben gekeken. Al in 2004 was bekend dat in het bijzijn van Nederlanders Iraakse arrestanten plastic zakken over het hoofd kregen getrokken. En dat arrestanten met geweerkolven werden geslagen. Dat is mij gezegd door een advocaat in al Muthanna. De Nederlanders sloegen niet zelf maar keken volgens de advocaat wel toe. Omdat het SFIR-mandaat de Nederlanders verantwoordelijk stelde voor de veiligheid in al Muthanna, zijn ze dat daarmee ook voor wandaden gepleegd door lokaal personeel. Had dát even onderzocht.
Maar ik heb meer kritiek. De commissies stelden vast dat er geen doofpotcultuur bestaat bij Defensie; om vieze zaakjes onder de pet te houden. Sorry hoor, maar ik weet geen betere benaming voor het gekonkel en bekruip bij de onderzoeken naar de dood van zes ongewapende Irakezen, doodgeschoten door Nederlandse militairen tussen 2003 en 2005. In talloze artikelen, radioberichten en tv-uitzendingen zoals bij Tweevandaag en Zembla heb ik verwezen naar het draaien en verdraaien van feiten. Maar ook dat wilden de commissies niet zien of onderzoeken.
Dezelfde ‘narrow mind’ verwijt ik de Volkskrant. Waarom fixeer je je als krant alleen op een incident in 2003? waarom zwijg je over schietincidenten met doden en gewonden en andere verhalen over mishandelingen? Je mist zo een breder kader. De VK ging vooral af op de berichten van een marechausseeofficier in Nederland en archieven in Den Haag. Ter plaatste is nooit onderzoek gedaan. Gevolg, je verliest. En dat had niet gehoeven. Defensie lacht de Nederlandse journalistiek nu hard uit. En ze heeft er ook alle reden toe.
Conclusie: Tijd voor een écht parlementair onderzoek over de militaire rol van Nederland in Irak tussen 2002 en 2005, lijkt mij. Of moeten we daar nog jaren op wachten?
PS. Op de foto het spandoek aan het ouderlijk huis van Azhar Sabah Jaloud(29) doodgeschoten op 21 april 2004 bij een checkpoint bemand door Nederlandse militairen die Iraakse veiligheidstroepen de schuld willen geven. Maar geseponeerd door het openbaar ministerie. Een onderzoek waard lijkt mij!
Iedere avond, als ik niet op reis ben, lees ik NRC Handelsblad. Terwijl ik donderdag nog serieus overwoog om mijn dure abonnement op te zeggen bij gebrek aan goede reportages en interessante researchverhalen de laatste tijd (*), zag ik vrijdag voorlopig van dat voornemen af. Op die dag, gisteren dus, beschreef op pagina 2 verslaggever Joep Dohmen hoe voormalig Groen Links-boegbeeld Paul Rosenmöller zich verrijkt. Stond de oud-havenvakbondsman vroeger nog op de barricade voor een eerlijk arbeidersloon. En pleitte hij als Tweede-Kamerlid nog voor nivellering en tegen exorbitante salarissen. Nu verdient hij 226.434 euro per jaar; bij de IKON is hij goed voor 133.926 euro en door allerlei commissariaten en klussen bij inspraakclubs strijkt hij daarnaast nog eens een slordige 92.508 euro op. Dohmen rekende uit dat onze Paul 194.434 euro uit semi-publieke middelen incasseert en dat is boven de Balkenende-norm van 171.00 euro, wat als ethische grens wordt beschouwd. Daarboven ben je een dief van de gemeenschap. In de praktijk betuigt Rosenmüller dus geen solidariteit met zijn veel slechter betaalde omroepcollega’s of secretaresses. Schaamteloos suggereert dit wandelende reclamebord voor uiterst rechts dat hij wat geld terugstort. Alsof hij het niet eerder wist. Wat stelt links nog voor, vraag ik me af. Zijn we niet toe aan een revolutie waarbij Paul níet op de barricade staat?
(*)Eerlijk gezegd heb ik het ook wel gehad met de meeste columnisten van NRC -ga je graf in of zoek ander werk- en stoorde ik me aan de foutieve dateline ‘Gazastad/Ramallah, 14 juni’ bij het verhaal van de correspondent in het Midden-Oosten. Het artikel werd niet in Gaza geschreven, daar was Oscar Garschagen, die overigens prima werk levert, op die dag niet, maar een week eerder. Een journalistieke pekelzonde van de redactie.
Voor wie het nog niet wist: stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden heeft een website www.onderzoekoorlogsmisdaden.nl.
O-O, opgericht op 4 mei, wil aandacht voor voortvluchtige oorlogsmisdadigers met een Nederlandse nationaliteit, of die woonachtig zijn in Nederland of zij die misdaden op hun geweten hebben waar Nederlanders het slachtoffer zijn. Zelf ben ik de voorzitter en ik word bijgestaan door een schare specialisten op het gebied van internationaal recht, politici en activisten. Zie daarvoor onder andere de lijst van het Comité van Aanbeveling. Dank is de stichting verschuldigd aan de notarissen van Stibbe in Amsterdam die de stichting hebben opgericht.
Deze week Vrij Nederland gekocht. Vanwege de ‘Afghanistan special’. En mensen wat voel ik me bekocht. Wat blijkt, het weekblad heeft zich verkwanseld als een sponsored magazine. Voor wie het niet weet, sponsored magazines zijn 100 procent commerciële uitgaven betaald door bijvoorbeeld een zeepfabrikant. Het is van: U betaalt, wij schrijven. Vrij Nederland ging in zee met de NCDO, Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling. Deze club is voor honderd procent financieel afhankelijk van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking(30 miljoen euro jaarlijks). NCDO mag van mij best bestaan, om bijvoorbeeld folders uit te delen op lagere scholen. Maar ze hoort zich niet in te kopen bij journalistieke producties. En vice versa. Want dat Vrij Nederland zijn onafhankelijkheid heeft verkwanseld is mij overduidelijk. Zo is het niet vreemd dat de titel positief luidt: ‘Hoe Nederland bouwt aan Afghanistan’. (vergeten zijn de bombardementen denk ik dan) Er komen een reeks hulpverleners aan het woord die allemaal vanuit Nederland worden betaald en daarom vanzelfsprekend positief zijn over hun werk. En uiteraard staat er een interview in met minister Bert Koenders. Die laat zich lovend uit over de ‘opbouw’. Zo spreekt hij bijvoorbeeld over de aanleg van 63 dorpswegen in Uruzgan. Kan hij gemakkelijk zeggen want niemand die het controleert, zeker VN niet. Al lezend denk ik: stel je voor dat Unilever in VN een grote advertentie zou plaatsen en de directeur daarnaast in een groot artikel zijn zeep mag aanprijzen. Niemand zou dat pikken. Deze politieke stroopsmeerderij is blijkbaar wel toegestaan.
Voor mij is het sponsored VN-magazine de zoveelste stap in de afkaveling van de Nederlandse berichtgeving over Afghanistan. Het gros van de journalisten gaat al mee als ‘embed’ onder de censurerende vleugels van Defensie. En nu stuurt Ontwikkelingssamenwerking ook nog eens de berichtgeving over de ‘wederopbouw’. Welke politicus heeft de moed om deze belangenverstrengeling eens aan de orde te stellen in de Tweede Kamer? Onafhankelijke berichtgeving is in ieders belang.
(De foto toont een voorbeeld van de mislukte wederopbouwactie Clean Up Tarin Kowt. Zoiets zie je dus niet terug in de VN-bijlage.)
Kon het nog niet eerder schrijven, maar ik heb een illegaal journalistiek uitje gemaakt naar Zimbabwe, de aardse hel van de ‘democratisch’ gekozen dictator Robert Mugabe. Honger, onderdrukking en massale emigratie zijn het product van zijn ruim 20-jarig wanbestuur. Ik schrijf er deze week over in Revu en aanstaande zaterdag besteedt de actualiteitenrubriek Eénvandaag aandacht aan oppositieleider Morgan Tsvangirai (zie foto) en het desperate lot van de bevolking. Een quote van MDC-activist Fred Makuvise (48) die ik sprak en een stijve kraag om had die zijn nekwervels in positie hield. ”De politie kwam met 250 mensen ons partijkantoor binnen. Ik heb er nog nooit zoveel bij elkaar gezien.” Een middenvinger is gespalkt. “Die hebben ze gebroken.” Het was niet zijn eerste meppartij. “Maar nooit was het zo erg.” Over tien maanden, in maart 2008, zijn er verkiezingen in Zimbabwe. Dit is pas het begin, zo luidt de verwachting.
Afgelopen donderdag 10 mei is Abdul Qayum Qayumi, de woordvoerder van de gouverneur van Uruzgan Hakim Munib, ontvoerd. Waar en onder welke omstandigheden zijn me nog niet duidelijk. Een Taliban-commandant, Mullah Abdul Bari genaamd, heeft de kidnap opgeëist.
Qayumi is een goede bekende van me en ik ben dan ook geschrokken. Meermalen was hij mijn gastheer tijdens mijn bezoeken aan Tarin Kowt. Een week lang deelden mijn gids en ik zijn kantoor/woon/slaapkamer in het gastenverblijf. Bij de eerste ontmoeting lag hij op een deken aan een infuus. (op de foto zie je de naald nog in zijn hand) Hij was ziek maar vooral erg ongelukkig in Uruzgan. “I am very, very unhappy mister.” Uruzgan ziet hij als een opstap naar een rustige kantoorbaan op een ministerie in Kabul. Daar woont ook zijn beoogde verloofde. Woest was hij dan ook toen de toenmalige PRT- commandant Nico Tak in september 2006 met allerlei leugens zijn integriteit aanviel; volgens Tak wist Qayumi van een vals uitgelekt nieuwtje. Qayumi zag zijn droombaan in de hoofdstad in rook opgaan.
Ook al slaap ik niet in het gouverneursgebouw, toch bezoek ik Qayumi. Hoewel hij Uruzgan als een veilige provincie moet verkopen, weet hij wel beter. We lachen veel en praten over films, winkels en vrouwen. Zaken waar in Tarin Kowt een groot gebrek aan is. Graag toont hij foto's van bezoekende parlementariërs en collega's die hij op Kamp Holland heeft ontmoet, in het kielzog van Munib. Veel groene thee drinkend probeert hij altijd charmant een visum voor Holland los te peuteren. “I am your friend!” Waarna hij de glazen nog eens volschenkt en de bak met dadels en toffees voorhoudt. Hij is een bijzonder prettige man.
Qayumi zou het laatst zijn gezien op de markt even voor het middaguur. De markt is slechts een paar straten verwijderd van gouverneurshuis waar hij woont. Wat veel zegt over de veiligheidssituatie in Uruzgan. Als ik zijn GSM-nummer bel gaat de telefoon over maar niemand neemt op. Ik maak me erg ongerust.
Nagekomen bericht: Wereldomroepcollega Hans Jaap Melissen mailde me dat onze Qayumi weer vrij is gelaten. Er bestaat nog wel veel onduidelijkheid over het hoe en waarom. Zal het hem zelf wel eens vragen bij een kopje thee.
Het was geen feest in Den Haag gisteren. Zakenman Frans van Anraat(64) is dan wel in hoger beroep veroordeeld tot 17 jaar celstraf wegens medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden. Niemand die echt blij keek bij het verlaten van de rechtszaal. “Het vonnis is twee jaar hoger dan de eis van vijftien jaar. We gaan in cassatie,” klonk advocaat J. van Schaik. Ook advocate L. Zegveld, die de slachtoffers vertegenwoordigde, keek sip. Haar eis tot een symbolische schadevergoeding van 680 euro voor vijftien (van de circa 120.000) slachtoffers verwees het hof door naar een civiele rechtbank. “Dat is weer opnieuw beginnen.” De verdachte Frans van Anraat, niet bij de uitspraak aanwezig, baalde ook stevig. Niet alleen voor de 17 jaar, want dat komt neer op zo’n tien jaar effectief. Het hof verweet hem ‘grof winstbejag’ terwijl hij van zijn vieze zaken geen cent heeft overgehouden.
Advocaat-generaal S. Minks, altijd opgewekt, trok ditmaal een zuinig gezicht. Hij had zijn best gedaan maar de rechters (zie foto) vonden volkerenmoord, de ergste misdaad in het strafrecht, niet bewezen. “Heel erg jammer.”
Zelf was ik ook niet echt opgetogen. Van Anraat wist nadat hij de beelden van de aanval op Halabja in maart 1988 had gezien heel goed dat een groot deel van de ruim 2.000 ton gifgasgrondstoffen die hij Saddam Hoessein leverde de uitroeiing van een bevolkingsgroep -mannen, vrouwen én kinderen- als einddoel had. Misschien had hij geen politieke motivatie om mee te werken aan volkerenmoord. Maar dan toch altijd wel een economische om door te gaan met leveringen tot januari 1989. Zo stuurde hij op 20 april 1988, een maand na Halabja, een telex naar Bagdad dat de laatste containers van een zending van 119 ton TDG, grondstof voor mosterdgas, wachtten op de kade van de Jordaanse havenstad Aqaba. Graag wilde hij ook geld zien: ‘a very urgent matter for us’. Onze Frans ten voeten uit.
De tientallen Koerden rolden hun spandoeken voor de gerechtshof snel op. Ditmaal geen feest, zoals bij de uitspraak in eerste aanleg in december 2005. “Die twee jaar extra is voor ons niet genoeg,” zei Amir van het Halabja-Comité.
Nee, ik heb niet altijd kritiek op collega’s. Neem nu journalisten die achter voormalige nazi-beulen aanzaten, ze opspoorden en voor het gerecht kregen. Kijk, dan doe je ertoe in het vak. Met de kans dat ik er paar vergeet, wil ik enkele van deze echte persmannen noemen. In de jaren zeventig achtervolgde Hans Knoops SS-er en kunstrover Pieter Menten en wist hem veroordeeld te krijgen tot 15 jaar. Klaas van Wier en Kees Kreemer ontdekten dat een zekere Siegfried Bruns eigenlijk SS-er was en Siert Bruins heette en in Altenbreckerfeld woont. Cees van Hoore vond in 2003 de eveneens ontsnapte SS-er Klaas Faber in Ingolstadt.
Algemeen Dagblad-verslaggever Eddy van der Ley reist regelmatig naar Duitsland. Gewoon om de oud-nazi’s te tonen dat ze niet zijn vergeten. “Om Bikker te spreken klom ik op zijn balkon. Toon Soetebier, reeds overleden, wilde niet opendoen. Toen heb ik de politie gebeld en vertelde dat ik familie was uit Nederland en dat er misschien iets aan de hand was. Met veel machtsvertoon braken ze toen de deur open. Soetebier was boos maar ik kon hem toen wel wat vragen en de fotograaf kon foto’s maken. Ik ken geen scrupules om die mensen te spreken. Het zijn beulen.”
Ik schrijf dit omdat ik in Revu deze week de huizen toon waar in Duitsland de laatste vier Nederlandse oud SS/SD-ers Bikker, Faber, Bruins en Boere nog steeds onbelemmerd en in goede gezondheid wonen, ondanks hun veroordeling tot ‘onherroepelijk levenslang’ in Nederland. Een harde slag in het gezicht van alle slachtoffers en hun familieleden die pijnlijk nagloeit, tot op de dag van vandaag.
PS De lijst van Nederlandse doortastende journalistieke nazi-jagers is waarschijnlijk verre van compleet. Toevoegingen zijn welkom. De foto heb ik gemaakt in de expositieruimte van KZ-Dachau.
Labels: journalistiek oorlogsmisdaden
Goed nieuws. Volgende maand verschijnt mijn boek ‘Oorlog is goed voor slechte mensen’. Het is een bundeling van 47 columns die ik de laatste vijf jaar heb geschreven voor het veteranenblad Checkpoint. In scherpe, grappige, relativerende, ontroerende persoonlijke verhalen vertel ik over mijn hunkering naar Holland tijdens de oorlog in Irak, de machteloze gevoelens in Tsjetsjenië, de bijna doodbeleving in een crashende helikopter, postraumatische stressstoornis, eten, hotels en racekak. U, als oud-strijder -of die het graag had willen zijn- zult zich er zeker in herkennen.
Hoofdstukken dragen intrigerende titels als: Het D-day gevoel, Libanese lessen, Uruzgan Kan?, Met sergeant Kees in Bosnië, Bagdad Blues, Het verlies verzwegen, Raviv, Oorlog & Kroeg en Een AK voor een AK - over een ontmoeting met majoor-generaal b.d. M.T. Kalashnikov. Alles gelardeerd met fraaie ‘full colour’ foto’s. Kortom, een sieraad voor uw boekenkast. En leuk leesvoer op vakantie!
De titel is een quote van mijn gids-scharrelaar in de Bosnische hoofdstad Sarajevo ten tijde van het Servische beleg, begin jaren negentig. Hij zei me: ‘Oorlog is goed voor slechte mensen’ (‘en slecht voor goede mensen’). Dit prachtboek met ruim honderd pagina’s gaat nog geen vijftien euro kosten. Een vriendenprijsje.
Bestel alvast via de betere boekhandel of www.qvuitgeverij.nl
Pagina 17 van 18
op Twitter: @arnoldkarskens
op Facebook
Steun de stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden
Nodig Arnold uit voor Spreekbeurt of Masterclass
2020. Voor verraders zou geen plaats zijn...(ism Cees van Hoore). Het ontluisterende verhaal over de vervolging van WO2-misdadigers in Nederland tussen 1945 en 2020. Bestel
2019. Alle pijn van de wereld. Een roman over oorlogsverslaggeving die de kern én de gevolgen van een goddelijke gekte blootlegt. Bestel
2020/2019/2018/2017. Een opzienbarende verzameling van fouten, halve waarheden en hele misleidingen door de NOS. Gratis te lezen op de weblog.
2018. Operatie laat niets in leven. (ism Henk Willem Smits) Het bizarre leven van Guus Kouwenhoven, Nederlands grootste oorlogsmisdadiger van de laatste decennia. Bestel
2018: Nepnieuws explosie. Desinformatie in de Nederlandse media (bijdrage). Bestel
2016. Help, er staat een terrorist in mijn keuken - tips en overlevingslessen bij een terreuraanslag thuis, op het werk of op het terras. Bestel
2009. Het verhaal van Nederlanders die vochten onder vreemde vlag.
2002. Een overlevingshandboek voor journalisten, hulpverleners en avonturiers.
2001. Pleisters op de ogen, pleister op de mond. De geschiedenis van de Nederlandse oorlogsverslaggeving van Heiligerlee tot Kosovo.
1995. Autobiografische verhalen uit de oorlog.
Voor de volledige lijst zie KB.nl of Klik hier voor meer info over deze boeken