Wie mij eindelijk eens in levende lijve wil zien, nodig ik uit bij een van de drie lezingen die ik komende week geef, georganiseerd door het Studium Generale.
Mijn betoog wordt gevolgd door discussie. Wie vragen heeft kan die stellen.
Zondag 4 mei op de Universiteit van Utrecht in het Academiegebouw, Domplein 29. Aanvang direct na de herdenking om 20.00 uur.
Dinsdag 6 mei in Rotterdam op de Erasmus Universiteit, Burgemeester Oudlaan 50, Zaal B-2. Aanvang 15.30 uur.
Woensdag 7 mei in Delft voor de TU-Delft in het DOK, Vesteplein 100. Aanvang 20.15 uur.
Volgens mij is de entree gratis. (Anders zegt u maar dat u, als trouwe blogbezoeker, mij kent)
De lezing gaat vooral over de oorlog in Afghanistan en mijn link met de Tweede Wereldoorlog. De discussie over de oorlogsverslaggeving en het wel-en-wee van de ‘unembed’.
Komt Allen!
Haast u wel, want zoals u ziet staat er al een rij! De foto nam ik ergens in 2003 in Irak, al Muthanna. Blije kinderen die de maart/april invasie hebben overleefd.
In de reeks ‘bijzondere ontmoetingen' wil ik u voorstellen aan Henk Hesse (midden op de rechter foto) hij is een zoon van Johannes F. Hesse die in Tweede Wereldoorlog uit zijn huis is gesleept door de gebroeders Pieter en Klaas Faber. Al eerder schreef ik over deze notoire oorlogsmisdadigers, beiden zijn ter dood veroordeeld. Bij Pieter is de straf uitgevoerd. Voor Klaas Carel werd die omgezet in levenslang. Zoon Henk maakte het als kleine jongen van dichtbij mee en vertelde er gisteren over in het populaire praatprogramma “De Wereld Draait Door’, deze avond gepresenteerd door Menno Bentveld die ook voor de foto poseerde die redactrice Stieni Bosma maakte. (zo heb ik ze allemaal genoemd)
Henk vertelde hoe “mannen in zwarte leren jassen” bij zijn bed stonden en hoe zijn vader met andere verzetsmannen werd gefusilleerd waarvoor de broers Faber medeschuld dragen.
Het gesprek was om aandacht te vragen voor de zaak. Het is en blijft een schande dat in het Verenigd Europa dit soort lieden ongestraft over de grens kan wonen. Henk was het daar helemaal mee eens.
Ik plaats ook de Open Brief in De Pers van donderdag 24 april waarin de verlangens staan die nabestaanden aan de Tweede Kamer hebben geventileerd. Nog geen reactie uit Den Haag gehoord, overigens. Ook schandalig.
Vandaag publiceert De Pers een open brief aan de Tweede Kamer van nabestaanden van slachtoffers van Klaas Carel Faber met het verzoek nu eens eindelijk druk & vaart te zetten achter deze onverkwikkelijke zaak. Als Nederlandse politieman gedetacheerd bij de Duitse SicherheitsPolizei, waaronder meer de Gestapo en de SichterheidsDienst deel van uit maakte, voerde Klaas Carel Faber in het laatste oorlogsjaar een ware terreur vanuit het roemruchte Scholtenshuis in de stad Groningen. Gevangenen werden met gummiknuppels mishandeld. Ook was hij betrokken bij de dood van zeker 22, sommige bronnen spreken van rond de 50, Nederlanders bij buitengerechtelijke executies. Daartoe behoren onder meer terechtstellingen in Kamp Westerbork en in de bossen van Norg.
Faber werd ter dood veroordeeld, wat werd omgezet in levenslang, en ontsnapte in 1952 naar Duitsland. Daar woont hij nog steeds als vrij man. Een schande, om het mild uit te drukken. Vandaar de oproep. Nu het nog zin heeft.
Lees verder De Pers
De foto nam ik vorig jaar juni in Ingolstadt waar de voortvluchtige crimineel woont. Klaas had net gebak gekocht (zijn vader was banketbakker en als NSB-er door Hannie Schaft doodgeschoten) toen ik hem samen met een Eenvandaagploeg verraste. Geen woord van spijt kwam over zijn lippen.
In de lange reeks ‘leuke ontmoetingen’ wil ik u ditmaal voorstellen aan interviewster Phara de Aquirre. Ze werkt al sinds mensenheugenis voor de VRT en heeft tegenwoordig een eigen talkshow ‘Phara’. “Toch hartstikke leuk een programma dat jouw naam draagt,” zei ik gisteren tegen haar. Want ook ik mocht me tussen de BV’s (Bekende Vlamingen) zetten aan de zwart/witte tafel. “Die naam was mijn idee niet,” klonk het op verontschuldigende toon. Maar ik zag een glimlach om haar mond. Ze vindt het wel heel sjiek.
Eerder was Phara het paradepaardje van het duidingprogramma ‘Ter Zake’ waarvoor ze me verschillende keren interviewde. Veelal over Irak en Afghanistan. En dat doet ze goed. Ik denk dat ze de ‘Sonja’ van Vlaanderen is. Ze laat mensen uitpraten en stelt vragen waar je niet me een simpel ‘ja’of ‘nee’ op kunt antwoorden. Na lange afwezigheid door –lelijk woord- een slepende ziekte is ze weer op haar post. Zij het in een praatprogramma. We spraken ditmaal over het groeiend aantal dode Nederlandse militairen in Afghanistan (de teller staat op 16!) en de naderende deelname van Belgische F 16’s aan de oorlog in het zuiden. Door de bommen die ze afgooien zijn vliegtuigen de grootste boosdoeners in de ogen van de bevolking, vertelde ik. Phara liet me rustig mijn verhaal vertellen. “Ik kan nog wel fel zijn,” zei ze naar afloop. Maar ik zag in haar ogen dat ze met haar late talkshow best tevreden is. Relativeren als interviewer is een schoone eigenschap, dacht ik bij het wegrijden. Ik was erg blij Phara weer te zien.
Sorry, maar ik was de laatste weken onderweg. Uruzgan was het einddoel. De verbindingen waren beroerd en ik was erg druk. Vandaar de radiostilte. Maar geen zorgen. Komende weken zal ik u via artikelen in De Pers op de hoogte brengen van mijn belevenissen en ontmoetingen aldaar: Oorlogsslachtoffers, moeilijkheden met de (weder)opbouw, Taliban-gevangenen (gisteren en maandag in de krant), papaverboeren, en de enorme verwoesting van de provincie (zie foto). Verder zal ik reageren op de vervolging van oud SS-er Boere en de ontwikkelingen in de zaak tegen die andere voortvluchtige oorlogsmisdadiger K-C Faber. Begin mei geef ik een vier mei herdenkingtoespraak op de Universiteit in Utrecht en de week erop in Rotterdam en Delft. Ook daarvan zal ik de details binnenkort geven. Ik leef dus nog, het is maar dat u het weet!
Gisteren schoof ik aan bij Pauw & Witteman. In dit prima praatprogramma lichtte ik al een deel van de sluier op over Uruzgan. Want veel wordt verzwegen. Neem dat maar van mij aan. En ik wil nogmaals herhalen dat ik uiteraard ook het verlies van de twee Nederlandse jongens betreur, de laatste in een reeks van 16. Maar ik betreur ook de dood van andere zonen van onschuldige burgers door Nederlands vuur. En daarvan ligt het aantal vele malen hoger.
Na zo’n optreden loopt mijn mailbox vol. De meeste berichten zijn positief. Maar ik krijg ook negatieve reacties. Het tegengeluid bied ik graag de ruimte. Deze twee mails heb ik voor u gekopieerd.
Hr. Karskens,
Heb me zeer gestoord aan uw opmerking dat : "de Nederlanders" de dag na de dood van Timo S een Afghaans dorp hebben gebombardeerd met honderden "onschuldige" Afghaanse "burger"doden als gevolg, daarmee kracht gevend aan uw argument om Gen.van Uhm van zijn verplichtingen als opperbevelhebber te ontslaan, U geeft duidelijk blijk van het feit dat u geen notie hebt van de professionaliteit van militairen in het algemeen.
Wij, (U en ik), Wij zijn "de Nederlanders".....Wij het Nederlands volk hebben ( middels onze democratisch gekozen volksvertegenwoordigers) deze militairen naar Afghanistan gestuurd.
Om op de wijze die u verkiest uit te halen naar deze door ons gestuurde mensen, is laag bij de grond.
Tot slot, het komt mij voor dat u consequent iedere dode Afghaan een onschuldige burger noemt, U kunt geen onderscheid maken tussen de gemiddelde Afghaanse man en een Taliban strijder, (alsof de Talibanstrijders een uniform zouden dragen)
Ik zou het op prijs stellen als u in ieder geval de schijn van onpartijdigheid wilde ophouden
(of anders gewoon bij de taliban als journalist in dient te gaan...)
Coen Verhelst
---
Geachte heer Karskens,
Ik vind dat u zich moet schamen om zo voor de Afghanen op te komen. Onze en ook mijn jongen doet daar nu zijn plicht. Natuurlijk is het vreselijk wat er met de bevolking gebeurt. En dan alleen diegene die er niets mee te maken hebben. Toen u berichtte over Irak had ik nog achting voor dat wat u verelde. Ik vind dat u nu een grens hebt overschreden. We maken de huizen van die arme Afghanen kapot. Natuurlijk omdat de taliban er zit. Ze verkleden zich als vrouwen zoals we hebben kunnen zien op TV.
We hebben een verkeerde strategie?
Word dan commandant van de strijdkrachten als u het zo goed weet
Nogmaal ik vind uw standpunt schandalig
HJJ Berg
Amersfoort
Interessante dag vandaag. Het gerechtshof in Arnhem behandelt de ‘beklagzaak’ waarin de Irakese vader Sabah Jaloud (zie foto) om de vervolging vraagt van een Nederlandse luitenant. Die schoot op 21 april 2004 zijn zoon Azhar Sabah Jaloud(29) dood bij een nachtelijk checkpoint in de zuid-Irakese provincie al Muthanna. Het Openbaar Ministerie besloot niet tot vervolging omdat deze luitenant de Rules of Engagement zou hebben gerespecteerd. Mijn onderzoek in 2004 (ik bezocht de vader, ik sprak met de onderzoeksrechter en ik bekeek het autopsierapport) gecombineerd met de opgedane kennis van advocate Liesbeth Zegveld uit het dossier, levert een heel ander beeld op. Zegveld: “De schutter beweert dat hij bewust handelde, zo zou hij gewacht hebben met schieten tot de auto voorbij was. Wat de vraag opwerpt of je dan kunt spreken van zelfverdediging. De luitenant zou 28 maal enkelschots hebben geschoten. Binnen zeven seconden. Dat lijkt me onmogelijk.”
De Jaloud-zaak kan verstrekkende gevolgen hebben omdat ook de honderden nabestaanden van burgerdoden in Uruzgan, deze stap kunnen nemen. Zegveld: ”Mocht het niet tot een strafzaak komen dan kunnen ze de militairen of de staat civiel aansprakelijk stellen.”
Lees verder in De Pers
‘Mr. Gus’ Kouwenhoven is door het Hof in Den Haag gisteren vrijgesproken van de ontduiking van een VN-wapenembargo en het medeplegen van oorlogsmisdaden in Liberia tussen 2001 en 2003. Zittend op de eerste rij hoorde ik het vonnis met groeiende verbazing aan. Ooit, in 2005, sprak ik Guus Kouwenhoven als eerste over de verdenkingen van ruime hulp aan de toenmalige president Charles Taylor die verwikkeld was in een strijd met rebellen uit het naburige Guinee. Guus, strak pak-gouden brilmontuur, ontkende zijn aandeel in de oorlogsvoorbereidingen, de smokkel van wapens via zijn haven Buchanan (zie foto), en de oorlogshandelingen, het sturen van zijn mannen naar het front waar duizenden onschuldige burgers in het strijdgewoel zijn omgebracht. Een half jaar later werd Kouwenhoven gearresteerd en in eerste aanleg veroordeeld tot acht jaar voor de wapensmokkel. Gisteren liep de ‘ Godfather van Liberia’ als vrij man de rechtszaal uit. “Ik ben blij dat de waarheid naar boven is gekomen,” zei hij tegen mij. Zelf vind ik dat er wel recht is gesproken maar geen recht is gedaan. Kouwenhoven was door zijn zakenbelangen met president Taylor (bijvoorbeeld: vijftig procent van de opbrengst van de houtkap van mr. Gus eiste hij op) in mijn ogen medeverantwoordelijk voor de ellende. Hij was de kurk waarop het regime deels dreef. Maar ik erken de rechtstaat. Het Openbaar Ministerie heeft bewijsmateriaal aangeleverd wat ‘berust op drijfzand’, volgens de voorzitter van het Hof. Ik ben een goede verliezer dus ik feliciteerde Kouwenhoven in de hal. Wel met de opmerking dat ik niet blij was met het vonnis. Hij reageerde met de opmerking dat ik geen goede journalist ben. Ik neem de opmerking ter harte. Ik bied mijn excuses aan Kouwenhoven aan als hij zich door mij onheus bejegend voelt. Eveneens excuses aan mijn lezers omdat ik niet het harde bewijs op tafel heb gelegd om het Hof wel te overtuigen. Zelf zal ik niet meer over Guus Kouwenhoven schrijven (ik heb een hekel aan bashen) zolang ik geen overtuigend bewijs kan leveren over zijn aandeel in de oorlog.
In de reeks ‘ leuke ontmoetingen’ stel ik u dit maal voor aan Robert Vuijsje. Hij schreef zijn eerste roman ’Alleen maar nette mensen’. Gisterenavond werd zijn geesteskind gepresenteerd in de buurt van het Amsterdamse Leidseplein.
Robert ken ik al jaren als collega. Bij de Revu zat hij bijna tien jaar tegenover mij. Wanneer ik verhaalde over mijn verre reizen hing deze jonge auteur aan mijn lippen. Als ik aan gene zijde van de horizon aan het front lag, beantwoordde hij trouw mijn telefoon. Prima vent dus. Robert zag mij als zijn grote voorbeeld en ik heb hem menig idee aan de hand gedaan. Later hoefde dat niet meer want Robert ruikt een goed verhaal op afstand.
Enfin, het was een schitterende boekenpresentatie in vele opzichten. Allereerst was de drank gratis, verder waren de boeken gratis en waren er vele leuke mensen. Bijna allemaal journalisten, oké daar moet je van houden, maar dat doe ik. Fotograaf Guus Dubbelman was er ook en nam de foto van ons en enkele enthousiaste aanwezigen.
Daarbij had ik iets te vieren. Per 1 april stap ik over naar dagblad De Pers. Met een oplage van ruim een half miljoen dagelijkse exemplaren en een prima website krijg ik volop ruimte voor mijn verhalen uit Afghanistan en onderzoeken naar oorlogsmisdadigers. Gisteren heb ik mijn nieuwe collega´s een hand gegeven, het contract getekend met uitgever Cornelis van den Berg en plannen gesmeed met hoofdredacteur Ben Rogmans. ´Ik heb er erg veel zin in,´ herhaalde ik zeker tien keer. Want wie komt tegenover mij te zitten? … Ik laat u even raden…. Robert!
De halve wereld verwacht van mij een stelling in de Film van Wilders. Die heb ik: Vertonen. Wel met een advies voor Geert. Dat schreef ik in een commentaarstukje voor de Revu.
‘Uiteraard ben ik geen helderziende, maar ik denk dat ik weet hoe de 'anti-Koran' film 'Fitna' van Tweede-Kamerlid Geert Wilders er uit gaat zien. Dat wordt het betere plakwerk. Een collage van bekende beelden die we kennen van tv en internet. Zoals daar zijn: een onthoofding door Taliban van Afghaanse politiemensen, de effecten van een zelfmoordaanslag in een Israëlische badplaats, een autobom op een overvolle markt in Irak en Pakistan, foto's van de Turkse genocide op Armeense christenen, een steniging in Iran, burgers na bomaanslagen in Casablanca, New York, Madrid en Londen. Gewoon aan elkaar geplakt. Zonder commentaar.
Wie zich voelt aangesproken, zal zich er aan storen. Maar het zijn bestaande beelden van acties uitgevoerd in naam van een geloof. Wilders houdt met zo'n film de kijker een spiegel voor. Wie schrikt, schrikt van zichzelf. Als Wilders zich in de film onthoudt van commentaar zal niemand hem kunnen aanvallen. Alleen, daarvoor heb je tact nodig. En ik weet niet of ons Kamerlid zich zal inhouden. Zelf raad ik hem aan geen pagina's uit de Koran te scheuren of zich te zondigen aan fouten, als intolerantie, die hij zijn tegenstander in de schoenen schuift. Als Wilders de hele film zijn mond houdt, is dat het beste. Dan zien we een herhaling op de Grote Donorshow van BNN, waarbij iedereen op voorhand ook op het verkeerde been is gezet bij het weggeven van een nier. Zo wordt opnieuw aangetoond dat de samenleving en politiek ziekelijk vooringenomen is.
Interessant zijn de reacties achteraf. Een diep teleurgestelde premier Balkenende noemt de film 'schadelijk en gevaarlijk.' Nu zijn kabinet in de peilingen op een dieptepunt staat, zal hij een andere bliksemafleider moeten zoeken. En de mensen die de islam als politiek wapen gebruiken, wat zullen die boos zijn! Een fris excuus om onheil te stichten zien ze aan zich voorbij trekken. Maar de rest, zeg maar het gezonde, overgrote deel van de mensheid, u en ik, haalt de schouders op: we zijn er weer met z'n allen ingestonken.
Ik weet niet of Wilders het zo doet, want nogmaals, ik ben geen helderziende. Maar met wat tact slaat zijn 'beproeving' pas echt in als een bom.’
PS De boef met tulband op de foto ben ik. Waarmee ik wil zeggen dat je niet moet afgaan op de buitenkant. Want weinig mensen zijn zo aardig en tolerant als uw blogger.
Triest maar waar: Nederland verliest op alle fronten in Uruzgan. Zo is het vertrouwen in een Nederlandse militaire overwinning de laatste maand sterk gedaald, meldt het ministerie van Defensie. Nog maar eenderde van de Nederlanders verwacht succes in de strijd tegen de Taliban, het laagste percentage ooit. Ook denkt minder dan eenderde dat er nog sprake is van een opbouwmissie.
De Task Force Uruzgan-militairen zien, op hun beurt, de waarheid niet graag onder ogen. Samen met politici eisen ze dat defensieminister Eimert van Middelkoop naar Uruzgan afreist. Hij moet duidelijkheid verschaffen over het schietincident, begin januari, waarbij twee Nederlandse militairen omkwamen. Het was 'eigen vuur’ volgens onderzoek, maar dat horen ze daar niet graag.
Het vertrouwen in de Nederlandse –embedded- media over Uruzgan lijkt niet veel beter. De Leidse studente politicologie Janet van Klink constateerde na lezing van 200 dagbladartikelen dat de norm voor vrije en onafhankelijke nieuwsvoorziening wordt geschonden. Er wordt vooral ‘een positief beeld van de Afghaanse werkelijkheid’ gegeven. (Zie blog van 13 februari)
Terwijl militairen eerlijk voor hun deceptie uitkomen, stopt de journalistiek haar hoofd in het zand. Embed-verhalen, die zijn gescreend op militaire én politieke zaken, mogen dit jaar wel meedoen met De Tegel, de belangrijkste persprijs van Nederland. Hans van Beers, voorzitter van De Tegel en in het dagelijkse leven directeur van het Conservatorium van Amsterdam, wil niet zelf aan de telefoon komen als ik hem opbel voor Revu. Hij sms’t:
“De door jouw genoemde categorie wordt op eigen merites beoordeeld. Dus uitgesloten noch bevorderd. Meer valt er niet over te melden.”
Dus geen veto op embed inzendingen noch op nominatie?
“Klopt. “Ik houd me als jury voorzitter aan de regels.”
Ondergraaft de embed-verslaggeving niet het vertrouwen in de Nederlandse journalistiek?
”Volgens mij gaat de journalistiek daar zelf over.”
Reactie van mijn kant: Nou, dan weten we het wel!
Deze week suggereer ik dat Duitsland het stokje in Uruzgan na 2010 overneemt. Althans Nederland is slinks aan het lobbyen met een aardig maar ook weer doorzichtig opzetje de hete aardappel op het bordje van onze oosterbuur te flikkeren. De eerste stap is gezet op 14 december, jongsleden. Toen maakte minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking bekend dat de Duitse Gesellschaft für Technische Zusammenarbeit GTZ de belangrijkste ontwikkelingsprojecten in Uruzgan krijgt toegewezen. De organisatie mag in drie jaar maar liefst 34 miljoen euro besteden aan de aanleg van wegen, aan landbouwontwikkeling en aan capaciteitsopbouw voor regionaal bestuur. Het is het hoogste bedrag (‘een subsidiebeschikking’) door Nederland gegeven ooit aan een niet-gouvermentele ontwikkelingsorganisatie, afgekort NGO, in Afghanistan. Voor een verhaal in Revu heb ik links er rechts gebeld en iedereen vond het een rare gang van zaken. Willem van der Put directeur van de gezondheidsorganisatie HealthNet, die al jaren actief is in gebieden getroffen door rampen en oorlogen: “Als je het netjes wil doen schrijf je een tender uit, zodat andere organisaties kunnen meedingen. Wij hebben in Uruzgan één project betaald gekregen van 200.000 euro voor gezondheidszorg en opleiding.” De Central Asia Development Group, de enige buitenlandse organisatie werkzaam in Uruzgan, is ook niks gevraagd. ”We zijn in Uruzgan de enige organisatie werkzaam buiten het hek. Wij hebben de expertise en de know how. GTZ heeft nog nooit een project uitgevoerd in het zeer onrustige zuiden.” Een Europeaan in Kabul werkzaam in ontwikkelingswerk zet vraagtekens of het bouwen van wegen, waarvoor GTZ tien miljoen euro krijgt, wel in goede handen is: “GTZ en infrastructuur is een grap, die hebben nog nooit een steen opgeraapt en weer neergelegd. De claim dat GTZ ervaring heeft met werk in de regio's en vooral met infrastructuur, Koenders noemde dat expliciet, klopt niet.”
Blijft de vraag waarom Nederland uitgerekend met deze Duitse instelling in zee gaat. En nu denk ik hardop: Speelt Nederland een lumineus spel om de Duitse regering van Angela Merkel troepen te laten sturen naar het gewelddadige zuiden, wat ze tot nu toe weigert? Tweede-Kamerlid en oud-diplomate Mariko Peters van Groen Links, zelf jarenlang werkzaam geweest in Afghanistan, zei me al eerder: “In het algemeen vind ik dat de ontwikkelingsprojecten te veel worden bepaald door de Nederlandse militaire strategie.” Een ontwikkelingswerker in Kabul over het paaien: “Het zou een strategische overweging kunnen zijn; door een Duitse instelling daar neer te zetten en aan gevaar bloot te stellen komt er een roep om bescherming die de Duitse militairen dwingt zich daar ook te vertonen. Wel een cynische gok met de veiligheid van GTZ personeel.”
HealthNet-directeur Willem van der Put: “Het lijkt er wel op. Kijk GTZ is natuurlijk een degelijke club. Ze zijn goed in politietraining wat Nederland niet in huis heeft. Maar 34 miljoen euro is zo’n groot bedrag dan steekt de verdenking de kop op dat iets Duitsland over de streep moet trekken troepen naar het zuiden te sturen.”
Een van mijn favoriete sites is ‘Uruzgan Weblog’, een verzameling informatie uit publieke bronnen over het wel en wee van de provincie. Heel uitgebreid en actueel. Ik kom er niet altijd fraai vanaf, maar dat drukt de pret niet. De Blog plaatst namelijk ook stukken die wel gunstig uitpakken. Zoals het opiniestuk uit NRC Handelsblad, pagina 7, van gisteren. Lees het en u ziet een academische bevestiging van mijn journalistieke overtuiging. Let vooral op de frase ‘...met embedded journalistiek de norm wordt geschonden dat de media in een liberale democratie autonoom, vrij en onafhankelijk moeten zijn…’ Midden in de roos door Janet van Klink, die ik verder in het geheel niet ken. Dus zoek geen verbanden die er niet zijn.
De reacties van tegenstanders heb ik ook overgenomen.
EMBEDDED JOURNALISTIEK IS NIET ONAFHANKELIJK
Uit vergelijking van 200 krantenartikelen blijkt dat embedded journalisten niet het complete beeld naar buiten brengen. Veel zaken blijven onopgemerkt, schrijft Janet van Klink.
Wat is eigenlijk het nut van embedded journalisten? Kunnen zij onafhankelijk berichten over de militairen bij wie zij zich bevinden en over hun acties?
'De bekendste niet-embedded journalist van Nederland, Arnold Karskens, toonde enkele maanden geleden het grote belang van onafhankelijke verslaggeving over de ISAF-missie in Afghanistan. Uit gesprekken met ooggetuigen en nabestaanden van slachtoffers heeft Karskens opgemaakt dat het Nederlandse leger tegen de Geneefse Conventies is ingegaan door de burgerbevolking niet voortijdig te waarschuwen over beschietingen met zwaar geschut en vanuit de lucht. Dit roept de vraag op of embedded journalisten, die dichter bij de militairen zitten – en die de meerderheid van de verslaggevers vormen – tot eenzelfde conclusie hadden kunnen komen.
Door de gevaarlijke situatie in Afghanistan is een zekere symbiose tussen leger en media ontstaan. Tijdens Task Force Uruzgan kunnen journalisten voor één à twee weken embedded gaan: zij lopen mee met de militairen. Zij krijgen hierdoor een unieke kijk in ‘de militaire keuken’, maar moeten voor publicatie hun werk wel laten screenen. Hoewel volgens de officiële regels van Defensie alleen teksten worden geschrapt die de troepen in gevaar kunnen brengen, kan dat invloed hebben op hun onafhankelijke informatievergaring en op het beeld dat de journalisten overbrengen.
In juni 2006 schreef embedded journalist Steven Derix in NRC Handelsblad: „Een week lang hebben we louter en alleen met Nederlandse militairen gepraat. De vraag is in hoeverre hun beeld overeenkomt met de Afghaanse werkelijkheid. ” Hij stelde daarmee eigenlijk de hamvraag naar de rol van de media in de berichtgeving over het conflict in Afghanistan: geven embedded en niet-embedded journalisten hetzelfde beeld van wat zich daar afspeelt?
Uit een door mij uitgevoerde inhoudsanalyse van meer dan 200 artikelen over ISAF tussen maart 2006 en mei 2007 in vijf landelijke dagbladen blijkt duidelijk van niet. De resultaten van de twee soorten van journalistieke verslaggeving verschillen aanzienlijk.
Een eerste verschil is het gebruik van bronnen. De meeste embedded artikelen hebben slechts één informant. Bovendien wordt in 90 procent van de verhalen ten minste één militaire bron gebruikt, zoals soldaten, bevelhebbers en vertegenwoordigers van de NAVO. Niet-embedded verslaggevers maken daarentegen van meer verschillende soorten informanten gebruik, naast militairen vooral ook vertegenwoordigers van (internationale) organisaties, de Afghaanse overheid en burgers.
Door dit elementaire verschil berichten embedded verslaggevers vaker over het dagelijks leven op de militaire bases en militaire acties (samen 60 procent), terwijl hun niet-embedded collega’s meer over politiek (35 procent) en geweld (26 procent) schrijven. Zij plaatsen eveneens verhalen in een bredere context.
Gesteld kan worden dat embedded journalisten focussen op de militaire kant van het conflict. Daarentegen staan de oorzaken en gevolgen centraal in niet-embedded artikelen. Beide soorten verslaggevers berichten wel over wederopbouw, maar niet over vluchtelingen en de economie.
Embedded journalisten wordt vaak verweten dat zij te positief over de ISAF-missie verslag doen. De artikelen, waarin voornamelijk het werk van de militairen wordt beschreven, blijken inderdaad significant positiever. De niet-embedded verslagen zijn veel negatiever of kritischer over de NAVO-operatie. Daarnaast zijn ze in hogere mate human interest georiënteerd en meer persoonlijk en emotioneel van toon. In veel gevallen wordt overduidelijk afschuw van gebeurtenissen, onderwerpen en problemen weergegeven.
Ten slotte ‘verpakken’ embedded journalisten hun verhalen anders dan de non-embeds. De eersten schrijven vooral over de gevaarlijke situaties waarin onze jongens terechtkomen en de heroïek van hun optreden. Niet-embedded verslaggevers citeren juist bronnen over de verantwoordelijkheid van ISAF en de Karzai-regering en over het geweld, corruptie en werkeloosheid waarvan dezen het slachtoffer zijn.
Uit het onderzoek komen niet alleen duidelijke verschillen in verslaggeving naar voren, maar blijkt ook dat met embedded journalistiek de norm wordt geschonden dat de media in een liberale democratie autonoom, vrij en onafhankelijk moeten zijn, en neutraal en objectief berichten.
Beide vormen van oorlogsjournalistiek hebben hun eigen uitgangspunten en vooroordelen in de verslaggeving over ISAF. Dat maakt het voor burgers moeilijk om politici en hun beleid te beoordelen. Lezers van embedded artikelen vormen zich een mening die vooral gebaseerd is op de militaire kant van het conflict. Niet-embedded journalisten confronteren hun lezers met de problemen die zich hier omheen afspelen.
Maar één ding is zeker: zonder onafhankelijke journalisten als Arnold Karskens zouden we slechts een zeer beperkt en vooral positief beeld van de Afghaanse werkelijkheid hebben gekregen.'
Janet van Klink is studente politicologie Universiteit Leiden.
(NRC/Handelsblad, 12 februari 2008)
Reacties:
Helaas is Arnold Karskens een verschrikkelijk slecht voorbeeld als je het over "autonoom, vrij en onafhankelijk, neutraal en objectief berichten" hebt. Deze man is erop uit om Nederlandse troepen zoveel mogelijk zwart te maken, niet om een gebalanceerd beeld te geven van de gebieden waar hij naar toe reist.
Geplaatst door: Bob | 12-feb-2008 om 19:40:27 Europe/Amsterdam
Best aardig om te lezen dit stuk, maar op de universiteit zouden ze bij mij een streep door de conclusie hebben gehaald.
Op basis van het hele stuk kan je de slotconclusie namelijk net zo goed omdraaien (en dus ook de titel maar even wijzigen): "Maar één ding is zeker: zonder embedded journalisten zouden we slechts een zeer beperkt en vooral negatief beeld van de Afghaanse werkelijkheid hebben gekregen."
Grootste probleem is dat je bij beide groepen niet kan controleren hoe groot de duim is waaruit hun verhaal al dan niet is gekomen.
Een probleem met journalistiek is volgens mij dat een stuk meer kranten/tijdschriften moet verkopen en ik heb nog wel eens mijn twijfels bij hoe gekleurd men stukken wil maken om dat voor elkaar te krijgen. Sensatie verkoopt tenslotte (bijna) altijd beter.
Naar mijn mening en ervaring is journalistiek gewoon niet, of hooguit zelden, onafhankelijk.
Tot slot nog even de opmerking dat ik het stuk nergens op de site van het NRC kan vinden. Ik kan dus niet vinden of het als column is bedoeld. Dat zou opzich veel verklaren, maar dan zou de schrijfster haar stijl er ook op aan moeten passen en zodat duidelijker is dat het een persoonlijke mening is, in plaats van een journalistiek stuk.
Geplaatst door: Gijs | 12-feb-2008 om 23:25:44 Europe/Amsterdam
@Gijs
Ik vind jouw uitspraak dat je niet kan controleren wat er al dan niet uit een duim gezuigen is nogal lomp. Het idee van journalistiek in het algemeen is dat verhalen altijd gebaseerd zijn op bronnen. Een verhaal kan daardoor altijd gecheckt worden, mocht je het niet geloven. Dat embedded journalisten daarvoor vaak te lui zijn is een ander verhaal.
Geplaatst door: bart | 13-feb-2008 om 15:45:36 Europe/Amsterdam
Wat vindt u: Mag een gecensureerd artikel een journalistieke persprijs winnen? ‘Natuurlijk niet!’, hoor ik u denken. De ‘Nederlandse journalist van de twintigste eeuw’ H.J.A Hofland is het met u eens en weigert –indien gevraagd- de persprijs ‘De Tegel 2007’ uit te reiken als het artikel of reportage gescreend is door Defensie. “De tegel is geen staatsprijs,” laat hij telefonisch weten in een artikel van mijn hand op de website van www.Revu.nl.
Deze week sloot de inzendingen voor ‘De Tegel, de belangrijkste persprijs van Nederland.’ De kans is groot dat er artikelen en tv- of radioreportages uit Uruzgan worden ingestuurd die gecensureerd zijn door Defensie. Zelf denk ik aan KRO Reporter, wat artikelen uit de Volkskrant, Trouw en het NRC Handelsblad. Allemaal nageplozen op ‘operationele informatie’ die de Nederlandse troepen (lees: de minister van defensie) in gevaar kan brengen. En dat is tegen het zere been van Hofland, ooit zelf frontverslaggever tijdens de Hongaarse Opstand in 1956. Bovendien heeft hij recht van spreken omdat de naam van de persprijs is genoemd naar zijn boek 'Tegels Lichten' uit 1972, een aanklacht tegen het establishment. Hofland, tegenwoordig columnist voor NRC Handelsblad en de Groene Amsterdammer, snapt dat militaire operaties geheimen bevatten maar volgens hem wordt de huidige embedded-censuur gehanteerd om de berichtgeving uit de Afghaanse provincie positief te beïnvloeden. Daar strijden sinds augustus 2006 Nederlandse militairen tegen aanhangers van het verdreven Taliban-regiem. Hofland: “Deze censuur is een oneigenlijke manier van politiek bedrijven. En gecensureerde inzendingen horen niet thuis bij een persprijs. Als mij wordt gevraagd die prijs uit te reiken dan zal ik die winnaar bellen en uitnodigden voor de koffie en zeggen dat, hoe prachtig het werk ook kan zijn, ik me daar niet voor zal lenen. Ik wil geen winnaar met een handicap. Dit is geen reclame voor degene die de prijs ontvangt. En het publiek moet weten waarvoor die beloning is uitgereikt en zich niet afvragen welk nieuws is achtergehouden.”
Man van mijn hart deze Hofland. Ik ben benieuwd wat de jury van journalisten en oud-journalisten uiteindelijk zal beslissen. Nou ja, benieuwd? Samen met de organisatie maakt die jury deel uit van de media als NOS, RTL, PCM, ANP en Telegraaf die bijna wekelijks de gratis defensietrips accepteren, al moeten journalistieke principes daarvoor wijken. In de geest van Jan Salie zie je ze denken: 'Dan liever een rubberen tegel.'
Er bestaat in den lande verwarring over de aanklacht tegen Nederlandse militairen in Uruzgan. Ik verduidelijk het deze week in een artikel in Revu en wil u het niet onthouden. Let op:
De eerste aanklacht: Advocaten N. Steijnen en M. Stelling uit Zeist, hebben aangifte gedaan tegen de Nederlandse militaire en politiek-ambtelijke top ‘wegens hun verantwoordelijkheid voor ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht in Afghanistan’. Hun stelling luidt: Defensie zou de burgerbevolking onvoldoende beschermen, gevangenen zouden het risico lopen gemarteld te worden en Nederland zou buitengerechtelijke executies van Taliban-leiders toestaan. De klacht is door het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk verklaard en de twee advocaten hebben beroep aangetekend.
De tweede aanklacht wordt ingediend door de Leidse hoogleraar en advocate Liesbeth Zegveld. Zij meldt zich bij het Openbaar Ministerie namens nabestaanden van slachtoffers van een bombardement vorig jaar op de dorpen Qala-e-Ragh (in juni met zo’n tachtig doden) en het dorp Kakrak (in september met zo’n 76 doden). Zegveld is niet van plan zich makkelijk aan de kant te laten zetten.“Ik ga naar andere bronnen kijken en die naast de feiten leggen zoals verteld door de cliënten. Ik zal ook informatie bij defensie opvragen. Ik zal kijken naar de structuren en bevoegdheden van ISAF en OEF en de relatie tussen beiden. We moeten ook eens kijken of het zinvol is individuele militairen op hun handelen aan te spreken of dat ook de staat als geheel aangesproken moet worden.” Haar zaak 'in eerste aanleg' is in voorbereiding.
Twee klachten tegen Nederlands militair optreden binnen een week is een zeldzaamheid. Nog opmerkelijker is dat de betrokken advocaten geen contact hebben. Liesbeth Zegveld wil “geen commentaar” geven op haar collega’s. Advocaat Steijnen zoekt ook geen samenwerking. “Wij willen oorlogsmisstanden in juridische termen vertalen en er periodiek op blijven hameren, tot het Internationaal Strafhof. De sleutel tot succes ligt wellicht bij de concrete zaken van Zegveld.”
De foto heb ik genomen van een boordschutter in een helikopter boven Uruzgan in 2006 en is niet door Defensie gezien. De man heeft overigens niets met een mogelijke aanklacht uitstaande.
‘Wat ben ik toch blij om een journalist te zijn’, neuriede ik de laatste dagen. Heb ik wel vaker, een goed gevoel na gedane arbeid. Dan fluit ik ’s morgens over mijn bak havermout iets vrolijks.
De muzikale oprisping was voor de onthullingen van Peter R. de Vries over de dood van het Amerikaanse meisje Natalee Holloway. Ze verdween in 2005 op het eiland Aruba. De Nederlander Joran van der Sloot wordt verdacht daar een hand in te hebben gehad. Zo’n zaak is een drama voor de nabestaanden, maar het is blijkbaar smullen voor de hele Nederlandse pers. Die krijgt geen genoeg van een drinkend, blond, wulps & all American studente. Het verhaal kreeg ik de laatste dagen zo vaak opgediend dat ik de krant wegleg of van tv-kanaal verander.
Misdaadverslaggever Peter R. de Vries neem ik niks kwalijk. Hij onderzocht de zaak en kwam tot een conclusie. Hij werkt tenminste. Dat kan ik niet zeggen van alle nieuwsparasieten die vervolgens op zijn onderzoek doken. NOS-collega Lex Runderkamp schoof tijdens een journaal-uitzending ‘life’ aan tafel en herkauwde het nieuws. Zielig, dacht ik. Waar bleef het NOS-journaal deze week toen er twee aanklachten tegen Nederlandse top-militairen in Uruzgan werden aangezwengeld? Er zijn advocaten die zeggen voldoende aanwijzingen te hebben dat er mogelijk Nederlandse oorlogsmisdaden tegen Afghaanse burgers werden gepleegd. En dan hebben we over een zaak pakweg 200 maal Natalee Holloway. De dader is geen draaikonterige tot op het bot verwende jongeman aan wiens geestesgesteldheid je mag twijfelen. Nee, in Afghanistan waren het stabiele heren die weloverwogen dodelijke opdrachten gaven. Evenmin is er sprake van verdwenen lijken of ontbrekende getuigen. Tientallen mensen keken toe en tientallen graven vormen het bewijs. Was best aandacht waard, lijkt me. Misselijk makend vind ik daarom die Holloway-show bij onder andere het NOS-journaal: Met z’n allen schoppen tegen een jongeman maar te angstig zijn om de staatsbemoeienis bij een mogelijke massamoord aan te kaarten.
Dus neurie ik verder mijn lied: 'Journalusten, rukken. Over een lijk dat er niet is. Pervers is hun gedachte. Hoerig is hun drang. Wat ben ik blij niet zó’n journalist te zijn.’
PS Ook valt op dat Nederlandse columnisten de wandaden in Uruzgan niet durven bespreken. Geen één! Maar wel zwaan-kleef-aan de waan-van-de-dag bespreken, lees NRC Handelsblad van gisteren en vandaag er maar op na. Oppervlakkigheid troef. Misschien moeten we voortaan spreken over 'Columlusten'.
In de reeks leuke ontmoetingen stel ik u voor aan Jeroen Pauw en Paul Witteman. Gisteren was ik te gast bij hun goed bekeken praatprogramma. Na afloop poseerden we samen voor deze artistieke foto.
P&W behoren tot de allerbeste interviewers van Nederland en bovendien zijn het aardige persoonlijkheden. Ik mocht aanschuiven om iets te vertellen over de rechtszaken die nabestaanden van omgekomen burgers in Uruzgan willen aanspannen tegen de verantwoordelijke militairen. Wat ik heb gezegd moet u maar terugzien op Uitzending Gemist. Het was niet aan dovenmansoren gericht. Thuis zat mijn mailbox vol reacties. En opmerkelijk: Zeer weinig negatieve. De burgers van Nederland raken steeds meer overtuigd van de heilloze missie in Afghanistan en de ellende die het aanricht daar -in Uruzgan- en hier -aan het thuisfront-.
Een paar reacties:
‘Wat ben ik blij dat eindelijk iemand zijn mond open trekt over de burgerslachtoffers die vallen bij de missie in Uruzgan,’schreef iemand werkzaam bij de KLM.
En ‘Chapeau! Uitstekende uitzending- berichtgeving Uruzgan.
Hulde aan Arnold Karskens: Moedige onderzoeksjournalist! Als wij als betalende burgers eerlijke berichtgeving krijgen, dat geeft hoop. Ga zo door.’, schreef iemand uit het Gooi.
Het was een geslaagde avond.
Ik kan nu wel schrijven waar ik al die tijd zat: Afghanistan. Ik was bezig met een inventarisatie van de schade die Task Force Uruzgan tot nu toe heeft aangericht.
U weet, sinds 1 augustus 2006 brengt Nederland in de provincie Uruzgan stabiliteit namens de NAVO-geleide Internationale Veiligheidsmacht ISAF. En dat, weet u inmiddels ook, gaat gepaard met veel geweld. Bij het lucht- en artillerie bombardement op het dorp Qala-e-Ragh in het district Chora op 16 juni kwamen zo’n tachtig burgers om. In het dorp Kakrak in het district Deh Rawod stierven volgens getuigen op 25 september door bombardementen zo’n 76 burgers. Onder de overlevenden is een man die op één nacht 22 familieleden verloor. Maar ik heb meer getuigenverklaringen van mensen die door luchtbombardementen familieleden verloren.
Verschillende van deze militaire acties, waar Nederland als leidende natie van Task Force Uruzgan verantwoordelijkheid voor draagt, zouden zijn uitgevoerd zonder waarschuwing en met buitenproportioneel geweld wat indruist tegen de Geneefse Conventies. Nabestaanden hebben nu de Amsterdamse advocate en tevens hoogleraar Internationaal humanitair recht Liesbeth Zegveld gevraagd voor hen een rechtszaak te beginnen.
Deze week heb ik er een verhaal over in Nieuwe Revu en Eenvandaag besteedt er vanavond aandacht aan. Dus lezen en kijken.
Het is voor de eerste maal dat Nederlandse militairen zich tegen een aanklacht voor mogelijke oorlogsmisdaden moeten verdedigen. De zaak zal een hele lange staart hebben.
De Zilveren Camera 2007, Neerlands prijs voor de fotograaf die ‘de beste persfoto van het jaar heeft gemaakt’, gaat misschien naar een militair. Sjoerd Hilckmann is namelijk genomineerd in de serie ‘Buitenland Documentaire Fotografie'. Hij maakte ‘niet directe nieuwsfoto’s’ van ‘De Nederlandse Task Force Uruzgan aan het werk’. Welnu: Ik neem Sjoerd Hilckmann niet kwalijk dat hij heeft ingezonden, iedereen zoekt per slot van rekening erkenning. Maar ik ben er tegen wanneer-ie, als een van de 35 kanshebbers, volgende week tot winnaar wordt uitgeroepen. En wel hierom:
Hilckmann maakt deel uit van de afdeling Audiovisuele Dienst Defensie. Dat is geen journalistiek bedrijf. Zijn foto’s worden niet beoordeeld op informatieve waarde, maar op promotiewaarde. De nadruk ligt dus op de goede zaken die we doen in Zuid-Afghanistan. Zoals ‘militairen in gesprek met de bevolking’ en ‘Task Force Uruzgan aan het werk tijdens een patrouille’. Akelige oorlogsfragmenten maken geen deel uit van de serie. Ook al knipt hij een krachtige opname van een verwoest huis met daarvoor een bebloede burger of gewonde Nederlandse militair. Die foto mag hij niet verspreiden. Hij is namelijk propagandist, geen foto-journalist. En dat moeten ze weten bij de Zilveren Camera. ‘Geen probleem’, zegt echter Zilveren Camera-secretaris Werry Crone in Trouw van zaterdag 12 januari. ‘De kwaliteit is doorslaggevend. In Uruzgan loopt per saldo iedereen aan het handje van Defensie en in die zin pleegt ook iedereen propaganda.’(sic)
Crone zou beter moeten weten. Vrije persfotografen zijn niet welkom bij het Nederlandse leger in Uruzgan. Defensie houdt de beeldvorming liever in eigen beheer- lees Sjoerd Hilckmann. Met zijn nominatie accepteert de Zilveren Camera indirect censuur in de belangrijkste oorlog die Nederland sinds decennia voert. Het stempel ‘beste persfoto’ slaat zo nergens op. Een prestigieuze prijs verwatert. Stop daar dus mee Werry. Je maakt je hele beroepsgroep belachelijk.
Ten slotte mijn advies voor Sjoerd Hilckmann: Stuur je foto’s in voor de beste reclamefotografie 2007. Die prijs is je van harte gegund.
PS Bovenstaande gevechtsfoto ‘Lekker Knokken in Tarin Kowt’ is in 2007 in alle vrijheid genomen. Het kan dus wel Werry!
Mijn voornemen de weblog te laten rusten als ik op pad ben, trek ik in. De reis is namelijk erg vertraagd en misschien maakt u zich wel zorgen: ‘ Leeft-ie nog wel?’
Waar ik zit, dat laat ik u raden. Leuk is de plek niet. Vandaar mijn sacherijnige kop. Zware regenval maakt elk transport onmogelijk. De straten zijn veranderd in een modderpoel. ’s Morgens ontbijt ik met twee gebakken eieren en ’s avonds krijg ik een homp gekookt vlees op mijn bord. That’s it. Uren zit ik te kniezen in een donkere en vooral saaie kamer. Ik mis het proces tegen de Liberiaan Charles Taylor voor het Internationaal Strafhof in Den Haag. Ik kom misschien zelfs te laat voor het genocide-congres in Noord-Irak. Word ik een keertje voor iets gevraagd, kan ik er niet bij zijn.
Wel heb ik, als er elektriciteit is, satelliet-tv. Tot diep in de nacht zap ik dan langs honderden kanalen met scharnierende vrouwenbenen en dreunende koranteksten. Tussen twee Italiaanse erotische kanalen zit BVN, wat staat voor het Beste van Vlaanderen en Nederland. Nu zie ik wat ik altijd mis. Veel soaps, zoals ONM (teenkrommend acteertalent); muziekprogramma’s (slecht playbackende zangeressen); racistische presentatoren die het hebben over de ‘zwarte’ VS-presidentskandidaat Barack Obama. (en nooit over de ‘ blanke’ Hillary Clinton.) En zielig-zielig lopen de Nederlandse militairen in Uruzgan dagen rond in hetzelfde ondergoed. Dus ik leef nog. Maar vraag niet hoe.
Dag lieve lezers,
Alle Beste Wensen voor 2008. Maak er iets moois van. Het leven duurt niet langer dan een flits. Dus spaar u niet. Gun u zelf het beste. Bewonder iedereen die u lief is. En wees niet ongerust. U zult er komen. Het feit dat u mijn blog bezoekt, betekent dat u uit het juiste hout bent gesneden.
Bisou
In de serie ‘leuke ontmoetingen’ stel ik u vandaag voor aan Froukje Jansen. Ze is een keigoeie presentatrice werkzaam bij de omroep LLink. Samen treden we op in de eindejaarshow ‘Dit was het nieuws niet’. Onderwerpen die anno 2007 in de maalstroom van politiek gekissebis en showbiz gossip op de achtergrond zijn geraakt, zoals vergeten oorlogen, dierenleed en verantwoord eten, krijgen eindelijk aandacht. Allemaal heel interessant en politiek bijzonder correct. U weet, daar leen ik me graag voor.
Met Froukje heb ik een twistgesprek, een zogenaamde ‘battle’, over een vergeten tropische ziekte. Welke? Dat moet u zelf maar zien op donderdagavond 27 december om twintig voor elf op Nederland 2. Verder doet de reislustige en ook bijzonder aardige Floortje Dessing mee, cabaretier-doordenker Vincent Bijlo en de altijd pijlsnelle Dolf Jansen die met leuke grappen de zaak aan elkaar praat. Plus vele anderen!
Kijken dus!
PS Even daarvoor doe ik mee aan de NCRV Nationale Nieuwsquiz 2007. (Donderdag 27 december om 20.30 uur op Nederland 1) Tussen de opnamen liep ik Hans van Baalen tegen het lijf. Ik heb op hem ingepraat over de nadelen van de verlenging van de Uruzgan-missie en ik denk dat-ie nu spijt heeft van het VVD-besluit te blijven tot 2010.
Over Uruzgan sprak ik ook met Tweede-Kamerlid Mei Li Vos en oud-defensieminister Relus ter Beek. Wat me bij hen ook opviel: Geen klonk verwachtingsvol over het welslagen van de missie.
Bij de quiz zelf zat ik naast CDA-defensiewoordvoerster Karien van Gennip. Ze was erg voor verlenging. “Volgende keer in Tarin Kowt ook eens buiten de poort van Kamp Holland kijken,’ suggereerde ik. “Zal ik doen,” beloofde ze mij.
Van de quiz bakte ik weinig. Te veel op pad in het buitenland. Wel kreeg ik een goede ingeving: Misschien is het verstandig over een jaar een evaluatie-Uruzganhoorzitting te houden in de Tweede Kamer. Ben ik graag weer van de partij.
Laat ik beginnen met iets aardigs over Hans van Baalen, Tweede-Kamerlid van de VVD. Hij is aanspreekbaar, belt terug op verzoek en heeft een doortimmerde mening . Kortom een raspoliticus. Mijn laatste boek ‘AK-47’ nam hij persoonlijk in ontvangst. Zo zie ik dat graag in een volwassen democratie.
Dus toen Hans van Baalen lang aarzelde over liberale steun voor de voorzetting van de Uruzgan-missie tot eind 2010, dacht ik, ‘Goed zo, Hans. Want Nederland laat zich door de NAVO met een kluitje in het riet sturen.’
Maar Hans zakte langzaam maar zeker door zijn knieën. Zo sprak hij samen met een delegatie van de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie op maandag 10 december met NAVO- Boss Jaap de Hoop Scheffer. Die zei dat hij ‘nota’ heeft genomen van het voorgenomen vertrek. En dat de NAVO ‘verantwoordelijk is voor de opvolging van Nederland in Uruzgan na 2010.’ Maar voegde De Hoop Scheffer slim toe: ‘De NAVO bestaat uit 26 landen. Conform de geldende procedures zal de plaatsvervangend SACEUR (NAVO bevelhebber voor Europa) voor de periode na 2010 door middel van een ‘force generation conference’ de lidstaten verzoeken om hun bijdrage aan ISAF bekend te stellen.’
Nergens staat het woord GARANTIE. Toch stemde Hans van Baalen voor verlenging. Onbegrijpelijk.
Want nu mijn punt: Stel dat Uruzgan in 2010 er even beroerd voor staat als nu. Dat wil zeggen: een sterke Taliban, een zwak nationaal leger en geen NAVO-‘partner’ die ons wil vervangen. Dan kunnen we niet weg! Tenzij we een bloedbad op ons geweten willen hebben. Een soort Srebrenica 2; ieder persoon dat ooit met Nederlanders samenwerkte wordt omgebracht of moet de provincie ontvluchten. Dat mag niet gebeuren. Dus moeten we blijven. Met andere woorden: Met wat ongeluk zitten we ook na kerst 2010 met onze knieën vast in de Afghaanse modder. Dát had Hans als politicus en luitenant-kolonel moeten voorzien.
PS. De foto in zijn uniform van reserve luitenant-kolonel heb ik van zijn weblog geplukt.
PS 2 Het afrondende debat over Uruzgan terugkijkend, waarin Hans de tegenstanders van verlenging als Geert Wilders en Jan Marijnissen voor anti-held uitmaakte, denk ik dat Hans zijn fout ook wel inziet. De opmerking was een wanhoopsdaad. Hij is er ingeluisd. Of moet ik zeggen 'ingerommeld'.
Het einde van het jaar nadert. Tijd voor een blik op het scorebord.
Mijn beste daden in 2007?
SS-er Klaas-Carel Faber in het Duitse Ingolstadt confronteren met zijn verleden. De medepleger van tientallen executies in Noord-Nederland kwam voor de eerste maal op de tv.
De reconstructie van Qala-e-Ragh. In juni richtten Nederlandse militairen in dit Afghaanse dorp het grootste bloedbad aan sinds de koloniale tijd.
Undercoverreportage in Zimbabwe. Dictator Mugabe versjachert zijn revolutie en de droom van veel Afrikanen.
Mijn held van 2007?
Ellen van der Ploeg (84). Gedwongen werkte zij tijdens de Tweede Wereldoorlog in een Japans legerbordeel. Tot nu toe weigert Japan, ondanks verzoeken van het Amerikaanse Congres en de het Nederlandse Parlement, excuses aan en compensatie voor duizenden van deze zogenoemde ‘troostmeisjes’.Ook dit jaar zette zij haar kruistocht voort om erkenning van deze grove Japanse oorlogsmisdaad. “Ik ben nog steeds furieus.”
Mijn grootste lafaard van 2007?
Arnon Grunberg. Hij reist Afghanistan rond in gepantserde voertuigen en in een kogelwerend vest. Sinds mensenheugenis de eerste Nederlandse schrijver die vrijwillig akkoord gaat met censuur. Dus koop zijn boeken niet, tenzij u ook een lafaard bent.
Wie vergeef ik over 2007?
Jaap van Deurzen, verslaggever RTLNieuws. Verzweeg bloedbad Chora door zijn embed-contract. Gaf zijn fout later ruimhartig toe.
Yoeri Boom, verslaggever Groene Amsterdammer. Aardige jongen maar moet in 2008 nu écht een keuze maken: Oorlogsverslaggever of propagandist.
Theo Koelé, verslaggever de Volkskrant. Ging de fout in met een martelverhaal over Irak maar de Volkskrant wikkelde de zaak keurig af met een heus onderzoek. (Aardig van mij, niet waar? Dit schrijf ik terwijl ik nog 15.000 euro van die krant moet krijgen. Herlees weblog van 23 juni!)
Mijn politicus van 2007?
Fred Teeven. VVD. Vraagt hoe het zit met voortvluchtige Nederlandse SS-ers in Duitsland.
Harry van Bommel. SP. Vraagt hoe het werkelijk zit in Uruzgan.
Geert Wilders. PVV. Houdt in zijn eentje tien journalisten aan het werk.
Mijn politica van 2007?
Krista van Velzen.SP. Samen met Fred Teeven de enige nazi-jager in het parlement.
Mariko Peters. GL. Bijt zich vast in de oorlogsmisdaden gepleegd in Chora.
Rita Verdonk. ToN. Houdt in haar eentje wel 15 journalisten aan het werk.
Mijn slechtste dagblad van 2007?
De Standaard. Had een abonnement, had betaald maar kreeg de krant tienmaal. Opgezegd, maar mijn geld nooit teruggekregen.
Mijn slechtste weekblad van 2007?
Vrij Nederland. Liet zich betalen door het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Tweemaal zelfs; voor een special over Afghanistan en over Darfur.
Wat heb ík gemist in 2007?
Een Colombiaanse jungle-reportage over de Groningse rebel Tanja Nijmeijer.
Een interview met de voortvluchtige Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic.
Een kamelenrace tegen de Libische leider Muammar al-Gaddafi.
Mijn favoriete tv-programma in 2007?
S.O.S.Piet. Culinaire lessen aan huis door een Vlaamse topkok.
Expeditie Robinson. Mooie lijven bevechten elkaar in een tropisch soap-paradijs.
Kabouter Plop. De wereld onder een paddestoel.
Op- of aanmerkingen of een eigen lijstje? Mist u wat? Reageer!
PS. Foto is dit voorjaar genomen in Zimbabwe. Ik sta naast een weduwe (en dochter) wier man is vermoord door de troepen van Mugabe tijdens de opstand in Matabeleland in 1983.)
Wonen in een Brussel heeft één nadeel. Je mist berichten uit Nederland. Zoals RTL Nieuws van donderdag 6 december.
De bewuste uitzending bevatte een item over de ‘alternatieve hoorzitting Uruzgan’. Ik kom sprekend in beeld als ik een vraag beantwoord van D66 voorman Alexander Pechtold over de effecten van de embedded-journalistiek. Als voorbeeld geef ik de verslaggeving van RTL-Nieuws over de slag bij Chora waarbij het dorp Qala-e-Ragh onder Nederlands vuur lag. 70 burgers kwamen om. RTL Nieuws was in Kamp Holland toen de pantserhouwitser bulderde. RTL was in Chora na afloop waarbij een getuige uit Qala-e-Ragh werd gesproken over het bombardement.
RTL deed niks met deze informatie! Mocht niet. Dit is, zo liet ik in de hoorzitting weten, een typerend voorbeeld hoe het Nederlandse volk en de politiek de waarheid wordt onthouden.
RTL-verslaggever Jos Heymans die het item over de hoorzitting samenstelde, oreerde verontwaardigd in zijn verslag: “Het is onjuiste informatie”. “We waren daar helemaal niet dus er kon ook niks verboden worden” en ”Karskens gaat in de fout.”
Beste Jos, voordat je zoiets roept, informeer je! Lees het artikel in de VPRO-gids nr. 43 van begin november door Heere Heeresma jr. Die interviewt jullie verslaggever Jaap van Deurzen die tijdens de ‘Slag om Chora’ wel degelijk in Uruzgan zat. Tijdens de slag zag hij hoe het pantserhouwitser vanaf Kamp Holland de verwoestende granaten uitspuugde; het doel moest hij verzwijgen. Hij zegt hoe hij een getuige sprak, en filmde; ‘ik mocht een interview niet uitzenden van het leger, dat vind ik censuur.’
Wil je het uit diens eigen mond horen? Kijk het na in het mediaprogramma ‘De Leugen Regeert’ van 5 oktober.
Dus Jos? Wat nou: ‘We waren daar helemaal niet dus er kon ook niks verboden worden.’ Waarom lieg je dat? Heb je je laten omkopen door Defensie? Was je misschien die dag ‘embedded’ in Den Haag aan het werk? Moest je deze onzin zeggen van je baas? Of was het gewoon een foutje waar je spijt van hebt?
Laat mij en jouw kijkers dat weten ajb.
En voor u lezer: Dat Jaap van Deurzen zich liet aftroeven door Defensie, vergeef ik hem. Hij stapte zelf naar voren. Ik verfoei echter verslaggevers die de feiten en de censuur ontkennen. Tegen beter weten in. Dan ga je dus écht de fout in. Dan besodemieter je de kijker. Dan spuug je op de slachtoffers. Mijn mening over de uitzending van RTLNieuws is alsvolgt: Vrijwillig censuur ondergaan is een journalistieke zonde, het vervolgens loochenen voor je publiek is een journalistieke doodzonde!
Ik eis een excuus.
Pagina 15 van 18
op Twitter: @arnoldkarskens
op Facebook
Steun de stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden
Nodig Arnold uit voor Spreekbeurt of Masterclass
2020. Voor verraders zou geen plaats zijn...(ism Cees van Hoore). Het ontluisterende verhaal over de vervolging van WO2-misdadigers in Nederland tussen 1945 en 2020. Bestel
2019. Alle pijn van de wereld. Een roman over oorlogsverslaggeving die de kern én de gevolgen van een goddelijke gekte blootlegt. Bestel
2020/2019/2018/2017. Een opzienbarende verzameling van fouten, halve waarheden en hele misleidingen door de NOS. Gratis te lezen op de weblog.
2018. Operatie laat niets in leven. (ism Henk Willem Smits) Het bizarre leven van Guus Kouwenhoven, Nederlands grootste oorlogsmisdadiger van de laatste decennia. Bestel
2018: Nepnieuws explosie. Desinformatie in de Nederlandse media (bijdrage). Bestel
2016. Help, er staat een terrorist in mijn keuken - tips en overlevingslessen bij een terreuraanslag thuis, op het werk of op het terras. Bestel
2009. Het verhaal van Nederlanders die vochten onder vreemde vlag.
2002. Een overlevingshandboek voor journalisten, hulpverleners en avonturiers.
2001. Pleisters op de ogen, pleister op de mond. De geschiedenis van de Nederlandse oorlogsverslaggeving van Heiligerlee tot Kosovo.
1995. Autobiografische verhalen uit de oorlog.
Voor de volledige lijst zie KB.nl of Klik hier voor meer info over deze boeken