In deel drie van de reeks 'Oorlog achter de dijken' bezoek ik in Eindhoven een verdachte van de grootste genocide van de laatste twintig jaar, die in Rwanda. Hij is een van de honderden asielzoekers in Nederland met een mogelijk besmet oorlogsverleden. Doffe klappen van machetes die in vlees hakken. Het schrapende geluid als de botten worden geraakt. Bizarre geluiden vullen mijn hoofd als ik aanbel in een Brabantse straat met lage arbeiderswoningen. Geen naamplaatje op de deur. Mmm, dat is verdacht, denk ik. Het volgende moment sta ik oog in oog met een verdachte van massamoord. De 56-jarige J.B, klein met kort kroeshaar, zou juist naar zijn werk gaan. 'Ik heb een opleiding landbouwkunde, maar verdien mijn geld als verpleger.' De deur wordt niet dichtgegooid, maar hij nodigt me uit binnen te komen. Vriendelijk, denk ik. Of zouden de buren niet mogen weten dat hij in thuisland Rwanda wordt gezocht voor volkerenmoord en misdaden tegen de menselijkheid?
Zelf bezocht ik het Midden-Afrikaanse land tijdens de genocide van 1994. De geur van rottend mensenvlees vergeet je nooit. Vanaf april vonden in amper vier maanden circa 800.000 Tutsi's en gematigde Hutu's de dood. Zelfs de nazi's haalden in hun topdagen niet zulke aantallen.
Volgens het Rwandees Openbaar Ministerie zou de man tegenover me in de noordelijke gemeente Busogo moordgroepen financieel hebben gesteund, voertuigen hebben uitgeleend aan milities die jacht maakten op Tutsi's en slachtingen hebben georganiseerd. 'Zijn orders of directe aansporing veroorzaakte de dood en marteling van duizenden Tutsi-burgers,' luidt de aanklacht.
Kliklaminaat ligt op de vloer in een opgeruimde woonkamer. Aan de manier waar en hoe iemand gaat zitten, kun je veel aflezen. Ik neem plaats op de bank. Er zijn meer stoelen, maar J.B. gaat naast me zitten. Voeten naar mij gericht. J.B, een Hutu, de meerderheidsbevolkingsgroep in Rwanda, toont een foto van het agrarische instituut ISAE waar hij directeur was. 'Er stond een hek om heen, mijn huis stond er en niemand is binnen de hekken vermoord.' De school telde in die periode zo'n zestig studenten. 'Hoeveel Tutsi's er waren weet ik niet. Dat werd niet geregistreerd. Als er onderlinge spanning was, gaf ik mijn studenten de opdracht: schrijf het op en plak het tegen de muur.'
Op werkdagen was J.B. op de school en 's nachts sliep hij bij zijn ouders ?15 kilometer verderop. Hij wuift alle verdachtmakingen weg. Zoals dat hij voor de school in militair uniform, bewapend met geweer en pistool, de leiding had bij een wegversperring waar veel Tutsi's omkwamen. 'Zeker twee werden vermoord in zijn aanwezigheid', beweren getuigen die stellen dat hij 'veel invloed had en ordonneerde wat wel en wat niet moest gebeuren bij de wegversperring.' J.B. schudt zijn hoofd. 'Ik heb nooit een dode gezien.' Er waren geen militairen op het instituut, alleen een bewaker. Ik heb nooit iemand mishandeld.'
De Nederlandse zuster L. Droog (76) verbleef tijdens de genocide in Busogo. 'Waanzinnig die verdachtmakingen,' reageert ze telefonisch. 'Hij heeft ik weet niet hoeveel Tutsi's beschermd.' Maar op de vraag waarom die het niet voor hem opnemen, krijg ik geen duidelijk antwoord. Het ministerie van Justitie in Kigali blijft eveneens vaag over de getuigenissen tegen J.B.: 'Hoe de zaak wordt aangepakt is voor de justitie-medewerkers in zowel Nederland als Rwanda.' Via Zaïre, het tegenwoordige Congo, en Kenia vluchtte J.B. met zijn vrouw en vier kinderen in 1999 naar Nederland. Hij heeft inmiddels de Nederlandse nationaliteit.
Nu behoort J.B. tot het legertje van circa duizend asielzoekers met een verdacht oorlogsverleden. Circa 350 hebben een zogenoemde 1F-status, wat wil zeggen dat ze geen recht hebben op opvang, maar ook niet worden teruggestuurd. De rest zit ondergedoken of is inmiddels doorgereisd. Nederland is laks met vervolging, wat de aanzuigende werking kan verklaren. De laatste jaren zijn slechts een Congolees (2,5 jaar), twee Afghanen (9 en 12 jaar) en een Rwandees (levenslang) definitief veroordeeld. J.B. spreekt over een samenzwering. 'Ik steun de oppositie met 20 euro per maand. De Rwandese regering wil me destabiliseren. In Afrika kies je voor een persoon. Kies je tegen hem dan is hij jouw vijand.' Hij kent een asielzoekster uit Zevenhuizen die vorig jaar in Rwanda werd gearresteerd op verdenking van contact met gewapende Hutu-rebellen. Ook een vorig jaar juni gearresteerde Hutu-vrouw (64) uit het Limburgse Reuver, verdacht van leiding geven aan Hutumoorden, is geen vreemde. 'We ontmoetten elkaar in de kerk.' Nu is hij samen met twee anderen bestempeld tot 'top-genocide- vluchteling' in de Rwandese pers.
J.B. is er niet gerust op. Mogelijk wacht hem een proces. Rwandese autoriteiten hebben in 2009 een internationaal arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd wat in handen is van het Landelijk Parket in Rotterdam, dat onderzoek doet naar internationale misdrijven. Een woordvoerder wil niet bevestigen noch ontkennen of er een justitieel onderzoek loopt.
Het artikel Ze proberen me te destabiliseren staat in De Pers. De foto nam ik in 1994 tijdens de genocide even buiten Kigali.
Labels: Afrika
op Twitter: @arnoldkarskens
op Facebook
Steun de stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden
Nodig Arnold uit voor Spreekbeurt of Masterclass
2020. Voor verraders zou geen plaats zijn...(ism Cees van Hoore). Het ontluisterende verhaal over de vervolging van WO2-misdadigers in Nederland tussen 1945 en 2020. Bestel
2019. Alle pijn van de wereld. Een roman over oorlogsverslaggeving die de kern én de gevolgen van een goddelijke gekte blootlegt. Bestel
2020/2019/2018/2017. Een opzienbarende verzameling van fouten, halve waarheden en hele misleidingen door de NOS. Gratis te lezen op de weblog.
2018. Operatie laat niets in leven. (ism Henk Willem Smits) Het bizarre leven van Guus Kouwenhoven, Nederlands grootste oorlogsmisdadiger van de laatste decennia. Bestel
2018: Nepnieuws explosie. Desinformatie in de Nederlandse media (bijdrage). Bestel
2016. Help, er staat een terrorist in mijn keuken - tips en overlevingslessen bij een terreuraanslag thuis, op het werk of op het terras. Bestel
2009. Het verhaal van Nederlanders die vochten onder vreemde vlag.
2002. Een overlevingshandboek voor journalisten, hulpverleners en avonturiers.
2001. Pleisters op de ogen, pleister op de mond. De geschiedenis van de Nederlandse oorlogsverslaggeving van Heiligerlee tot Kosovo.
1995. Autobiografische verhalen uit de oorlog.
Voor de volledige lijst zie KB.nl of Klik hier voor meer info over deze boeken