Tot zo'n honderd kilometer was ik Tripoli genaderd toen rebel Salah Khzam (45) mij wees naar een blauwgrijze heuveltop. Daar, in de nevelige verte naast een watertoren, lagen de Gaddafi-troepen. Na mijn bezoek aan de hoofdstad ben ik via Tunesië terug het land in gereisd om een reportage te maken over de tegenstanders van de regering. En zo kwam ik terecht bij Salah. Gisteren viel hij bijna uit zijn plastic tuinstoel toen ze meerdere raketten afvuurden op zijn positie. Manmoedig heft hij zijn AK-47-machinepistool. 'Ik ben niet bang. Gaddafi heeft me zelf getraind als dienstplichtige', lacht de leraar die de klas heeft ingeruild voor een strijdtoneel van woeste bruine rotsen en droge struiken waar de zon genadeloos op brandt. De theepot gaat rond en een bak met pruimen verschijnt op een lege munitiekist. Tien jaar was hij politiek gevangene en nu proeft hij de zoete smaak van revanche. Van alle Libische rebellen zijn die uit de Nafusa-bergen de hoofdstad het dichtst bij Tripoli.
De opstandelingen in de westelijke Libische bergen zijn echter minder bekend dan die uit de belegerde havenstad Misrata of die van de oostelijke rebellenhoofdstad Benghazi. 'We zijn vergeten strijders', zegt Salim, een 42-jarige ( 'Ik ben zo oud al het regime') handelsreiziger, die mij de ruim tweehonderd kilometer lange strook doorrijdt die de laatste vier maanden is veroverd. Zijn volk, de Berbers, al spreekt hij liever van Amazighs, zijn de oorspronkelijke bewoners van Libië die eeuwen geleden door de Arabieren naar deze onvruchtbare streek werden verdreven. Salim, met een kort grijs baardje en een Fal-geweer naast hem op de bestuurdersstoel: 'Amazigh betekent nobele en vrije man.'
We passeren uitgestorven dorpen met neergelaten groene rolluiken waar geen kind speelt en geen auto rijdt. Veel huizen tonen kogel- en granaatinslagen. 'Dagelijks verlaten duizend vluchtelingen het gebied', zei een in een blauw hesje gestoken medewerker van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR aan de grens. Waarom? Dat wordt duidelijk in de eerste stad Nalut, waar een reeks raketten het centrum treft. Explosies galmen door de lege straten.
Bij inwoner Mahmoud (33) sloeg een projectiel in, pal naast de kamer waar hij sliep. In het dak gaapt een gat. Het vervormde staartstuk is tegen de deurpost gezet. Zoals veel inwoners die zijn gebleven is Mahmoud boos op de NAVO. De militaire verdragsorganisatie zou volgens VN-resolutie 1973 de burgerbevolking beschermen. 'We liggen al maanden onder vuur en er wordt weinig tegen gedaan.' Zijn vriend Mohammed, die de rommel helpt opruimen, vervolgt: 'Misschien zijn de bommen duur, maar wij betalen graag uit de bevroren tegoeden van Gaddafi.'
In het lokale ziekenhuis behandelt chirurg Sheredi een 80-jarige man aan zijn verwondingen. 'De beschietingen zijn een schending van de Geneefse conventie', stelt hij. ' De strijders zitten aan het front, maar de regeringstroepen mikken op de stad.' In de gangen loop ik oud-politiek vluchteling Nassar (42) uit Vlaardingen tegen het lijf. In 1995 ontvluchtte de inmiddels technisch medewerker van een verzorgingstehuis in zijn geboorteland. 'Ik heb een Nederlandse vrouw en twee kinderen. Maar ik moet mijn volk helpen', verklaart hij uitgedost als een guerrillero met een baret, zwart vlasbaardje en een camouflagepak. Hij bezoekt een metgezel die over zijn hele lichaam is geraakt door granaatsplinters. 'Het gaat er hier hard aan toe.' Nu de NAVO de Gaddafi-aanvallen niet kan of wil stoppen heeft hij een beter plan. 'We hebben te weinig mortieren en raketwerpers. Kan Nederland die ons niet geven?' Salim schudt het hoofd. 'Dat zal niet snel gebeuren. Het Westen is bang dat de zware wapens later in handen vallen van Al-Qaida.' Nassar, verontwaardigd: 'We zijn geen extremisten. Sommigen van ons drinken na het gevecht gewoon een lekker biertje.'
De tocht gaat verder over keurig geasfalteerde wegen. We passeren verlaten bouwwerven met honderden huizen in aanbouw. Salim is niet onder de indruk van mijn opmerking dat de broeder-leider toch ook goeie dingen deed voor zijn bijna 7 miljoen onderdanen. 'Het was de politiek van Gaddafi om Arabieren hierheen te laten emigreren om zo onze cultuur te vernietigen.' Bij elke kruising staat een controlepost, veelal een container of tent waar de rood-zwart-groene rebellenvlag boven wappert. Vanonder een afdak worden wat vragen geroepen door rebellen, gekleed in een simpel T-shirt. De gemoedelijke sfeer is vertekend. Alle auto's worden geregistreerd. Wie geen Berber spreekt wordt extra gecontroleerd. Dorpen als At-Yefren in het oostelijke deel van de bevrijde Berber-enclave zijn nauwelijks drie weken geleden bevrijd. 'Ze kwamen met achttien tanks en 250 soldaten maar we hebben ze verjaagd', zegt inwoner Mazigh, terwijl we langs geplunderde huizen lopen. Niet alleen zijn de opstandelingen beter gemotiveerd, veel dorpen liggen strategisch hoog op een plateau terwijl de regeringstroepen vanuit de vallei een slingerweg omhoog moesten nemen.
Pionnen op het wegdek bij het dorp Kiklah markeren het einde van de Berbervrijstaat. Auto's met gevluchte inwoners uit Tripoli worden doorgelaten. Zoals van Youssef. 'Ik kom om ons dorp en onze familie te beschermen.' Anderen rijden direct door naar Tunesië. Het offensief ligt even stil. De volgende stad, Gharyan, is een militair bolwerk en dat kunnen de rebellen nooit innemen met hun lichte wapens. Salim spreekt dan ook met veel onzekerheid over de toekomst. 'Hoe lang het gaat duren weet niemand'. En wat het zijn volk gaat brengen evenmin. 'Vrijheid is goed, maar het gebruik kennen we niet.'
Eén winstpunt is binnen. Onderweg passeerden we een uitpuilende zwart geblakerde vuilniscontainer met de gespoten tekst: 'Huis van Gaddafi'. Salim: 'Voor zo'n grap zou Gaddafi vroeger het hele dorp hebben vernietigd.
De foto nam ik buiten het stadje Kiklah. Vanaf deze provisorische stelling zal het nog zo'n 90 kilometer zijn tot Tripoli.
Labels: Afrika
op Twitter: @arnoldkarskens
op Facebook
Steun de stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden
Nodig Arnold uit voor Spreekbeurt of Masterclass
2020. Voor verraders zou geen plaats zijn...(ism Cees van Hoore). Het ontluisterende verhaal over de vervolging van WO2-misdadigers in Nederland tussen 1945 en 2020. Bestel
2019. Alle pijn van de wereld. Een roman over oorlogsverslaggeving die de kern én de gevolgen van een goddelijke gekte blootlegt. Bestel
2020/2019/2018/2017. Een opzienbarende verzameling van fouten, halve waarheden en hele misleidingen door de NOS. Gratis te lezen op de weblog.
2018. Operatie laat niets in leven. (ism Henk Willem Smits) Het bizarre leven van Guus Kouwenhoven, Nederlands grootste oorlogsmisdadiger van de laatste decennia. Bestel
2018: Nepnieuws explosie. Desinformatie in de Nederlandse media (bijdrage). Bestel
2016. Help, er staat een terrorist in mijn keuken - tips en overlevingslessen bij een terreuraanslag thuis, op het werk of op het terras. Bestel
2009. Het verhaal van Nederlanders die vochten onder vreemde vlag.
2002. Een overlevingshandboek voor journalisten, hulpverleners en avonturiers.
2001. Pleisters op de ogen, pleister op de mond. De geschiedenis van de Nederlandse oorlogsverslaggeving van Heiligerlee tot Kosovo.
1995. Autobiografische verhalen uit de oorlog.
Voor de volledige lijst zie KB.nl of Klik hier voor meer info over deze boeken