De Wet Internationale Misdrijven die oorlogsmisdadigers vervolgt, is ‘failliet’, schrijf ik vandaag in De Pers. Ik heb hoge medewerkers van het Ministerie van Justitie gesproken en die waren boos omdat er geen zaken worden aangepakt. Een topambtenaar zei: “Als rechtstaat zitten we in zwaar weer. De geloofwaardigheid zowel nationaal als internationaal staat op het spel als er niks verandert.” De kritiek komt een maand nadat CDA-Justitieminister Ernst Hirsch Ballin verklaarde dat Nederland nooit een schuilplaats mag worden voor massaslachters, verkrachters, folteraars en wapenhandelaren. U en ik weten –gezien zijn slappe houding jegens gevluchte SS-ers als Boere en Faber in Duitsland- dat de vervolging van de grootste boeven helemaal zijn interesse niet heeft. 'Het is hier fantastisch', zie ik die gasten elkaar al mailen.
Hieronder een groot deel van het artikel. U kunt het ook nalezen in de krant zelf.
Dit najaar staat er welgeteld één zaak tegen de Rwandees Joseph Mpambara op de rol. Hij wordt verdacht van moordpartijen tegen de Tutsi-bevolking in 1994. Voor volgend jaar staat eveneens één zaak gepland, hoger beroep tegen Afghaan Abdullah Faqirzada, plaatsvervangend hoofd van de militaire inlichtingendienst KhAD tussen 1985 en 1986. In eerste aanleg was hij in 2007 vrijgesproken hoewel het Openbaar Ministerie tien jaar cel had geëist wegens zijn aandeel in het martelen en doden van gevangenen.
Het crime squad dat oorlogsmisdadigers moet vervolgen is veroordeeld tot duimendraaien terwijl er volop werk is. Volgens de Immigratie- en NaturalisatieDienst IND zijn de laatste tien jaar zeker 700 zogenaamde 1F-gevallen, asielzoekers die verdacht worden van oorlogsmisdaden, Nederland binnengedruppeld. Daarvan zouden er nu nog 350 traceerbaar zijn, meldde Hirsch Ballin 13 juni jongsleden bij de presentatie van de notitie ‘betreffende de toepassing van artikel 1F Vluchtelingenverdrag. De helft is inmiddels ondergedoken of doorgereisd.
Van die 700 1F –gevallen zijn er sinds 2003 slechts vijf onder handen genomen. Dat heeft geleid tot welgeteld één definitieve veroordeling. In 2004 werd de Congolese kolonel S.N. tot 2,5 jaar cel veroordeeld voor onder andere verkrachting. De vier andere 1F-zaken zijn nog steeds in verschillende fases onder de rechter; eerste aanleg, hoger beroep en cassatie bij de Hoge Raad.
Twee hoge Afghaanse officieren van de veiligheidsdienst KhAD Habibullah Jalalzoh en Hessamudim Hesam zijn in eerste aanleg en hoger beroep veroordeeld tot 9 en 12 jaar. Vandaag volgt de uitspraak in cassatie.
Gifgasgrondstoffenleverancier aan het Iraakse regiem Frans van Anraat werd veroordeeld tot 17 jaar. Ook zijn cassatie bij de Hoge Raad loopt nog. Zakenman Guus Kouwenhoven werd dit jaar in hoger beroep vrijgesproken voor wapensmokkel en medeplegen aan oorlogsmisdaden. Ook hier loopt nog een cassatiezaak aangespannen door het Openbaar Ministerie.
Een zesde zaak tegen de Filippijnse oprichter van de Filippijnse Communistische Partij José Maria Sison verdacht van moordaanslagen in zijn geboorteland is nooit van start gegaan. Sison is in januari 2008 vrijgelaten uit voorarrest bij gebrek aan bewijs. Formeel loopt het onderzoek nog.
De vervolging van de ergste soort misdadigers in Nederland
werd in 2003 gegoten in de Wet Internationale Misdrijven WIM die onderzoek naar internationale misdrijven zoals oorlogsmisdaden, foltering en genocide tot in buitenland mogelijk maakt. Een justitiemedewerker: ’Over de hele linie zijn specialistische mensen aangetrokken. Een team van politieagenten, een rechter-commissaris, een officier van justitie, en toch gebeurt er niks. We staan droog.”
Dat het resultaat zo minimaal is, stuit de gesproken ingewijden tegen de borst. “Sinds augustus 2006 zijn er geen zaken in gang gezet terwijl er honderden dossiers klaarliggen,” meldt een justitiemedewerker. ”Iedereen vraagt: ‘wat is er aan de hand?’” Zo’n driehonderd kinderen van 1F-gevallen kregen vorige maand te horen dat ze makkelijker in aanmerking kunnen komen voor een verblijfsvergunning. De justitiemedewerker: “Wat houdt dat in? Dat zodirect de vaders ook stilletjes mogen blijven? Ze worden in ieder geval tot nu toe niet vervolgd.”
Over wie de zaak traineert verschillen de meningen. Een justitiemedewerker wijst naar “de top” van de Nationale Recherche. “Het is de keuze tussen de Hells Angels en een Rwandees. Internationale oorlogsmisdaden kost meer tijd en geld dan normale strafzaken.”
Ook spelen managementproblemen bij de Nationale Recherche een rol. Je beste man of vrouw op de juiste plaats moeten zetten. En dat minimaal vier jaar lang, dat lukt ze niet. Veel bekwame speurders hebben inmiddels emplooi elders gezocht.
Dezelfde managementproblemen spelen ook parten bij het Openbaar Ministerie. De officier van justitie die het onderzoek tegen zakenman Kouwenhoven in Liberia leidde, werd driemaal vervangen. De gevolgen waren desastreus. In het vonnis werd brandhout gemaakt van het onderzoek. Volgens een justitiemedewerker die De Pers te woord stond, was de zaak Kouwenhoven ‘exemplarisch’ dat het openbaar ministerie niet in staat is de zaak overtuigend te brengen. Daarbij zijn er veel nieuwe rechters aangetrokken die nog nooit van landen als Rwanda hebben gehoord. Laat staan zich verplaatsen in de gruwelen van een oorlog. Als die een getuigenverslag lezen, denken die ‘dit kan niet’. Als de bewijsvoering daarbij een beetje rammelt, worden ze helemaal wantrouwig. Omdat onderzoek in landen als Afghanistan waar verhoudingsgewijs de meeste 1F-gevallen vandaar komen erg moeizaam verloopt, liet Hirsch Ballin afgelopen maand weten dat er nu getuigen worden gezocht onder andere asielzoekers in Europa. Een betrokken medewerker wuift deze mogelijkheid weg: “Het zijn voornamelijk ex-medewerkers van de geheime dienst KhAD, die vormen één blok. Die praten elkaar niet aan de galg.”
Tweede Kamerlid Fred Teeven(VVD), valt de critici bij en noemt de zaak verontrustend. Als officier van justitie was hij verantwoordelijk voor de veroordeling van 15 jaar (in hoger beroep tot 17 jaar) van gifgashandelaar handelaar Frans van Anraat. “De Minister van Justitie zegt in de Kamer dat het vervolgen van oorlogsmisdadigers prioriteit heeft. Maar dat vertaalt zich niet op de werkvloer.” Bij de Nationale Recherche en de KLPD zijn in principe 22 FTO gereserveerd voor de Wet Internationale Misdrijven. Teeven: ”Nu zijn er nog geen 10 werkplekken in steeds wisselende samenstelling wat de effectiviteit niet bepaald vergroot.” Volgens Teeven zou er veel actiever moeten worden gespeurd.
Wim de Bruin, woordvoerder Landelijk Parket sust de kritiek. Er zijn onderzoeken gaande, welke wil hij niet kwijt, en de lopende zaken vragen veel politiewerk. Massaproductie zal het sowieso nooit worden. “We hebben als eis gesteld dat er een pakkans moet zijn. En die is er. Probleem is dat veel 1F-ers door het bestuurecht als mogelijke oorlogsmisdadiger worden bestempeld. Ze hebben de schijn tegen. Bij het strafrecht worden echter wettig en overtuigend bewijs gevraagd. Dat is een wereld van verschil.” Volgens De Bruin is het hele Team Internationale Misdrijven inzetbaar voor de zaak. “Maar ik ken hun dagrooster niet,” erkent hij. Zijn woorden wegend op een goudschaaltje voegt De Bruin toe: “Als de politieke wil er zou zijn, kan er uiteraard meer gedaan worden. Maar daar wordt niet over gesproken.”
De foto nam ik op een knekelveld even buiten Kabul drie jaar geleden. Hier werden tegenstanders van het toenmalig communistische regiem zonder vorm van proces doodgeschoten en in massagraven gedumpt. Het is toch onvoorstelbaar dat de daders zich vrij mogen bewegen in Nederland!