De dood van RTL-cameraman Stan Storimans (39) was een harde klap vandaag. Onvrijwillig werd ik weer eens met de neus op de dodelijke feiten gedrukt. Moedige kerel en dan zo’n einde. Stan is de zevende in de recente Nederlandse oorlogsverslaggeving. Zonder iemand de les te lezen wil ik graag de drie factoren vertellen die bepalen of je een oorlog als journalist overleeft.
A) Een goede voorbereiding. Zo moet je de geschiedenis van het conflict kennen. Waarom wordt er gevochten en wie tegen wie? Je draagt geen legergroen en legerschoenen. Maar ook geen fluoriderende jacks als je stiekem door de jungle moet lopen.
B) Goede contacten. Een goede gids door het mijnenveld is een uiteraard echte live-saver. Maar volg ook de bevolking. Bij conflicten weten lokalen waar de veilige routes zijn bij beschietingen. De smalle achterafstraatjes van Sarajevo tijdens het beleg tussen 1992 en 1995 boden de beste bescherming. Je liep uit het zicht en de kogels vlogen over je heen.
C) Geluk is de meest onzekere factor voor de
war correspondent. Waar een bom valt weet je nooit van te voren. Ook niet waar de anti-personeelsmijn ligt begraven. Wel kun je mazzel afdwingen. Blijf weg van strategische doelen als vliegvelden, kazernes, stations en zendapparatuur.
En toch ging het al eerder zesmaal fout. Overmoed, pure pech en slechte kennis van het terrein waren aanwijsbare factoren. In 1982 kwam in het Midden-Amerikaanse El Salvador de verslaggevers Koos Koster en Jan Kuiper, cameraman Joop Willemsen en geluidsman Hans ter Laag om het leven. Op weg naar de guerrilla liepen ze in een hinderlaag van het Salvadoriaanse leger. Geweervuur dat volgens de enige overlevende van voor en opzij kwam, maaide binnen enkele minuten de groep neer. Hoe het leger op de hoogte was van de komst van het camerateam is ruim 25 jaar later nog altijd een raadsel. Was er verraad binnen de guerrilla? Werden hun telefoons of hun hotelkamers afgeluisterd? Werden ze gevolgd? Zes dagen voor hun dood werd het viertal meegenomen door verhoor bij de veiligheidsdienst Policía de Hacienda. Op het lichaam van een dode guerrillastrijder was de naam gevonden van Koster en het nummer van zijn hotelkamer. Eenmaal vrij sloegen ze adviezen in de lucht om het land zo snel mogelijk te verlaten. Een extreem rechtse groepering Maximiliano Hernández Martínez eiste de moordaanslag op. ‘Dit is de eerste groep van pseudo-journalisten in dienst van het internationaal subversisme die ter dood zijn veroordeeld door patriotten van onze organisatie.’ De moord op de vier journalisten is de grootste tragedie in de ruim vier eeuwen Nederlandse oorlogsverslaggeving.
In 1989 kwam cameraman Cornel Lagrouw om in het leven. Opnieuw is het kleine El Salvador de plek des onheils. In het zuidelijke dorp San Francisco Javier raakte de dertigjarige Lagrouw geboren in Arkel, Zuid-Holland verzeild in confrontatie tussen guerrillastrijders en militairen. Professional pur sang richt hij zich op om de clash vast te leggen. Dan valt hij achterover. Een kogel doorboorde zijn long. Het kan een verdwaalde kogel zijn geweest, maar volgens zijn collega Cees Elenbaas met wie hij die dag aan het werk was, zagen de militairen dat hij cameraman was: “Ik weet zeker dat het een gericht schot was. Daar bestaat geen twijfel over.”
Tien jaar later in september 1999 sprong Sander Thoenes in Oost-Timor achterop een brommertaxi. Enkele uren eerder arriveerde de correspondent voor de Britse Financial Times op de van Indonesië afgescheiden minirepubliek. De geboren Enschedeënaar wilde nog snel wat citaten van de bevolking vergaren over hun nieuw verkregen vrijheid. Zonder informatie in te winnen over de frontlinies gaf hij opdracht een risicovolle wijk in te rijden. Daar rijdt hij recht in de armen van dronken Indonesische soldaten. Ze snijden hem de pas af, doden hem en verminken zijn lichaam door zijn lippen en oren af te snijden.
En nu dus Stan Storimans, stoere man, grote mond, gouden hart. Samen met collega Jeroen Akkermans die gewond raakte, was hij aan het werk op een plein in de stad Gori toen een granaat insloeg. Een scherf raakte zijn dodelijk zijn achterhoofd. Het was pure pech. De verkeerde plek op het verkeerde moment.
Risicoloze oorlogen bestaan niet. Georgië is niet de Efteling. Maar toch rijden morgen weer verslaggevers overtuigd van hun plicht om als ooggetuige de wereld te informeren de poort uit. Soms al twintig jaar lang, zoals RTL-cameraman Stan Storimans. En zo hoort het ook.